VERTROUWEN – 2

 


 

VERTROUWEN – 2

 

De afg1elopen weken heb ik met het oplopen van de temperatuur en met het krachtiger worden van de zon weer een aantal keren buiten gestaan met mijn praatpaal. Hoewel ik dat vooral doe uit hoofde van mijn raadslidmaatschap, gingen de gesprekken eigenlijk maar over drie onderwerpen: het referendum, vertrouwen (wantrouwen) en de gevolgen van de Panama Papers.

Voor het referendum vroegen nogal wat mensen mij ‘wat ik ging stemmen en waarom?’ Ik legde dan uit dat ik voor zou gaan stemmen. De reden vergde veel meer woorden, maar ik nam er wel steeds de tijd voor. Oekraïne is een jong land, dat in zijn voorgeschiedenis als Sovjet Republiek na de oorlog is uitgebreid met delen van Polen en Roemenië. Die delen werden, als oorlogsbuit grotendeels ontvolkt door Stalin, toegevoegd aan de Oekraïne. In 1954 werd de Krim er als cadeautje aan toegevoegd. Het oosten van de Oekraïne (Donetsbekken) wordt overwegend bewoond door etnische Russen. Een dergelijk jong land, met een grotendeels communistische geschiedenis, is haast per definitie instabiel en corrupt. Daar is een hele lange weg te gaan naar stabiliteit en het bestrijden van de mede door het communisme ingevreten corruptie. De stabiliteit van het land wordt ook nog actief bedreigd door de Russische inmenging en door de energie-afhankelijkheid van Rusland. Misschien zou het zelfs beter zijn als het land afstand zou doen van het Donetsbekken of deze regio een hoge mate van autonomie zou geven. Het door de Russen bezette schiereiland is een verloren zaak, maar emotioneel zwaar beladen. Eigenlijk zou de Krim een onafhankelijke staat van de Krim Tartaren moeten zijn. Maar Stalin heeft die kaarten, door een bijna volledige deportatie van de Tartaren in 1944 (omdat zij met de Duitsers zouden hebben samengewerkt), uit het spel gehaald. Voor Rusland heeft de Krim een grote symbolische betekenis. Leningrad (nu Sint-Petersburg), Stalingrad (nu Wolgograd) en Sebastopol waren de weerstandspunten in de strijd tegen de Duitsers. Voor de Russen hoort de Krim, met de marinebasis Sebastopol, bij het Russische Rijk. De Oekraïne moet een uitweg vinden uit de territoriale geschillen en een regeling treffen met haar Russische minderheid. Tegelijkertijd moet het land immense economische problemen het hoofd bieden, de corruptie aanpakken en haar eigen nationaliteit vormgeven zonder nationalistisch te worden. In meerderheid wil de bevolking meer betrokken raken bij Europa en ook economisch onafhankelijker worden van Rusland. Het associatieverdrag is daar een hulpmiddel bij. Het probleem is dat de hele discussie over het verdrag eigenlijk geen discussie is over de inhoud van het verdrag, maar de tegenstem voor een belangrijk deel gemotiveerd blijkt door een breed gedragen ongenoegen over de Europese Unie. Dat deel ik. Dat ongenoegen is voor een belangrijk deel gebaseerd op onzekerheden die leven onder grote delen van de bevolking. Gebrek aan toekomstperspectief, globalisering, robotisering en een chronisch wantrouwen tegen de Europese en nationale politici. Liegen (bij verkiezingscampagnes) lijkt gewoon geworden (ik schreef er eerder over). Er zijn nauwelijks nog politici die echt hun werkzame leven in dienst stellen van het openbaar belang. De voorbeelden van ministers die de politiek gebruikt hebben als opstap naar het grote geld, zoals banen bij banken, zijn legio. Hierbij lijkt het soms of de later verkregen functie een cadeautje is van het bedrijfsleven voor diensten verleend in de tijd van het ministerschap. Ik heb aan mijn praatpaal heel wat opmerkingen gehoord in termen van: de dames en heren in den Haag liegen over van alles, waarom zou ik ze nu moeten geloven over de inhoud van het verdrag of wat er in de toekomst zou gebeuren, zoals het wel of geen toekomstig lidmaatschap EU van de Oekraïne.

In de ogen van veel burgers is een referendum een manier om het ‘zootje’ in Den Haag en Brussel tot de orde te roepen. Ze eraan te herinneren dat het volk, dat zij zouden moeten vertegenwoordigen, er ook nog is en iets anders wil. De reacties op de uitslag van veel partijen is ronduit teleurstellend. Je kan wel roepen dat ‘je weet wat goed voor hen is’, maar de uitslag is een volkswil en daar zouden politici naar moeten luisteren en van moeten leren. Nu lijkt het erop dat veel politici een ander volk willen. Maar dat volk is een gegeven en het gromt. Misschien gebruikt het volk inderdaad Europa als kop van Jut, maar het “nee” is een herkenbare uiting van het ongenoegen en de volkswil waarnaar in een echte democratie geluisterd dient te worden. Vroeger was het makkelijk: je had links en rechts met heldere standpunten. Even leek het dat bij de laatste Tweede Kamer verkiezingen dit verschil helder werd geëtaleerd, maar het bleken slechts leugenachtige partijprogramma’s en verkiezingsleuzen. Links en rechts gingen niet met andere linkse of rechtse partijen regeren, maar met elkaar. Voor gewone mensen het ultieme negeren van de wensen van de kiezers. Het dreigt nu steeds meer een ‘wij tegen zij’ te worden of anders gezegd de (politieke) elite tegen het (onwetende) klootjesvolk. Den Haag: accepteer de wil van het volk of rot gewoon op! Met ‘oprotten’ hebben ze altijd al moeite. Als plaatselijk politicus (niet van de VVD) zou ik blij moeten zijn dat de niet capabele minister van der Steur (type arrogante korpsbal) mag blijven zitten. Als burger van dit land heb ik echter graag een minister die wel zijn dossiers kent en er werkelijk voor gaat zorgen dat zijn ministerie en zijn diensten gaan functioneren. En het klinkt misschien raar, maar ik ken wel capabele VVD’ers. Het land heeft juist in deze onzekere en onveilige tijden recht op functionerende veiligheidsdiensten en een minister die daar leiding aan geeft. Het laten zitten van een evident niet functionerende minister is een symptoom van een bestuurscultuur die ongelooflijk hardleers is en zich niets aantrekt van de opvattingen en belangen van het ‘klootjesvolk’. Dit wekt ook niet het hoognodige vertrouwen.

Het derde deel van de wantrouwen trilogie, gehoord aan mijn praatpaal, was de Panama Papers. Deze laten helder zien dat er veel verrot is in de wereld. Wat moreel verantwoord is lijkt niet de norm. De norm in de (politieke) reacties is: wat niet bij wet verboden is, mag en is dus moreel verantwoord. Sterker nog het wordt professioneel gevonden als banken, accountants, verzekeringsmaatschappijen, bedrijven etc. er aan meewerken om de winst te maximaliseren. Belasting betalen lijkt voor ‘de dommen’. Alleen zij die niet kunnen vluchten betalen de hoofdprijs. Voor mij is helder dat belasting betalen hoort op de plek waar je woont en/of werkt. Kortom waar je van de geneugten (gezondheidszorg, infrastructuur, vrijheid, veiligheid, enz. ) geniet die de overheid je levert. Zelfs een raadsheer, die deel uitmaakte van de belastingkamer van de Hoge Raad, wist via Panama zijn vermogen buiten de ogen van de belastingdienst te houden. Nu een deel van de wereldboekhouding van belastingontwijkers openbaar is geworden, blijkt hoe verrot het systeem is dat zelfs in een eerbiedwaardig instituut als de Hoge Raad, dat boven iedere twijfel verheven dient te zijn, rotte appels kunnen zitten. Weg vertrouwen!

Veel mensen willen af van de commerciële banken die feitelijk in hun ogen immoreel opereren en alles doen voor de winst van enkelen. Dus regering, maak dat mogelijk en laat een eenvoudige dienst, zoals vroeger de post/cheque en girodienst, herleven.

Er sluipt veel wantrouwen in de mensen en daarmee in wat eens een samenleving werd genoemd.