EENZAAM 3: “DE POLITIEK”

 

    


| 11-11-2020 |

 

In het boek “de eenzame eeuw” gaat Noreena Hertz in op de rol van de politiek en samenleving op de toename van eenzaamheidsgevoelens. Zij definieert het in haar boek als volgt: “eenzaamheid als een interne toestand, maar ook als een existentiële situatie – in persoonlijk, maatschappelijk, economisch en politiek opzicht.” Dit betekent feitelijk dat veel eenzamen geen steun meer ervaren in een sociale context en zich buitengesloten voelen in politiek en economische opzicht.

Eenzaamheid op die wijze bezien is versterkt door tal van door de politiek vormgegeven veranderingen zoals verstedelijking, individualisering, privatisering, marktwerking, opschaling, globalisering en een toenemende ongelijkheid van inkomen, vermogen en kansen. De politiek is feitelijk steeds meer burgers gaan uitsluiten. Naar mijn beleving is dat sluipenderwijs ontstaan. Zo kijk ik nu tegen het afschaffen van de stemplicht heel anders aan dan toen ik pas mocht stemmen. Nu realiseer ik mij dat met het afschaffen van de stemplicht verhoudingsgewijs veel burgers aan de ‘onderkant’ van de samenleving zijn vervreemd van het steeds elitairder geworden politieke systeem. Een groot deel van het ‘klootjesvolk’ is effectief uitgeschakeld. Stemmen werd in mijn jeugd gezien als een burgerplicht. Feitelijk is er een keuzedrempel gecreëerd: ga ik wel of niet stemmen? Dit heeft er toe geleid dat een deel van het volk – de niet-stemmers – niet meer vertegenwoordigd is en dat vaak ook zo voelt. Dat is slim verkocht als democratisch. Op dezelfde manier is het risico van een volksleger geëlimineerd door de dienstplicht af te schaffen. Zo is ook het leger elitair geworden.

De prijs die nu betaald wordt, is dat tal van maatschappelijke verworvenheden verloren gaan en vele zich buitengesloten, machteloos, ondergewaardeerd, onbegrepen, monddood en onzichtbaar voelen. ONZICHTBAARHEID is naar mijn gevoel het woord dat het beste een ervaren eenzaamheid omschrijft.

Eenzamen zijn onzichtbaar geworden. De politiek merkt ze niet meer op, tenzij ze zich zichtbaar maken in demonstraties zoals de gele hesjes. Of wanneer ze plotseling voor de deur van een politicus staan en de aandacht opeisen. Dan wil de ‘volksvertegenwoordiger’ niet dat het volk weet waar hij woont!

Ik draai al heel lang mij in de lokale politiek en in de waterschapwereld. In de loop der tijd is de afstand tussen kiezer en gekozene enorm gegroeid. Overheden zijn door fusies en herindelingen opgeschaald naar een grootte die er toe heeft geleid dat de kloof tussen gekozene en kiezer haast onoverbrugbaar is geworden.

Waren er in 1950 nog 1015 gemeenten nu nog 355. In 1950 waren er nog circa 2600 waterschappen in Nederland, nu nog 21. Om de schaalvergroting in mijn eigen waterschap, de Brabantse Delta aan te duiden: zij kende circa 230 rechtsvoorgangers. Met als gevolg dat steeds minder mensen een waterschapbestuurder of gemeenteraadslid kennen. Hoe kan je volksvertegenwoordiger zijn als je gemeente meer dan 60 dorpen/kernen kent. Toen ik in 1986 raadslid werd stonden de namen, adressen, telefoonnummers van de raadsleden gewoon in de gemeentegids. Dat is allemaal verdwenen. Op de websites van de meeste gemeenten zijn nog wel de namen te vinden maar niet de adressen of telefoonnummers van de raadsleden. Zelfs hun emailadres is vaak verdwenen. Mail maar naar de griffie!

Hoezo volksvertegenwoordiger? Een kamerlid dat boos is dat het volk weet waar hij woont. Hoe gek kan het worden? Geen wonder dat velen zich niet gehoord voelen. De volksvertegenwoordiger van nu wil klaarblijkelijk het ‘volk’ niet kennen. Het gevolg is dat de onzichtbaren hun rechtmatige plaats in deze wereld opeisen. Desnoods onzichtbaar achter de computer via de ‘sociale’ of informele media. Zij willen gehoord worden!

 

Louis van der Kallen.


    

FRACTIES PROVINCIALE STATEN INZ. CRISIS – D034

 


 

Bergen op Zoom, 18 februari 2009

 

Aan de fracties van Provinciale Staten van

Noord-Brabant

per e-mail

 

Geachte Statenleden, 

Nu de financieel/economische crisis zich van haar slechtste kant laat zien, voelen veel volksvertegenwoordigers, op alle niveaus in onze democratie, zich geroepen om ook de inzet te vragen van hun bestuursorgaan om zich in te zetten voor aanvullende activiteiten ten behoeve van het behoud van de bedrijven en de daarmee verbonden werkgelegenheid.

Voor gemeenten en waterschappen zijn de mogelijkheden vrijwel nul, omdat zij dienen te blijven binnen de wet en regelgeving die bepaalt dat zij sluitende begrotingen dienen na te streven. Dit betekent dat extra uitgaven nu onherroepelijk leiden tot stijging van de door hen gehanteerde (belasting)tarieven, terwijl de economische theorieën aangeven dat in tijden van economische crises het verhogen van belastingen onwenselijk is. De spagaat van de waterschappen is nog erger. De afgelopen jaren is er een stortvloed van regelgeving tot stand gekomen (o.a. kaderrichtlijn water (KRW), provinciale waterhuishoudingsplannen (WHP), nationaal bestuursakkoord water (NBW)) die hebben geleid tot tal van plannen die nu uitgevoerd moeten worden. Voor de meeste waterschappen betekent dit dat de komende vier tot tien jaren bij uitvoering van die plannen de gemiddelde tarieven 2 tot 4 % meer moeten stijgen dan de inflatie. Gezien de huidige financieel/economische crisis lijkt dat onwenselijk. 

Wat te doen? Plannen niet uitvoeren om de tarieven minder hard te laten stijgen? Dan handelen de waterschappen mogelijk deels in strijd met het huidige door hogere overheden gestelde beleid c.q. worden de doelen (KRW) mogelijk niet tijdig bereikt. De plannen versneld uitvoeren met als gevolg een enorme stijging van de tarieven? 

Ten aanzien van deze afweging doet ondergetekende een beroep op de politieke vindingrijkheid van onze Statent. Hierbij neem ik de vrijheid een aantal opties te noemen.

–         Verander de uw wetgeving en streef de wijzigingen na op nationaal niveau zodat ook de lagere overheden (incidenteel of tijdelijk) met een begrotingstekort mogen werken. Dan wordt anticyclisch investeren ook voor de lagere overheden haalbaar.

–         Maak temporisering van de uitvoering van mede uw wet en regelgeving (b.v. KRW, NBW, WHP) mogelijk c.q. toelaatbaar.

–         Stel, in tijden zoals nu, extra middelen ter beschikking van gemeenten en waterschappen middels 100% subsidies om versneld die werken uit te voeren die de (regionale)werkgelegenheid overeind houden, de waterdoelen sneller realiseren en de lokale economie, b.v. toerisme en recreatie bevorderen. 

Hopende op uw inzet en vertrouwende op uw inzichten, 

met de meeste hoogachting, 

L.H. van der Kallen