VOLKSWOEDE VAN DE GELE HESJES

 


 

VOLKSWOEDE VAN DE GELE HESJES

 

Een deel van Europa lijkt aan de vooravond van een soort revolutie te staan. Massale arrestaties zijn vaak de voorboden van nog meer onheil. Wat is de betekenis van meer dan 1400 arrestaties in Frankrijk en 450 in België het afgelopen weekeinde? Wat is de oorzaak van zoveel volkswoede? Is de geest uit de fles? Het startte in het geografisch ‘perifere Frankrijk’ (de kleinere provinciesteden en rurale gebieden) als protest van vooral de lagere middenklasse: werknemers, arbeiders en kleine zelfstandigen tegen de verhoging van de belastingen op brandstoffen. Maar al snel bleken de klachten veel breder. Het blijkt in Frankrijk en België om veel meer te gaan dan om de belastingverhogingen. Uit wat er op straat In Frankrijk gebeurd kunnen we concluderen dat de beweging van de ‘gele hesjes’ ook de ‘sociale periferie’ in de grotere steden heeft bereikt. Het zijn nu ook zaken als: werk, inkomen, zorg, immigratie, betere en voldoende betaalbare woningen, globalisering, sociale tweedeling maar vooral wantrouwen en onzekerheid die de drijfkracht lijken te zijn achter de ‘gele hesjes’. In Frankrijk lijkt de staat de straat niet meer te kennen, althans dat lijkt het gevoel te zijn bij veel ‘gele hesjes’. Grote delen van de bevolking in het ‘perifere Frankrijk’ hebben het gevoel niet meer mee te tellen. Op z’n Brabants: ze hangen aan de achterste mem. Die met de minste melk.

De vraag die mij bezighoudt: hoe zit het in Nederland? In mijn periode als statenlid (1991-2003) heb ik vaak betoogd dat het Generaliteitsland Brabant in de verdeling van rijksgelden vaak ‘aan de achterste mem hing’. En dat is nog zo. Kijk eens hoeveel van de cultuurgelden of investeringen in rijkswegen naar de gebieden buiten de Randstad gaan. Dat is al tientallen jaren in geen verhouding tot de bevolkingsaantallen. De Randstad is al jaren het troetelkindje van de regering. Feitelijk is het Nederland buiten de randstad als perifeer Nederland aan te duiden. Zeker in de meer rurale gebieden zijn veel voorzieningen de afgelopen tientallen jaren verdwenen. Veel politielocaties, veel bankkantoren, veel schooltjes, ziekenhuizen, postkantoren, brievenbussen, bushaltes en nu ook pinautomaten zijn verdwenen. Kijk eens wat de verschillen zijn tussen de gemiddelde aanrijtijden van politie, brandweer en ambulances in perifeer Nederland en de Randstad. Maar ook op het gebied van waterveiligheid zijn er grote verschillen. Alsof het have en goed van de randstedeling meer recht heeft op bescherming dan dat van een inwoner van West-Brabant.

De sociale tweedeling is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met die in België of Frankrijk. Ook qua belastingen zijn er veel paralellen. De burger is in Frankrijk, maar ook in Nederland, verhoudingsgewijs steeds meer gaan betalen en het bedrijfsleven steeds minder. Raar, want ook de bedrijven worden beschermd door de dijken, ook de bedrijven profiteren van goed opgeleide personeelsleden, ook de bedrijven maken gebruik van de voor veel geld aangelegde infrastructuur en van onze wetgeving. Daar betaalden ze vroeger veel meer aan mee dan tegenwoordig. Enkele voorbeelden:
– Het tarief van de winstbelasting/ vennootschapsbelasting was in 1940 30%, nu zijn de tarieven 20 en 25 %, terwijl deze regering voornemens is deze verder te verlagen naar 15 en 20,5 %. Ter vergelijking: in België is op dit moment de hoogste schijf 34,5 %.
– De dividendbelasting was in 2006 nog 25 %, nu 15 % en het voorstel was deze maar helemaal af te schaffen. Ook wordt steeds duidelijker dat met name multinationals meesters zijn geworden in het vermijden van belastingen.
In Frankrijk en in Nederland is er de afgelopen jaren een forse vermindering geweest van de fiscale solidariteit. De tarieven van de grootverdieners daalden en die van de kleine verdieners niet.  In 1970 was het hoogste tarief voor de inkomstenbelasting in Nederland 72 %, nu 51,95 % en deze regering is voornemens dat verder te verlagen naar 49,5 %. Die daling is al fors. Maar wat erger is, het denken over veel verdienen is de afgelopen jaren compleet veranderd. In december 2016 schreef ik het artikel “wat een graaiers” Toen was net de bundel ‘loonfatsoen’ van de hand van Thijs Jansen en Margo Trappenburg verschenen. Die bundel liet de ontwikkeling zien van wat fatsoenlijk verdienen werd geacht. Werd in 1975 in de interim-nota inkomensbeleid van het kabinet Den Uyl voor de rijksoverheid nog een inkomensverschil tussen hoog en laag van 1:5 redelijk geacht. Nu (2016) is het FNV standpunt dat ernaar gestreefd moet worden dat de verschillen tussen hoog en laag niet groter zijn dan 1:20. De werkelijkheid is dat ook bij de door de overheid met veel overheidsgeld overeind gehouden banken de verschillen nog veel groter kunnen zijn. De verschillen zijn soms absurd. Volgens een studie van de Rabobank zijn de inkomens sinds 1977 40 procent achtergebleven bij de groei van het binnenlandsproduct. Dit terwijl de  ‘fat cats’ aan de top  zich schaamteloos steeds hogere betalingen hebben toegeëigend. Dat moet rechtvaardiger! De kleine man had meer mee moeten delen in die welvaartsstijging. Waarom zou de Unilever voorman Paul Polman 287 keer zoveel moeten ontvangen als de gemiddelde Unilever werknemer (bron Volkskrant van zaterdag 8 december 2018)? Feitelijk ging de kleine man vooral door de verschuiving van de belastingdruk van inkomstenbelasting naar accijnzen en naar de BTW verhoudingsgewijs steeds meer betalen.

Veel van onze burgers voelen zich niet gezien of gehoord. Ik vind de symboliek van de ‘gele hesjes’ prachtig. Het gele veiligheidshesje is in het verkeer om ‘gezien’ te worden. Nu willen de ‘gele hesjes’ ook in de publieke ruimte en in het openbare debat gezien worden. En het werkt, je ziet nu mensen in de kranten en op TV die anders nooit in de media zijn. Er is een breed gedragen gevoel van onmacht en onrecht. Er is volgens de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid geen vooruitgangsoptimisme meer. Ik hoor om mij heen van jongeren dat de afschaffing van de studiefinanciering bij hen het gevoel heeft versterkt dat de kleine man de kans wordt ontnomen zich te verheffen. Om met Louis Davids te spreken “als je voor een dubbeltje geboren bent dan bereik je nooit kwartje.” Het liedje van mijn naamgenoot werd opgenomen in de jaren dertig van de vorige eeuw en was passend in die tijd en bij het volksgevoel van toen. Dat was een tijd waarin ik helaas veel parallellen zie met nu. Dalende koopkracht, stijging aantal daklozen, groeiende (inkomens) verschillen, toenemend nationalisme, eigen volk eerst, uitsluiting van groepen mensen, populisme en toenemende bewondering voor de ‘grote leiders’. Uiteindelijk volgde de afgrond.

Politici moeten de ongelijkheid aan pakken, zeker in een tijd dat via de (sociale) media de glitterati van deze wereld, in de woorden van Hillary Clinton, ‘deplorables’ de ogen blijven uitsteken met hun puissante rijkdom met als gevolg dat de Trumps van deze wereld ons ecologisch en sociaal naar de afgrond geleiden. Nu is het nodig dat de politiek nieuwe perspectieven gaat bieden aan degenen die zich nu niet ‘gezien’ voelen. Laat de moedeloosheid van Louis Davids niet overslaan naar deze tijd!   

Louis van der Kallen