AANPAK VERSLAVINGEN

 


 

AANPAK VERSLAVINGEN

 

Soms word ik gegrepen door ervaringen en door wat ik lees. Op 1 juli stond er een artikel in de Volkskrant. Een artikel met de kop: “De IJslandse jeugd is van de drank af”. Uit het artikel blijk dat de IJslandse jeugd niet alleen de drank liet staan, maar ook de wiet en sigaretten. De overheid had ze met tal van acties aan het sporten gekregen. De cijfers waren verbluffend. Waar in 1998 bijna de helft van de 15/16 jarigen in IJsland wel eens dronken was geweest, bleek dat in nog maar 5 %. Het cannabisgebruik daalde van 17 % naar 7 % en het percentage jongeren dat dagelijks rookte van 23 naar 3 %. In het uitgebreide artikel viel mij één uitspraak op: “Vroeger was je een uitzondering als je op je veertiende niet dronk. Het mooie is: nu ben je een uitzondering als je dat wel doet.”

Ik ga al jaren met mijn zoon op vakantie naar de noordelijke eilanden in de Atlantische Oceaan en het verbaasde mij met regelmaat over hoe op de eilanden omgegaan wordt met de jeugd, de saamhorigheid op die eilanden en de activiteiten gericht op de jeugd. Reeds in mijn reisverslag over een vakantie op IJsland (2007) schreef ik over een waarneming: “Wat ook opvalt is het grote aantal jongeren dat bezig is in het plaatsje aan de openbare ruimte en in het haringmuseum. Het blijkt in deze regio gewoon te zijn voor scholieren, die drie maanden zomervakantie hebben, dat ze tegen betaling vakantiewerk kunnen doen voor de gemeente. Misschien een ideetje voor onze gemeente.” Nadien constateerde ik soortgelijke zaken op mijn vakanties op de Faroer eilanden, de Shetlands of de Orkney’s. Wat mij ook keer of keer opviel waren de vaak zeer goede en uitgebreide sportfaciliteiten voor soms heel weinig mensen.

Zo schreef ik in 2013 in het reisverslag over een bezoek aan Whalsay (Shetlands): “Wat opvalt is het hoge niveau van de voorzieningen. Bij het schooltje lag een multifunctioneel sportveldje wat op deze zaterdag, terwijl de school dicht is, vrij toegankelijk was. Wat voor ons echter onvoorstelbaar was is de omvang van de sportvoorzieningen. Een groot leisurecentrum, zwembad, en voetbalterrein gecombineerd met speelvoorzieningen voor de kleinsten. Voor ongeveer 1000 inwoners in onze ogen wel heel veel voorzieningen van hoge kwaliteit.”

In het reisverslag over een reis naar de Faroer eilanden dit jaar is te lezen dat mij een aantal dingen opviel. Bijvoorbeeld dat scholen, hoe klein ook, beschikken over sportfaciliteiten zoals een voetbal of handbalkooi, vaak gecombineerd met basketbal. Ook hoe gemeenschapszin bevorderd wordt of in stand gehouden . Zo woonden wij een roeiwedstrijd bij met Faeröereese roeiboten. Toen we aankwamen waren er al tientallen aanwezig. Uiteindelijk telden we er omstreeks veertig in 6, 8 en 10 persoonsuitvoering. Veel boten kenden zowel een mannen- als een vrouwenteam. Alleen de sekse van de stuurman of vrouw is onbepaald.  Buiten de wind, en zo nu en dan een buitje, was de sfeer fantastisch. Veel dorpen of eilanden kennen hun eigen team. Nog meer dan met voetbal is dit de manier om de competitie met de andere dorpen aan te gaan. Mij verbaasde het in wat voor sfeer dat gebeurde. Gemoedelijk en tegelijkertijd competitie gericht. De boten werden gekoesterd en met liefde omringd. Een enkele keer zag ik dat het voorste uiteinde van de boeg voor de tewaterlating werd omarmd en soms gekust. Toen de wedstrijd, wegens te harde wind, werd afgeblazen viel mij op dat dit gebeurde zonder wanklank of protesten. De boten werden aan de kant gehaald en uit het water en gingen weer op de trailers. De gemeenschapszin wordt bevorderd door de roeiwedstrijden en de liefde voor het gemeenschappelijke onderhoud van de gekoesterde boten.

Dit soort bijeenkomsten getuigen in mijn ogen van een gemeenschapszin waar ik jaloers op ben. Toen we op een avond thuis kwamen was er een punt van verwondering. Op ‘ons’ strandje bevonden zich een zestal tienermeisjes die wat (warms) dronken en op een vuurtje marshmallows roosterden. Wat later deden ze een spelletje met houten plankjes. Ik zie het bij ons in Bergen op Zoom niet zo snel gebeuren dat op een totaal verlaten strandje zes meisjes uren lang in het half duister al keuvelend en in alle rust met eenvoudige houten plankjes een spelletje doen. Een samenleving als op de Faeröer lijkt soms zo simpel, maar ik ben er jaloers op. Zij hebben nog iets wat wij zijn kwijtgeraakt. Je hebt geen luxe of mobieltjes nodig om als mannen/jongens onder elkaar te zingen over het (harde) leven (een andere waarneming) of als meiden/ vriendinnen onder elkaar op een strandje in de buurt de avond door te brengen.

Het Volkskrant artikel laat zien dat die aanpak in IJsland en op de andere eilanden werkt en door mijn waarnemingen worden bevestigd. In de IJslandse opzet blijkt de aanpak van 13/16 jarigen met veel sport belangrijk, waarbij ook de ouders betrokken worden. Meer tijd besteden aan je kinderen en weten waar ze zijn en wat ze doen. Ik besef dat de schaal van IJsland (circa 300.000 inwoners) een andere is dan Nederland. Toch kunnen de IJslandse lessen waardevol zijn. Ook onze jeugd verdient de beste start naar volwassenheid die we hen kunnen geven.