FRACTIES PROVINCIALE STATEN INZ. CRISIS – D034

 


 

Bergen op Zoom, 18 februari 2009

 

Aan de fracties van Provinciale Staten van

Noord-Brabant

per e-mail

 

Geachte Statenleden, 

Nu de financieel/economische crisis zich van haar slechtste kant laat zien, voelen veel volksvertegenwoordigers, op alle niveaus in onze democratie, zich geroepen om ook de inzet te vragen van hun bestuursorgaan om zich in te zetten voor aanvullende activiteiten ten behoeve van het behoud van de bedrijven en de daarmee verbonden werkgelegenheid.

Voor gemeenten en waterschappen zijn de mogelijkheden vrijwel nul, omdat zij dienen te blijven binnen de wet en regelgeving die bepaalt dat zij sluitende begrotingen dienen na te streven. Dit betekent dat extra uitgaven nu onherroepelijk leiden tot stijging van de door hen gehanteerde (belasting)tarieven, terwijl de economische theorieën aangeven dat in tijden van economische crises het verhogen van belastingen onwenselijk is. De spagaat van de waterschappen is nog erger. De afgelopen jaren is er een stortvloed van regelgeving tot stand gekomen (o.a. kaderrichtlijn water (KRW), provinciale waterhuishoudingsplannen (WHP), nationaal bestuursakkoord water (NBW)) die hebben geleid tot tal van plannen die nu uitgevoerd moeten worden. Voor de meeste waterschappen betekent dit dat de komende vier tot tien jaren bij uitvoering van die plannen de gemiddelde tarieven 2 tot 4 % meer moeten stijgen dan de inflatie. Gezien de huidige financieel/economische crisis lijkt dat onwenselijk. 

Wat te doen? Plannen niet uitvoeren om de tarieven minder hard te laten stijgen? Dan handelen de waterschappen mogelijk deels in strijd met het huidige door hogere overheden gestelde beleid c.q. worden de doelen (KRW) mogelijk niet tijdig bereikt. De plannen versneld uitvoeren met als gevolg een enorme stijging van de tarieven? 

Ten aanzien van deze afweging doet ondergetekende een beroep op de politieke vindingrijkheid van onze Statent. Hierbij neem ik de vrijheid een aantal opties te noemen.

–         Verander de uw wetgeving en streef de wijzigingen na op nationaal niveau zodat ook de lagere overheden (incidenteel of tijdelijk) met een begrotingstekort mogen werken. Dan wordt anticyclisch investeren ook voor de lagere overheden haalbaar.

–         Maak temporisering van de uitvoering van mede uw wet en regelgeving (b.v. KRW, NBW, WHP) mogelijk c.q. toelaatbaar.

–         Stel, in tijden zoals nu, extra middelen ter beschikking van gemeenten en waterschappen middels 100% subsidies om versneld die werken uit te voeren die de (regionale)werkgelegenheid overeind houden, de waterdoelen sneller realiseren en de lokale economie, b.v. toerisme en recreatie bevorderen. 

Hopende op uw inzet en vertrouwende op uw inzichten, 

met de meeste hoogachting, 

L.H. van der Kallen

 


 

 

LEDEN TWEEDE KAMER INZ. CRISIS – D035

 


 

Bergen op Zoom, 18 februari 2009

 

Aan de leden van de Tweede Kamer

per email

 

Geachte leden van het parlement, 

Nu de financieel/economische crisis zich van haar slechtste kant laat zien, voelen veel volksvertegenwoordigers, op alle niveaus in onze democratie, zich geroepen om ook de inzet te vragen van hun bestuursorgaan om zich in te zetten voor aanvullende activiteiten ten behoeve van het behoud van de bedrijven en de daarmee verbonden werkgelegenheid.

Voor gemeenten en waterschappen zijn de mogelijkheden vrijwel nul, omdat zij dienen te blijven binnen de wet en regelgeving die bepaalt dat zij sluitende begrotingen dienen na te streven. Dit betekent dat extra uitgaven nu onherroepelijk leiden tot stijging van de door hen gehanteerde (belasting)tarieven, terwijl de economische theorieën aangeven dat in tijden van economische crises het verhogen van belastingen onwenselijk is. De spagaat van de waterschappen is nog erger. De afgelopen jaren is er een stortvloed van regelgeving tot stand gekomen (o.a. kaderrichtlijn water (KRW), provinciale waterhuishoudingsplannen (WHP), nationaal bestuursakkoord water (NBW)) die hebben geleid tot tal van plannen die nu uitgevoerd moeten worden. Voor de meeste waterschappen betekent dit dat de komende vier tot tien jaren bij uitvoering van die plannen de gemiddelde tarieven 2 tot 4 % meer moeten stijgen dan de inflatie. Gezien de huidige financieel/economische crisis lijkt dat onwenselijk. 

Wat te doen? Plannen niet uitvoeren om de tarieven minder hard te laten stijgen? Dan handelen de waterschappen mogelijk deels in strijd met het huidige door hogere overheden gestelde beleid c.q. worden de doelen (KRW) mogelijk niet tijdig bereikt. De plannen versneld uitvoeren met als gevolg een enorme stijging van de tarieven? 

Ten aanzien van deze afweging doet ondergetekende een beroep op de politieke vindingrijkheid van ons parlement. Hierbij neem ik de vrijheid een aantal opties te noemen.

–         Verander de wetgeving zodat ook de lagere overheden (incidenteel of tijdelijk) met een begrotingstekort mogen werken. Dan wordt anticyclisch investeren ook voor de lagere overheden haalbaar.

–         Maak temporisering van de uitvoering van wet en regelgeving (b.v. KRW, NBW, WHP) mogelijk c.q. toelaatbaar.

–         Stel, in tijden zoals nu, extra middelen ter beschikking van de lagere overheden middels 100% subsidies om versneld die werken uit te voeren die de (regionale)werkgelegenheid overeind houden, de waterdoelen sneller realiseren en de lokale economie, b.v. toerisme en recreatie bevorderen. 

Hopende op uw inzet en vertrouwende op uw inzichten, 

met de meeste hoogachting, 

L.H. van der Kallen

Lid van het dagelijks bestuur waterschap Brabantse Delta en de gemeenteraad van Bergen op Zoom