IS HET COLLEGE TE VERTROUWEN?

 

    


| 20-11-2020 |

 

Gisteravond was er een digitale, beeldvormende bijeenkomst van de Raad over de vastgoedplannen van het college. Verkoop van vastgoed is sinds maart 2002 (de dualiseringsveranderingen in de gemeentewet) een bevoegdheid van het college van B&W, te vinden in artikel 160 lid 1 van de gemeentewet. Het college is in ieder geval bevoegd: – sub d. tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten. Bij het nazoeken en controleren van de woorden van de wethouder viel er al snel een fout op in de informatiebrief van 11 november 2020 aan de gemeenteraad over dit onderwerp. In die brief werd verwezen naar artikel 160 lid 1 sub e. Het stoort mij dat juist in dit soort brieven zulke slordige fouten zitten. Minimaal twee fouten in één week. Arm Bergen!

Nu het college ten aanzien van de verkoop van vastgoed volledig bevoegd is, rijst de vraag: is de raad, dit ten volle beseffende, nog blij met deze samenstelling van het college? Vertrouwen we deze vijf wethouders en deze burgemeester het lot toe van bijvoorbeeld onze monumenten? Het Stadhuis aan de Grote Markt in de verkoop. Ook de synagoge werd in eerste instantie verhandelbaar verklaard. Zo ook de Hof van Ram!

Gisteren werden de raads- en burgerleden bijgepraat over de gevolgde systematiek. Er is een ‘tool’ ontwikkeld om te komen tot een “meetbare, objectieve waarde”. Nu ben ik een bèta, ik weet wat meten is. Wel, de zogenoemde ‘tool’ is niet meer dan een invuloefening (waardering van 1 tot 5) op een aantal elementen, die daarna opgeteld worden. En dat alles – tot nu toe – door ambtenaren van de gemeente van bijvoorbeeld de afdelingen bedrijfsvoering, cultuur en vastgoed. Zij vinden dit ‘vastgoed’!!! Maar ik vind dat verre van objectief. Nu wil ik niet beweren dat de ‘methode’ die ik gebruikte, om in mijn eerdere schrijfsels het Markiezenhof, het stadhuis, de gevangenenpoort en het oude gemeentehuis van Halsteren tot parelen in de Bergse Kroon te verklaren, objectief is. De waardering voor het aan onze generatie van burgers en bestuurders als hoeders toevertrouwde erfgoed is niet objectief. Die komt voort uit ons hart en liefde voor de geschiedenis van de stad en haar dorpen.

De wethouder zei over het verhandelbaar verklaren; “We durven er echt wel brutaal in te zijn”. Daarna noemde hij de eerste tien door het college verhandelbaar verklaarde vastgoed objecten “laaghangend fruit”. De synagoge, het sterfhuisje, de Hof van Ram: laaghangend fruit?

Bij mij ging het ‘licht’ uit. En, alsof de wifi de woede aanvoelde, viel spontaan de verbinding weg. Maar er kwam meer. Het oude Halsterse raadhuis werd ‘objectief gemeten’ en het resultaat van de telling was 103 punten. In de ogen van het college dus ruim beneden de ‘norm’ van 120, en dus op de nominatie om verhandelbaar te worden verklaard. Spontaan viel wederom de wifi verbinding weg. De door mij in woede en verontwaardiging opgeroepen elektromagnetische straling werd de apparatuur te veel.

Ik heb al een paar keer gesteld dat er ten stadskantore een ernstig gebrek is aan politieke sensibiliteit. Dat is een onvolledige analyse! Daarvoor bij voorbaat mijn excuses. Ze zijn gewoon de weg kwijt! En nu formuleer ik het buitengewoon beschaafd. Het halve stadskantoor komt hier niet vandaan, het college incluis en dat blijkt. De affiniteit met de stad en haar dorpen is NUL KOMMA NUL. Ook bij de ambtenaren die dit soort ‘rekentools’ invullen, is er klaarblijkelijk geen verbinding met de Bergse samenleving. Ja we moeten bezuinigen en ja in het focusakkoord wordt verwezen naar de verkoop van vastgoed. Maar de uitwerking door het college in de tien gouden regels gaat naar mijn gevoelen volstrekt voorbij aan de intenties van het focusakkoord.

Er zijn ‘heilige huisjes’ en misschien moeten die op een lijst komen. Maar ook het college mag zich – ondanks haar bij gemeentewet gegeven bevoegdheid – afvragen: denken we zelf na of laten we ons leiden door een rekentool? Zij vragen de raad hun het vertrouwen te geven onder de 120 puntenlijn de objecten te mogen verkopen. Het zal helder zijn: de BSD geeft dat vertrouwen niet. NOOIT NIET. Met de bescheiden kennis van de ‘rekentool’ denk ik dat onze gevangenpoort onze Lievevrouwepoort dan ook verhandelbaar wordt. Onze Lievevrouwe is geen publieke vrouw, ze is niet en mag niet – nooit niet – verhandelbaar worden.

Dan kan er maar één conclusie zijn. Gezien de bij wet gegeven bevoegdheden en hun “verhandelbaar verklaringen” tot nu toe kan BSD-fractie dit college in deze samenstelling niet meer vertrouwen!

Er was nog een punt dat mij deed gruwen. Het was voor mij duidelijk dat dit college en een aantal van mijn collega’s gebouwen meer ‘multifunctioneel’ wilden maken alvorens te overwegen ze te verkopen. Dat klinkt logisch maar het gaat dan wel over de motieven. Een overheid dient zijn bevoegdheden als overheid niet te gebruiken om middels zijn handelen het profijt als private partij te vergroten.

Détournement de pouvoir ( het gebruik van een bevoegdheid op een wijze waartoe zij niet verleend is) is niet voor niets verboden.

Louis van der Kallen.


    

NU DE UITVOERING

 

    


| 10-06-2020 |

 

Het focusakkoord is afgelopen week in de Raad besproken. 10 fracties tekenden er voor. Lijst Linssen (LL) niet! De raadsleden van LL kwamen bij die vergadering ook niet opdagen. De BSD tekende niet maar steunt in grote lijnen wel wat er in het focusakkoord staat. Wat de BSD mist, en het daarom niet tekende is het; hoe de 10 fracties denken al die ‘mooie’ voornemens te realiseren.

Bergen op Zoom gaat met dit gedepolitiseerde college, zonder formele politieke binding en met 3 wethouders op basis van ‘deskundigheid’ en daarmee in theorie een meer onafhankelijk, een nieuwe fase in. Deze zogenoemde ‘reset’ zou voor Bergen op Zoom een stap zijn om aan de politieke wanorde een eind te maken. Bestuur op basis van ‘deskundigheid’. Ik vraag mij dan af hoe zouden de andere (blijvende) wethouders zich voelen? Dat zijn nog ‘politieke’ wethouders! Niet gekozen op deskundigheid.

Wat is de ideale situatie? Wie heeft het antwoord?

Plato heeft zich zijn hele leven bezig gehouden met hoe een ideale staat eruit zou moeten zien. De ideale staat van Plato is verdeeld in drie standen. De laagste stand bestaat uit de boeren. De taak van deze laagste stand zou moeten zijn het zorgen voor de voedselvoorziening. De tweede stand bestond, in zijn denken, uit soldaten (of wachters). De soldaten moesten zorgen voor de verdediging van de staat. De eerste stand bestond uit een verstandig bestuur. Volgens Plato, moeten dit filosofen zijn die de vormen (of ideeën) hebben aanschouwd. Volgens Plato hebben goede bestuurders geen privé bezit en geen gezin en zijn zij vooral wijs. De bovenste twee klassen (de soldaten en de bestuurders) moeten in absolute soberheid en in gemeenschappelijkheid leven. Deze regels zorgden, in het denken van Plato, ervoor dat er geen wanorde ontstaat. Zijn uitgangspunt was ook dat de meeste kunstenaars uit de stad weggestuurd moesten worden. Kunst zou, volgens Plato, kunnen zorgen voor wanorde in de staat omdat kunst wordt voortgebracht uit het begerende deel van de ziel. Kunst is, in Plato’s denken erotisch, gewelddadig of beiden en zou zo kunnen leiden tot wanorde.

Kunt u het zich indenken: politici die in absolute soberheid leven. Onze vijf wethouders gaan genieten van een redelijk dik salaris. Drie hebben geen privé bezit in Bergen op Zoom, maar zou Plato dat bedoeld hebben? Hoe mooi is de gedachte aan een verstandig bestuur? Hoe weinig realistisch ook? De komende periode moet niet alleen gaan over bezuinigen maar ook over een toekomstvisie waarin de bezuinigingen passen. Wat te denken van Plato’s opvattingen over kunstenaars? Ik ben bang dat in de praktijk dat element van Plato’s denken wel wordt overgenomen. Sommige raadsleden willen stevig gaan bezuinigen op kunst en cultuur. Zeker nu de provincie dat ook gaat doen. Wat blijft er dan van de Bergse identiteit over?

Plato geloofde in het lerend vermogen van de mens. De vraag is dan: hoeveel mens zit er in de ziel van een raadslid of wethouder? Helaas is Plato er niet meer om over deze vraag nog eens in discussie te gaan. Zijn er Bergse ‘Plato’s’ die met mij de discussie aan willen gaan over de ideale Bergse ‘staat’ van uw gemeentebestuur? Stuur mij een mail ([email protected]) en we spreken af.

https://kijkopbergenopzoom.nl/opinie-nu-de-uitvoering/

 

Louis van der Kallen.


    

HET COLLEGE VAN NARCISTEN VAN BERGEN OP ZOOM

 

    


| 28-01-2020 |

| BRUG IN PUIN |

“Brug naar de toekomst, verbindend, eerlijk, vooruitstrevend” is te lezen op het voorblad van het Coalitieakkoord 2018 – 2022 van Bergen op Zoom. Vanaf de raadsvergadering van 23 januari j.l. ervaar ik die tekst geheel anders. “Vandaar dat we kiezen voor eerlijk. We willen een voorbeeld zijn voor onze inwoners, organisaties en bedrijven. We zijn een betrouwbare partner voor collega-gemeenten en andere overheden. We besturen op een open, rechtvaardige en integere manier. Inwoners, organisaties en bedrijven kunnen op ons vertrouwen en rekenen.” Eerlijk is in het citaat nog dik gedrukt ook! Het debat op 23 januari was geen voorbeeld van eerlijk! “Integer”. Ik heb daar een geheel andere voorstelling van. Ze vertrouwen en op ze rekenen? Niet meer! Dit college noch haar rechtsvoorganger zijn betrouwbaar gebleken en is helaas ook nu zeker niet te vertrouwen. Als het raadsdebat van 23 januari het voorbeeld is van hoe dit college omgaat met de politiek, met haar eigen leden en de burgers dan leven ze in hun eigen wereld. De wereld van de plucheplakkers met veel narcistische zelfoverschattende tendensen. “Betrouwbare partner”? Voor mij niet meer.

De afgelopen dagen is mij met regelmaat gevraagd waarom ik zo boos ben. Zelf denk ik dat ‘boos’ niet het goede woord is. Ik ben tot op het bot teleurgesteld in de moraliteit van dit college en een groot deel van mijn collega-raadsleden. In vijf weken tijd zijn er twee momenten geweest dat ik de tijd waarin ik leef niet meer begrijp of de handelswijze van bestuurders en delen van de gemeentelijke organisatie onbegrijpelijk vind. De eerste keer was op 20 december bij/na de BAR (de Bergse Ambtenaren Revue). Voor de BAR worden de raadsleden al vele jaren uitgenodigd. Het was altijd leuk en verbindend. De BAR beschouwde ik als een combinatie van de boerenmaaltijd (mijn Vastenavend-hoogtepunt) en een surprisebijeenkomst in het kader van Sinterklaas. Dat zijn momenten dat de leidinggevenden (topambtenaren, wethouders, raadsleden) op een min of meer ‘beschaafde’ manier gehekeld kunnen worden door de burgerij (de boerenploeg) of door hun ambtenaren. Als gehekelde onderga je zoiets in stilte en straal je acceptatie uit van al die ‘stille’ met humor overgoten maar toch duidelijke wenken. De BAR had in mijn ogen tot doel te laten zien dat we ééééén ambtelijk apparaat en bestuur zijn. Met een hekelende grap en een toost luiden we het oude jaar uit en het nieuwe jaar met de goede voornemens tot samenwerken in.

De aflopen jaren heb ik de BAR zien verruwen. De ‘humor’ werd steeds platter en de laatste BAR was in mijn ogen zelfs ronduit banaal. Of dat iets zegt over het ambtelijk apparaat of de bestuurders? Wat mij nog aan de oude BAR herinnerde waren de grappen over Bergen op Zoom en Roosendaal. Wat mij ronduit stoorde was dat tot twee keer toe een wethouder, naar wiens mannelijk lid op het toneel een paar keer verwezen was, interactie had met de mensen op het toneel. Dat ééééén worden gaat dan wel erg ver. Een punt van verbijstering lag voor mij bij een ‘grap’ over portefeuillehouderoverleggen, waarin voor het eerst informatie tot mij kwam waarover ik als politicus het gevoel kreeg ‘hier moet ik iets mee’. Op zo’n moment verlaat het oude BAR-gevoel mij volledig. Ik geniet niet meer en maak geen deel meer uit van het wij-gevoel. Toen besloot ik dat dit mijn laatste BAR zou zijn. Ik paste niet meer in de banaliteit die de BAR nu uitstraalde noch in de tijdgeest of de sfeer die de BAR opriep; het werd mij te bar.

Er was rond de organisatie van de BAR nog een ergernis die vermoedelijk volstrekt onbedoeld of onnadenkend tot stand kwam. De polsbandjes! In het Coalitieakkoord 2018 – 2022 van Bergen op Zoom is te lezen: “We kiezen in Bergen op Zoom voor Mens, Milieu en Maatschappij”. Dat is een goed uitgangspunt. Daar past een bewust omgaan met kleur bij. Het klinkt misschien raar of vergezocht maar kleur, bijvoorbeeld van plastic, verf of papier is meer milieubelastend dan bijvoorbeeld wit. Als je kleuren gebruikt moet dat dus, in mijn denken, functioneel zijn. Een polsbandje, formeel als toegangscontrole, kan dus gewoon wit zijn. Als een kleur wordt gebruikt dient dat, in een milieubewuste of op duurzaamheid gerichte organisatie, dus een functie te hebben, bijvoorbeeld in een grap. Als kleurkundige, met als specialisaties kleurenfysica, kleurenfysiologie en kleurenpsychologie, ben ik vast iets kleurbewuster dan de gemiddelde Nederlander. Als vakbondsman ben ik misschien ook bewuster van de gevoeligheden van onderscheid in rangen en standen en als oud-judoka ben ik misschien bewuster van hoe kleuren een indicatie zijn van iemands kwaliteiten. Als raadslid had ik een geel bandje toegezonden gekregen. Na twee wethouders met een gouden bandje gezien te hebben, had ik het direct na het optreden gezien en ging ik zonder napraten gelijk op huis aan.

Het voorgaande laat zien dat ik dingen anders beleef dan anderen. Wat ik banaal of onnodig kwetsend vind, was vast niet de ervaring van de meerderheid van de nog wel aanwezige ambtenaren of politici. Om over de beleving van kleur maar niet te praten.

Het debat op 23 januari en de uitkomst van dat debat brengen mij tot de conclusie dat er veel mis is in de bestuurscultuur van de gemeente Bergen op Zoom en met de interactie tussen bestuurders en ambtenaren. Vermoedelijk is het zwembad de Schelp jarenlang onveilig geweest voor werkenden en bezoekers. De afvinkcultuur, ‘het is goedgekeurd’ of ‘heeft een keurmerk ‘Schoon en Veilig’’, is een schaamlap. Het wijzen naar ambtenaren begint onder politici gemeengoed te worden. Daarmee duikt men weg voor de eigen verantwoordelijkheid en de soms jarenlange desinteresse! Uit de verslagen bleek zonneklaar dat bij de Schelp jarenlang alleen de financiële resultaten aandacht kregen.

De vraag is nu hoe is het zover gekomen? Met het vertrek van Pieter Zevenbergen en het aantreden van wethouders met een ‘zakelijke’ insteek zonder enige ervaring met het openbaarbestuur of overheidsorganisaties maar vaak wel behept met een grote waffel en een ‘alles moet kunnen’ mentaliteit is er een handelswijze ingeslopen waarbij assertieve ambtenaren de benen namen. Wethouders zijn in de regel amateurs in hun portefeuille en meestentijds alfa’s ook die met een bèta portefeuille. En in het ambtelijk apparaat zijn de managers aan de macht gekomen. Die combinatie zou wel eens de hoofdoorzaak kunnen zijn van de ellende. Veel ambtenaren zijn vertrokken zelfs naar de buur, Roosendaal. Vaak zwijgzaam soms met het ‘off the record’ gebruik van het woord angstcultuur.

Veel stemmen kunnen halen is iets anders dan geschikt zijn voor het wethouderschap. Deskundig zijn is geen garantie dat je als ambtenaar boven komt drijven. Volgzaamheid, ook bij onmogelijke opdrachten, is naar mijn beleving de afgelopen jaren het promotiemiddel gebleken met als gevolg veel mislukkingen. Iets is nog niet haalbaar omdat een wethouder iets wil. Voor succes is een samenwerking nodig tussen bevlogen politici/wethouders en ambtenaren die met hun kennis wethouders overtuigen van de mogelijkheden en onmogelijkheden.

In Bergen op Zoom leeft het grootse deel van de politici in een narcistische droomwereld. Die niet beperkt wordt door inzichten of kennis. De gemeenteraad is na de dualisering naar een bedroevend kennisniveau afgezakt. Stemmen halen werd belangrijker dan goed en realistisch beleid. Maar de Bergenaar, de kiezer, is zelf medeverantwoordelijk voor de armzalige financiële en morele toestand van zijn gemeente. Hij of zij bepaalde echt zelf de samenstelling van de gekozen Raad.

Er lijkt geen bestuurlijke brug meer te zijn naar de toekomst. Of die door de terugtrekkende troepen is op geblazen of door regelrechte onkunde is in gestort zal de toekomst leren. Hij ligt in puin. Als je nu nog een bestuurlijke brug ziet, heb je heel bijzondere gaven. De kans is groot dat de restanten van die, in mijn ogen, denkbeeldige brug nog meer in het ravijn zullen storten. Ik ga er niet meer over. Ik wil wel kijken of het ooit mogelijk is of de fundamenten nog bruikbaar gemaakt kunnen worden. Maar de tuien zullen echt van nieuw en beter materiaal gemaakt moeten worden wil de nieuwe brug echt verbindend kunnen zijn.

 

L.H. van der Kallen.


    

 

HET PLUCHE, DE MACHT, HET EIGEN IMAGO, DE EIGEN CARRIÈRE EN DAN PAS: BERGEN OP ZOOM

 

    


| 25-01-2020 |

| NIETS IS MEER HET ZELFDE |

Vanaf het ‘vallen van de hamer’ aan het einde van de raadsvergadering van afgelopen donderdag is niets in mijn lokale politieke wereld meer het zelfde. In de nu bijna 34 jaar dat ik in de gemeenteraad zit heb ik mij nooit gedragen als oppositie. Ik beoordeelde ieder voorstel, van wie dan ook, op de inhoud. Ik toetste dan het voorstel met de kennis die ik had op dat moment en op mijn eigen normen en waarden. Normen en waarden die ik van huis uit meegekregen had. Ik beschouwde ieder raadslid en iedere wethouder als een persoon met het zelfde doel als ik; een beter Bergen op Zoom. Dat heeft altijd betekend dat ik bereid was met iedereen mee te denken. Dus ook met collega’s van andere partijen en ook als het ging over een onderwerp waar ik als persoon of de BSD heel anders over dacht. Dat was voor mij de kern van samenwerken. Ik maakte pas een eind aan een dergelijke samenwerking als de betrokkene moreel, voor mij, door het ijs zakte. En dan altijd slechts voor een bepaalde periode. Want mijn moeder had mij geleerd dat iedereen recht had om fouten te maken en gewaardeerd moest worden als hij of zij zijn of haar zonden had ingezien en zijn of haar leven verbeterde. Kern was de bereidheid je fouten in te zien en vooral verantwoordelijkheid te nemen. Afschuiven of het aanwijzen van een zondebok dat was iets wat onoorbaar c.q. ondenkbaar was. Zeker als daarbij sprake was van liegen. Zoals; ‘het opstappen is haar eigen keuze, zij doet dat zonder druk’. Het bagatelliseren van de eigen rol ten koste van een ander is dan een doodzonde. Bij fouten in collectief verband gemaakt, wordt er ook in collectief verband boete ondergaan of berouw getoond. Was de les van mijn moeder!

De inhoud van het ‘foutenrelaas’ was misselijkmakend en riep bij mij keer op keer de gedachte op; dat kan niet waar zijn! Helder is dat het renovatievoorstel is opgesteld onder verantwoordelijkheid van een andere wethouder en is goed gekeurd door het voltallige college. En dat de raad, met de gedachte dat het een renovatie was, er vanuit kon gaan dat dit voorstel er toe zou leiden dat de Schelp weer voor jaren geschikt en veilig zou zijn. Ik ging er, naar nu bleek onterecht, vanuit dat er een volledige inventarisatie was geweest van de ‘gebreken’ van het zwembad. Dat bleek tot mijn verbijstering onjuist. Het gebouw was op uiterst belangrijke onderdelen al jaren lang onveilig. Brandwerende zaken die in 2013 verbeterd hadden moeten worden waren in 2018 (moment van sluiting) nog niet uitgevoerd. Toch keurde de brandweer in 2017 alles goed. En kreeg het zwembad ( met een toen trotse directeur) het keurmerk Schoon en Veilig terwijl op dat moment de helft van de aardlekschakelaars ondeugdelijk waren en tal van brandmelders “uit geprogrammeerd c.q. losgekoppeld” bleken. Ik schreef eerder: “Deze constateringen gecombineerd met de flagrante schending van de brandwerende vereisten zou het college c.q. enkele collegeleden moeten bewegen conclusies te trekken”. Slechts één collegelid trok haar conclusies. De anderen beloofden voor de zoveelste keer beterschap. Geen solidariteit, geen collegialiteit. Wel beschuldigende vingers en wie of wat is verantwoordelijk discussies. Het pluche, de macht, het eigen imago, de eigen carrière bleek belangrijker. Gezamenlijk de portefeuilles ter beschikking stellen met de bemerking als de raad het wil tot nader order eventueel demissionair aan te blijven en dat ze bereid zouden zijn terug te keren als dat dienstbaar zou zijn in het belang van ons geliefde Bergen op Zoom, kwam niet in hen op. “het belang van Bergen op Zoom was met hun vertrek niet gediend”. Het lam werd geofferd. Eén raadslid verwees naar Pontius Pilatus die waste net als de zittenblijvers zijn handen in onschuld. Maar het is veel erger. De plucheplakkers en de collegepartijen vervulden gezamenlijk ook de rollen van Kajafas de voorzitter van de Sanhedrin (het gerechtshof) en van Herodes Antipas. Slechts één lid werd gedwongen de doornenkroon te dragen en legde de weg af naar Golgotha en werd gekruisigd. Officieel haar eigen keuze. In werkelijkheid onder druk van drie wethouders (anders trekken we de stekker eruit). Mijn walging is te groot om nog te blijven samenwerken.

Ik ben niet meer vergevingsgezind naar de ‘kajafassen’ van de gemeenteraad. Ik bepaal zelf met wie ik wil samenwerken. Dat is niet meer met mensen die door hun gedrag mijn walging oproepen. Ik zal gewoon mijn raadswerk doen. Maar tal van bijeenkomsten gericht op samenwerken zal ik niet bijwonen. Ik zal uitnodigingen tot gespreken met kajafas reïncarnaties ten stadhuize niet eens meer beantwoorden. Ik zal de ‘kajafassen’ van de raad niet meer uitnodigen om samen na te denken over onderwerpen. Bijeenkomsten voor de vorm zoals over integriteit zijn in Bergen op Zoom verloren moeite, verspilling van tijd en geld.

Ik kan de ‘tempel’ niet reinigen van de aanwezige politieke (geld)wisselaars en farizeeërs. Noch ben ik de Hercules die de stal van Augeias kan reinigen. Dat kan alleen de vox populi, de stem van het volk, maar die moeten nog 2 jaar wachten. En ook dan heb ik daar geen hoge verwachting van want die maken al dertig jaar het mogelijk dat in feite twee partijen (GBWP en de VVD) tot elkaar veroordeeld zijn. Waarbij de VVD keer op keer het schoothondje is en iets wat zou kunnen lijken op idealen, standpunten of principes inlevert of verpakt in het stemmen op een krachteloze motie van afkeuring waarvan ze weten dat die het toch niet haalt of niets veranderd. Al 20 jaar levert de VVD haar ‘verlangen’ naar de ontwikkeling van de Auvergne polder als bedrijventerrein in. Met als gevolg een oplopende werkloosheid en steeds meer bijstandsuitkeringen waarover ze dan zelf lekker kunnen klagen.

Zelf ben ik natuurlijk de ‘azijnzeiker’ die van de zijlijn alles beter weet. Maar met twee zetels in de raad en in het bezit van een werkende ruggengraat kan ik brommen maar helaas de tempel of de stal niet reinigen. Toen de BSD na twee verkiezingsoverwinningen vier zetels had, hadden de anderen ook geen zin om de BSD bij een college te betrekken. Een visie en een toekomst van op de centen letten was nog niet het gewenste programma. Maar het wordt anders. Het gemeentelijk financiële systeem staat lang potverteren toe. Maar dat is eindig. Leuke speeltjes realiseren is makkelijk op de pof. Want de kiezer die al dat leuks voorgeschoteld krijgt realiseert zich niet dat die wethouder die bijvoorbeeld de rotonde voor zijn dorp heeft ‘geregeld’ niets anders heeft gedaan dan een plan goedgekeurd, een lening heeft aangegaan, het lint heeft doorgeknipt en de felicitaties en de dankbare stemmen heeft geaccepteerd. Men realiseert zich niet dat de rekening pas de daaropvolgende 30 jaar door andere raadsleden, wethouders en burgers wordt opgebracht. Dat verspillen is eindig want die uitgestelde rekening wordt steeds hoger en hoger en moet uiteindelijk opgebracht worden door dezelfde burgers of hun nazaten die eerst zo blij waren met die wethouders die dat zware werk (plannen goedkeuren, lenen en linten doorknippen) deden. Die hard werkende wethouders en burgemeesters genieten dan al van hun ‘welverdiende’ nieuwe ambten en genieten na van hun ereburgerschap en de mooie woorden van hun afscheid. En in hun vuistje kunnen ze lachen om die onnozele zondebokken die ze iedere keer konden verleiden ook even te genieten van het prachtige, goed betaalde ambt van wethouder. Het zijn de ‘azijnzeikers’ die uit liefde voor hun gemeente blijven die straks uit moeten leggen dat het feest echt over is.

De vraag is, zal het die twee partijen weer lukken een (CDA) onnozelaar te strikken en die met onhaalbare/moeilijke dossiers te belasten. Vast! En mocht het nu niet lukken, ze hebben nog z’n onnozelaar, z’n (zwart) schaap in de pijplijn. Hij behoorde al tot de drie die dit keer de druk tot vertrek van de zondebok opvoerden. En de VVD ‘er, onze weerbare strijder, ach die konden we dit keer al de kastanjes uit het vuur laten halen als nieuwbakken woordvoerder van de Schelp, zal de gedachte van de GBWP wethouders zijn. Die weerbare strijder van de VVD die is zelfs trots en vol vertrouwen op de ‘moeilijke’ taak die hem wacht. Zijn toekomst ligt toch niet hier. De Tweede Kamer, het Europese parlement, Gedeputeerde Staten of een burgemeesterschap is zijn volgende bestemming.

En de raad, het Sanhedrin van Bergen, die laten we een (leer)motie opstellen en dan slikken ze het

‘we zullen hier van leren’ zelfs zonder kokhalzen. Zeker nadat we hebben verzucht hoe “lastig” die raad het ons had gemaakt, hebben ze erbarmen met ons.

En Bergen op Zoom, dat pareltje aan de Schelde, is onderhand de met schulden beladen paria. In de opschalingstendens tot veel grotere gemeenten wordt dit een bruid die niemand wil. Maar ach geen nood. De VVD heeft het antwoord al klaar. Het ligt niet aan ons het ligt aan die vermaledijde ambtenaren.

Voor mij is het helder; na afgelopen donderdag is niets meer het zelfde. De narcisten zullen desnoods door deze autist bestreden moeten worden. Promoveer ik mij daarmee tot Don Quichotte? Vast. Laat de ezel met een gezel op een ezel maar vast ten strijde trekken. Ik vermoed zo maar dat hij daar dan beter van gaat slapen.

 

L.H. van der Kallen.