TERUG

 

    


| 19-10-2020 |

 

Recent leeft de discussie over roofkunst ofwel oorlogsbuit weer op. De Raad van Cultuur kwam met het advies “buitgemaakte cultuurgoederen onvoorwaardelijk teruggeven”. Ook staat de Congolese activist Mwazulu Diyabanza terecht wegens (poging) tot diefstal. Zijn verdediging: “Je vraagt een dief toch geen toestemming om terug te nemen wat hij gestolen heeft.”

Nu is oorlogsbuit niet iets exclusiefs voor de koloniale oorlogen. Piet Hein haalde voor de Republiek der Verenigde Nederlanden de zilvervloot binnen. Tal van schatten en kunstwerken werden ook bij Europese oorlogen geroofd en sierden nadien de paleizen van vorsten en de adellijke veldheren die als overwinnaars geëerd werden. Ook in de bodem van de Scandinavische landen worden met regelmaat Vikingschatten gevonden, die geroofd zijn uit de rest van Europa. Moeten ook die terug? Op naar het Nacional del Prado in Madrid met een grootse (geroofde) collectie Nederlandse meesters! Want Sinterklaas brengt ze niet mee als hij komt vanuit Madrid!

Het is een moeilijke discussie. Waar zijn de objecten het meest op hun plaats? Ze maken deel uit van meerdere geschiedenissen. Van de verliezers en de overwinnaars. Wie is nu de ‘rechtmatige’ eigenaar en wie is de morele eigenaar? Waar is een object, dat ook deel uitmaakt van  de universele geschiedenis van de mensheid het meest op zijn plaats? Als het architectonische elementen zijn, is het antwoord voor mij simpel. In het oorspronkelijke bouwwerk waar het uit gesloopt is. Maar als het om kunst of juwelen gaat is het veel minder helder, zeker als de verblijfs- en eigendomsgeschiedenis van het object niet gereconstrueerd kan worden. Ook de vraag of het object op enig moment is aangekocht, verkregen als gift of geroofd is, kan hierbij relevant zijn.

Waar begint of eindig het? Ik zag laatst op TV een documentaire waarin een Noor uitgedorst als Viking een verklaring gaf waarom de Noorse en Zweedse vrouwen zo mooi zijn. Dat was in zijn verklaring het gevolg van vrouwenroof op de legendarische Viking-strooptochten in West Europa waarbij de mooiste vrouwen werden meegenomen naar Noorwegen. Wil Mwazulu zo dadelijk ook de ‘gestolen’ genen terug? En hoe zit het dan met de ‘gestolen’ woorden? Zo is ons mooie ‘pienter’ afkomstig van het Javaanse ‘pinter’. En wat als woorden tijdens spionagemissies ‘gestolen’ zijn? Zo is het evident dat tsaar Peter de Grote (1672-1725) Nederland en Engeland heeft bezocht en van ons meerdere woorden heeft ‘gestolen’. Zoals de nu Russische woorden: bakbort, stirbort en kajutjunga. En wat doen we met ons ‘pierewaaien’? Wat duidelijk ‘gestolen’ is van het Russische pirowat. Vermoedelijk toen het schip van Peter de Grote Amsterdam aandeed om onze scheepswerven te bezoeken en de passagierende Russische matrozen de bloemetjes buiten zetten en wat ‘cadeautjes’ uitzetten bij ‘onze’ vrouwen. Moet dat nageslacht, omdat we die gehouden hebben, ook terug?

Hoe je het ook wendt of keert: oorlogen, bezoeken en de koloniën zijn een gezamenlijke geschiedenis. De uitkomsten in goederen, taal, cultuur en de in mensen verpakte genen zijn producten van die gezamenlijke geschiedenis. Het wordt tijd dat we die geschiedenis aanvaarden en omarmen.      

 

Louis van der Kallen.