GENEN SELECTIE

 


 

GENEN SELECTIE

 

Deze maand werd ik getroffen door het bericht dat het populierenklonenbos Populetum Horsterwold  in ere wordt hersteld. Begin jaren ’80 van de vorige eeuw is in het Horsterwold nabij Zeewolde door het toenmalige rijksinstituut De Dorschkamp, samen met de toenmalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, een Populetum aangeplant. Het doel van het onderzoek was erop gericht om de beste populierenklonen voor de pas drooggelegde IJsselmeerpolders te zoeken: bomen die in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk hout opbrachten en zo snel mogelijk een volwassen bos opleverden. In 2017 zijn de laatste restanten van dit oude Populetum opgeruimd. Nu gaat Staatsbosbeheer samen met Wageningen Environmental Research (WER) een nieuw Populetum aanleggen.

Populierenklonen, geselecteerd uit het veredelingsprogramma van WER en de populierenrassen Koster en Robusta worden geplant in het Populetum. Het gaat onder andere om Canadese populieren en om kruisingen tussen de Amerikaanse populier en de Europese zwarte populier. Staatsbosbeheer richt dit vernieuwde Populetum in om ook voor de toekomst, in het kader van genenbewaring, de beste klonen veilig te stellen. Een prachtig initiatief dat bij mij wel de vraag opriep: waarom alleen voor populieren een dergelijk veredelings- en genenprogramma?

In januari zijn er in Nederland door 2 stevige stormen veel bomen om gewaaid. Met veel schade als gevolg. In ons land staan langs de wegen en in de bebouwde kom veel potentieel gevaarlijke bomen die onze aandacht verdienen. Hierbij moet betrokken worden de verandering die het klimaat in hoog tempo doormaakt. Het aantal en de kracht van stormen, volgens klimaatprognoses, zal toenemen. Nu waren het twee winterstormen, die, ondanks dat de bomen bladerloos waren, enorm veel schade veroorzaakten en bomen velden. Dit soort stormen in de zomer kunnen helemaal desastreus zijn. Lokale buien, zoals in 2016 in Limburg en Oost-Brabant, zullen vaker voor gaan komen.  Ook wervelwinden zullen in Nederland steeds vaker voor gaan komen. Dit alles vereist een andere aanpak en een ander bomenbeheer. Hierdoor zullen bepaalde boomsoorten, die meer risico lopen op stormschaden, in de toekomst niet meer aangeplant worden of een ander beheer vergen waarbij bijvoorbeeld door kandelaberen de boom minder kwetsbaar wordt voor stormschaden. Of er komt een initiatief tot een veredelings- en genenprogramma gericht op het ontwikkelen van meer storm-  en eventueel ziektebestendigheid.

Stormen en ziekten zijn een natuurlijk proces. Die uiteindelijk, mede door genetische selectie, tot een gezonder/stormbestendiger bomenbestand leiden. Helder is dat in een bebouwde omgeving en langs wegen we de gevaren, die deze natuurlijke selectie veroorzaakt, niet kunnen accepteren. Die genenselectie, het kweken van meer ziekte- en stormbestendige boomrassen, zal dus elders moeten gebeuren. Bijvoorbeeld door een, door belanghebbenden, nieuw op te richten veredelingsinstituut.

In mijn eigen omgeving, de Rijtuigweg in Bergen op Zoom, zijn door de 2 stormen nog al wat kastanjebomen omgegaan, waarna de gemeente besloot in de nog aanwezige 120 jaar oude kastanjes fors te gaan kappen. Ik schreef er eerder over. Daar kijk ik nu met een andere blik naar. De bomen die er nu nog fier staan, zijn mogelijk van een bijzondere genetische kwaliteit. Ze hebben de ziekte aanvallen, zoals de kastanjeziekte, overleefd en blijken breder en dieper te wortelen dan hun soortgenoten die in de afgelopen 120 jaar dezelfde stormen en ziekteplagen niet overleefd hebben. Wat mij betreft zijn de genen van die kastanjes een mooie startpopulatie voor een veredelingsprogramma.

Wat zou het mooi zijn als de gemeenten in Nederland (bijvoorbeeld via de VNG), samen met de provincies (IPO) als belanghebbenden bij op termijn minder schaden door omgewaaide bomen, samen met instanties als Staatsbosbeheer en de Universiteit Wageningen de oprichting van een dergelijk bomenveredelingsinstituut op zouden pakken.