DE GROTE STRIJD!

 

    


| 25-11-2020 |

 

Om te bepalen hoe ik dingen ga aanpakken of hoe ik ze moet bekijken, grijp ik graag terug op de boekenkast van mijn moeder en naar wat ik in mijn jeugd (tot mijn zestiende jaar) daaruit opstak aan kennis en inspiratie voor de rest van mijn leven. Eén van de boeken die mij bij is gebleven, is Lente aan de Oder – oorspronkelijke titel Wjesna na Odere – van de schrijver Ėmmanuil Kazakewitsj. Het was een boek van de Arbeiders Pers of van uitgeverij Pegasus.

Het verhaal geeft de innerlijke, morele geschiedenis van het Russische volk dat zich verheft om een indringer van zich af te schudden. Het verhaal heeft veel elementen van ‘Oorlog en Vrede’ van Tolstoi. Het laat de lange weg en ontberingen zien van de vernedering van het eerst oorlogsjaar tot de uiteindelijke overwinning op de nazi’s. En de wens te komen tot een nieuwe tijd en ontwikkeling naar een beter leven. Het is geschreven in de eerste helft van de vijftiger jaren toen veel communisten nog geloofden in de socialistische heilstaat. Karaktervastheid, gemeenschapszin, mentale sterkte en de bindende kracht die moet leiden naar een betere toekomst maakten de weg mogelijk. Het is geschreven vanuit de beleving van een individu in dat grote krachtenveld van de ontwikkeling naar een ‘nieuwe’ samenleving. De oorlog, de veldtocht, de ontberingen waren overwonnen en overleefd.

Natuurlijk gaat een echte vergelijking mank. Tussen de Sovjet Unie (USSR) die in 1939 met Joachim von Ribbentrop een non-agressieverdrag afsloot en daarop vertrouwde, en Bergen op Zoom dat vertrouwde op de politici die ze kozen. Er een wereld van verschil. Toch zijn er gelijkenissen. Het is het geloof in de sprookjesvertellers dat tot de ellende van een invasie en een ramp voor de USSR leidde. De burgers van Bergen op Zoom hebben net als Stalin in 1939 de sprookjes geloofd van de eigen ‘sprookjes’-vertellers.

Ook Bergen op Zoom staat voor een grote lange mars vol met ‘ontberingen’ want de prijs moet onvermijdelijk betaald worden. Hoe je het ook went of keert, de kas is leeg. De burgers van Bergen op Zoom gaan een hoge prijs betalen voor hun naïeve goedgelovigheid in de vertelsels en sprookjes van de partijen die de colleges vormden in de periode 1990-2020. Veel van de ‘prachtige’ plannen bleken droombeelden die uitmondden in nachtmerries.

Wanbeleid, onbetaalbare plannen, verkeerde keuzes van politici, bestuurders en burgers die de sprookjes geloofden hebben de kas geleegd. Het wordt op de blaren zitten. Vele jaren lang. Ook ‘afrekenen’ bij de verkiezingen in 2022 maak de kas niet voller. Samen, politiek, ambtenarij en burgerij zullen we moeten beginnen aan de grote mars. Daarvoor is de wil nodig die mars aan te gaan en af te maken. Karaktervastheid, gemeenschapszin, mentale sterkte en de bindende kracht moet en kan leiden naar een betere toekomst voor ons Bergen op Zoom. Ook Bergen op Zoom kan zich weer verheffen. Maar het zal langer duren dan de vier jaar die het Russische volk nodig had om de nazi’s te verslaan.

Maar we worden wakker en gaan werken aan ‘een lente aan de Zoom’. Doet u mee? Ook als de tocht lang en moeizaam wordt?

 

Louis van der Kallen.


DES BRAVEN SOLDATEN SCHWEIJK

 

    


| 18-11-2020 |

 

 

De gemeenteraad en de samenleving staan voor de enorme opdracht de gemeente Bergen op Zoom op termijn weer een financieel gezonde toekomst te geven. Daarbij moeten keuzes gemaakt worden. De raad is er begonnen met het “resetproces”, waarbij bijna alle fracties meedachten en probeerden tot een gezamenlijk stuk te komen. De uitkomst was het Focusakkoord 2020 – 2022 dat uiteindelijk door tien fracties is ondertekend en door één fractie  – die van de BSD  – is aanvaard als een soort van startpunt om te komen tot een aanpak. Een onderdeel van het Focusakkoord 2020-2022 was de aanstelling van drie wethouders van buiten de gemeente Bergen op Zoom  die samen met de twee uit het oude college afkomstige wethouders op “persoonlijke titel” dit Focusakkoord zouden gaan vertalen in concrete voorstellen, onder meer in een begroting voor 2021 en een meerjarenramingen. Na ruim zeven maanden ligt er een eerste proeve: de 1e Begrotingswijziging 2021. De vraag die de fracties zich nu moeten stellen is:  zien we de opdrachten uit het Focusakkoord nu terug in de 1e Begrotingswijziging 2021?

Van de drie kernprioriteiten ofwel opdrachten:

  • cultuurverandering over de volle breedte;
  • verbeteren kwaliteit organisatiebreed;
  • schuldenlastreductie

zie ik nog buitengewoon weinig terug in de concreet voorgestelde maatregelen.

Maar wat mij bevreemdt, is dat de leden van het college – beoogd te gaan samenwerken op persoonlijke titel –  zich hebben omgevormd tot een ‘zakencollege’ en de manier waarop zij zaken aanpakken hebben omschreven in “tien gouden regels”. Als ik die tien gouden regels beschouw, dan kan ik niet anders dan constateren dat het tien ‘vergulde’ regels zijn waarin het dunne goudlaagje de onderliggende inhoud verhult. De tien regels zijn – naar de woorden van het college –  een vertaling van het Focusakkoord. In mijn beleving een ZAKELIJKE vertaling. Echter, het Focusakkoord is een akkoord tussen tien politieke partijen. Het Focusakkoord bevat tal van nuanceringen, “afzwakkingen” en compromissen. Dat kan ook niet anders als je links en rechts, sociaal en zakelijk, progressief en conservatief, landelijk en lokaal tot elkaar wil brengen! In de tien regels zoek ik tevergeefs naar de nuance. Maar wat nog erger is: het is geen lokaal akkoord. Het houdt op geen enkele wijze rekening met de Bergse of Halsterse (politieke) cultuur of eigenheid.

Ik geef onmiddellijk toe dat de druk om snel te komen met maatregelen in mijn ogen onverantwoord is opgevoerd. Ook dit college is niet gehouden tot het onmogelijke. De voorstellen over het vastgoed – en zeker over de verkoop van het stadhuis aan de Grote Markt  – of de voorstellen over een generieke korting van 20 % op de subsidies gaan volstrekt voorbij aan hoe de samenleving denkt en voelt. Voor mij een totaal gebrek aan politieke sensibiliteit. Een woord dat ik de afgelopen maanden herhaaldelijk in de overleggen heb gebruikt.

Dat wijt ik niet alleen aan het ‘zakencollege’ maar ook aan de manier van samenwerken van college en ambtenaren die vrijwel direct is vormgegeven als “… samenwerken op basis van vertrouwen”! Dus collectief met de leidinggevende ambtenaren. Weg op “PERSOONLIJKE TITEL”. We zien hier een voortzetting van de oude structuren. Weg met de directe mogelijkheden tot cultuurverandering! Men omarmde de oude cultuur met beide armen. Resultaat een “1e Begrotingswijziging 2021” met tien regels die grotendeels verre staan van het met veel moeite tot stand gekomen compromisrijke focusakkoord. In de aanloop naar dit voorstel werd dat al een beetje duidelijk. De SP trok haar handtekening in. Omdat zij steeds minder van het compromisgevoel terugzag. Ook Steunpunt trok zijn handtekening in toen zij van burgerlid veranderde en daarmee mogelijk naar de linkerkant opschoof, of los kwam van hoe het akkoord tot stand was gekomen.

De tien regels zijn – door de ogen van een politicus als ik bekeken –  van een haast absurdistische, heldere hardheid. In de handen en hoofden  van de vele “Brave soldaat Svejk”- (Schwejk) achtige ambtenaren – die ons ambtelijk apparaat rijk is – werd de compromispolitiek zoals het focusakkoord bedoeld is in opdracht als onhaalbaar afgeserveerd.  Menige Bergse ambtenaar heeft de afgelopen jaren geleerd te overleven zoals des braven Soldaten Schwejk. Opdrachten van een semi-‘autoritair’ gezag neem je letterlijk. Je overleeft de absurde situaties van de Bergse krijgsdienst door te doen wat je wordt opgedragen en vermijdt de risico’s van je eigen have, goed en functie door je eigen denken alleen te gebruiken om niet op te vallen bij je superieuren of je snor te drukken en je hang naar de eigen ideeën in de beslotenheid van je eigen functioneren vorm te geven mede door met galgenhumor te overleven. Als Jaroslav Hasek  nu had geleefd en diende in de ambtenarij van Bergen op Zoom zouden er meer dan vier delen te vullen zijn van “een brave ambtenaar Schweijk”       

Louis van der Kallen.


    

HET ZWAARD OF DE BALANS?

 

    


| 31-10-2020 |

 

Gelezen in Harrebomée spreekwoordenboek der Nederlandse taal samengesteld in 1861. Dus een oude wijsheid!

“Wie geen verstand van het eijereten heeft, die zal den baard of de kale kin beslabben.” Dit kan eind 2021 slaan op het college.

Ik ben voor bezuinigen en de doelstellingen van het focusakkoord. Maar het tekort in 2021 naar nul brengen kan in mijn ogen alleen als het Rijk met extra miljoenen voor het ‘sociaal domein’ over de brug komt. Als je als college de opdracht zonder die voorwaarde aanvaardt, weet je niet waar je mee bezig bent. Bezuinigen op personeel kost geld, veel geld. Dat kan niet in één jaar kostenneutraal, als het ‘wonder’ – de nul – zonder hulp van het Rijk en zonder forse belastingverhoging sowieso al haalbaar is. In dat geval zamel ik as in om mij publiekelijk met as te overgieten en een rondje over de Grote Markt te lopen als boetedoening voor mijn kennelijke onwetendheid. Als de eventuele extra hulp van het Rijk in zijn totaliteit niet als overschot op de jaarrekening wordt gepresenteerd en de nul dus niet door bezuinigingen wordt gehaald, verwacht ik het opstappen van alle wethouders! Als het “niet halen” pas wordt geconstateerd ver in 2022 met het formeel vaststellen van de jaarrekening 2021 (boekhoudkundig trucje) en dit college of haar leden al zijn vertrokken, dan verwacht ik dat al mijn collega’s die voor dit ’amendement voor de bühne’ hebben gestemd, net als ik voornemens ben, in het openbaar boete te doen. Geseling hoeft niet. Men zou naar Compostella kunnen wandelen om de zonden te overdenken.

De BSD en ik zijn voor bezuinigen en het tekort naar nul brengen en de schuldenlast verlagen, maar wel met respect voor de rechten van onze ambtenaren. Bergen, Halsteren en Lepelstraat moeten wel hun identiteit en eigenheid kunnen behouden. Dat eist offers en vele jaren strak financieel beleid. Begrotingen moeten wel reëel zijn. Door een louter financieel amendement, zonder aan te geven hoe men tot die bezuinigingen komt, verliest het alle kracht. Het wordt tijd dat de gewaardeerde collega’s in gaan zien dat beleid maken meer is dan (onhaalbare) financiële kaders aangeven. In december komt “het hoe?” nadrukkelijk aan bod. Dan zal blijken hoe moeilijk het is. Om met respect voor de gemaakte afspraken, met het personeel en de vakbonden inhoud te gaan geven aan de nu geformuleerde financiële eisen. Zeker als je wilt dat ook onze gemeente haar noodzakelijke en bij wet gegeven taken voor de samenleving kan blijven voldoen. Dit gaat over echte mensen. Onze burgers en onze ambtenaren.

Hanteren we het zwaard of vinden we de balans?

 

Louis van der Kallen.


    

ROOD, ROOD, ROOD

 

    


| 17-06-2020 |

 

De jaarlijkse bijdrage aan gemeenten via het gemeentefonds bedraagt zo’n € 30 miljard en wordt vanaf 2022 anders verdeeld. Hoe gaat bepaald worden wat Bergen op Zoom daarvan mag verwachten?

Op 2 juni stuurde de verantwoordelijk minister Ollongren het eindrapport met gevolgen van de herijking in het sociaal domein van onderzoeksbureau AEF (Andersson Elffers Felix) naar de Tweede Kamer. Hoewel de uiteindelijke verdeling nog kan veranderen, is al wel een globaal beeld te geven.

Het valt op dat de nieuwe omvang van het sociaal domein als geheel 285 miljoen euro kleiner is. In het gemeentefonds-nieuwe-stijl gaat er in het sociaal domein ruim 800 miljoen euro minder naar de Wmo en 500 miljoen euro meer naar de jeugd. Bij jeugd zijn al langer geluiden over tekorten en bij Wmo hangt de verschuiving volgens de AEF-onderzoekers vooral samen met het subcluster dat in de oude verdeling gerelateerd is aan hulpmiddelen. De omvang van dat cluster wordt fors kleiner.

Als gevolg van de herverdeling zal het bedrag wat gemeenten krijgen fors kunnen verschillen met de uitkering uit het gemeentefonds nu, van +16 tot -27 procent van het budget. Als geheel gaan de kleinste gemeenten (tot 20.000 inwoners) er het hardst op achteruit: – 58 euro per inwoner. Ook de categorie 20.000 tot 50.000 inwoners moet een flinke veer laten: – 33 euro per inwoner. Gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners krijgen te maken met een min van gemiddeld 9 euro per inwoner. Grotere gemeenten hebben de meeste voordelen van de herijking oplopend tot plus 106 euro per inwoner voor gemeenten boven de 250.000 inwoners. Dit zijn gemiddelden en daarmee een grove maat.

Op basis van gemiddelden komt Bergen op Zoom er niet positief uit. Als er niets veranderd wordt per 2022 uitkeringsdeel voor het sociaal domein voor Bergen op Zoom dan met circa 600.000 euro verlaagd en dat terwijl de verliezen op dat onderdeel van de gemeentelijke begroting in 2019 al bijna 9 miljoen waren. De rode kleur van het rood staan van de gemeente Bergen op Zoom wordt steeds dieper. De tekorten in het sociaal domein wegen bij veel gemeenten zwaar en dragen er aan bij dat meer dan tweehonderd gemeenten in het rood staan.

De resultaten van het onderzoek naar de effecten in de andere gemeentelijke domeinen worden na de zomer verwacht. De tussenrapportage over de andere gemeentelijke domeinen geeft aan dat het (nieuwe) model onvoldoende toekomstbestendig is en dat er sprake is van nog te veel onlogische en onverklaarbare uitkomsten en niet uitlegbare herverdeeleffecten.

In de begeleidende Kamerbrief geeft de minister aan dat het haar voorkeur heeft het gemeentefonds in de volle breedte te herijken en de uitgavenclusters in hun onderlinge samenhang te bekijken. Daarna zal ze de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Raad voor het Openbaar Bestuur om advies vragen. Voor het einde van dit jaar wil ze de Tweede Kamer een definitief voorstel voor de nieuwe verdeling van het gemeentefonds voorleggen.

Nu lijkt het erop dat bij grotere gemeenten de kassa bij de herijking van het gemeentefonds harder gaat rinkelen en Bergen op Zoom aan de achterste mem komt te hangen. Werk aan de winkel voor het nieuwe college (richting VNG) en de landelijke politieke partijen (richting Tweede Kamer) of is het een extra argument voor een gemeentelijke herindeling?

https://kijkopbergenopzoom.nl/opinie-rood-rood-rood/

 

Louis van der Kallen.


    

NU DE UITVOERING

 

    


| 10-06-2020 |

 

Het focusakkoord is afgelopen week in de Raad besproken. 10 fracties tekenden er voor. Lijst Linssen (LL) niet! De raadsleden van LL kwamen bij die vergadering ook niet opdagen. De BSD tekende niet maar steunt in grote lijnen wel wat er in het focusakkoord staat. Wat de BSD mist, en het daarom niet tekende is het; hoe de 10 fracties denken al die ‘mooie’ voornemens te realiseren.

Bergen op Zoom gaat met dit gedepolitiseerde college, zonder formele politieke binding en met 3 wethouders op basis van ‘deskundigheid’ en daarmee in theorie een meer onafhankelijk, een nieuwe fase in. Deze zogenoemde ‘reset’ zou voor Bergen op Zoom een stap zijn om aan de politieke wanorde een eind te maken. Bestuur op basis van ‘deskundigheid’. Ik vraag mij dan af hoe zouden de andere (blijvende) wethouders zich voelen? Dat zijn nog ‘politieke’ wethouders! Niet gekozen op deskundigheid.

Wat is de ideale situatie? Wie heeft het antwoord?

Plato heeft zich zijn hele leven bezig gehouden met hoe een ideale staat eruit zou moeten zien. De ideale staat van Plato is verdeeld in drie standen. De laagste stand bestaat uit de boeren. De taak van deze laagste stand zou moeten zijn het zorgen voor de voedselvoorziening. De tweede stand bestond, in zijn denken, uit soldaten (of wachters). De soldaten moesten zorgen voor de verdediging van de staat. De eerste stand bestond uit een verstandig bestuur. Volgens Plato, moeten dit filosofen zijn die de vormen (of ideeën) hebben aanschouwd. Volgens Plato hebben goede bestuurders geen privé bezit en geen gezin en zijn zij vooral wijs. De bovenste twee klassen (de soldaten en de bestuurders) moeten in absolute soberheid en in gemeenschappelijkheid leven. Deze regels zorgden, in het denken van Plato, ervoor dat er geen wanorde ontstaat. Zijn uitgangspunt was ook dat de meeste kunstenaars uit de stad weggestuurd moesten worden. Kunst zou, volgens Plato, kunnen zorgen voor wanorde in de staat omdat kunst wordt voortgebracht uit het begerende deel van de ziel. Kunst is, in Plato’s denken erotisch, gewelddadig of beiden en zou zo kunnen leiden tot wanorde.

Kunt u het zich indenken: politici die in absolute soberheid leven. Onze vijf wethouders gaan genieten van een redelijk dik salaris. Drie hebben geen privé bezit in Bergen op Zoom, maar zou Plato dat bedoeld hebben? Hoe mooi is de gedachte aan een verstandig bestuur? Hoe weinig realistisch ook? De komende periode moet niet alleen gaan over bezuinigen maar ook over een toekomstvisie waarin de bezuinigingen passen. Wat te denken van Plato’s opvattingen over kunstenaars? Ik ben bang dat in de praktijk dat element van Plato’s denken wel wordt overgenomen. Sommige raadsleden willen stevig gaan bezuinigen op kunst en cultuur. Zeker nu de provincie dat ook gaat doen. Wat blijft er dan van de Bergse identiteit over?

Plato geloofde in het lerend vermogen van de mens. De vraag is dan: hoeveel mens zit er in de ziel van een raadslid of wethouder? Helaas is Plato er niet meer om over deze vraag nog eens in discussie te gaan. Zijn er Bergse ‘Plato’s’ die met mij de discussie aan willen gaan over de ideale Bergse ‘staat’ van uw gemeentebestuur? Stuur mij een mail ([email protected]) en we spreken af.

https://kijkopbergenopzoom.nl/opinie-nu-de-uitvoering/

 

Louis van der Kallen.


    

POEN

 

    


| 20-05-2020 |

 

Poen, poen, poen, poen was een liedje van Wim Sonneveld.

Het refrein heb ik de laatste jaren wel eens gezongen in een filmpje om de politiek in Bergen op Zoom wat meer ‘poen’ bewust te laten worden bij het maken van haar keuzes

Geld maken lijkt nog nooit zo makkelijk te zijn geweest. De ECB is er een ster in. Er komt zelfs geen drukpers meer aan te pas. Nu lijkt het Duitse Constitutionele Hof een steen in die vijver gegooid te hebben. Die Duitsers hebben geleerd van hun geschiedenis en hebben een grondwet waaraan dat Hof zaken mogen toetsen. Na de eerste wereldoorlog gingen de Duitse geldpersen op enig moment draaien en werden Duitse bankbiljetten minder waard dan het toiletpapier waarmee de Fransen hun kont afveegden. Met een schoenendoos vol bankbiljetten naar de bakker voor een halfje brood. De Duitsers hebben een financiële waakhond die Europa node mist.

Bergen op Zoom had ook een soort van geldpers. Ze leenden gewoon bij de bank. Als overheid kan dat makkelijk, je kan als gemeente niet echt failliet. De financiële waakhond die er formeel wel is, de provincie, was niet meer dan een erfhond aan de ketting die met een enkele beloofde kluif (toegezegde bezuinigingen) al gauw tevreden was. Ook een raadslid als ik was niet meer dan een irritant keffertje. Zolang de jarenlange college partijen (GBWP, VVD) zo nu een dan wat andere konden verleiden met wat afgekloven kluifjes. Lieten ze zien ‘wat je allemaal met poen ken doen’. Ze kochten het geluk en de stemmen van hun kiezers met geleend geld. Nu het ‘feest’ over is krijgen niet de foute beslissingen de schuld, zoals de plannen van de Bergse Haven, maar de nu oplopende te korten van het sociaal domein. Zo mochten we in Het BN lezen. De laatste druppels doen immers de emmer overlopen. De liters die er al inzaten van verspild geld en mooie onbetaalbare beloften om kiezers te paaien willen ze zo snel mogelijk vergeten.

Zoals Europa nog niet af is van het Duitse Constitutionele Hof is Bergen op Zoom nog niet af van zijn oplopende schulden noch van een politieke en ambtelijke cultuur van kop in het zand.

De formateur van het nieuwe college vindt het bizar dat de stad zo fors moet bezuinigen ‘voor iets dat je niet zelf hebt veroorzaakt’, aldus BN. De smeltende boter op het hoofd verhinderd nog steeds een goede werking van de grijze cellen denk ik dan. Wat ik bizar vind is dat aan “de vrijheid om zelf keuzes te maken” nog zo gehecht wordt, terwijl toch duidelijk is dat GBWP/VVD colleges heel slecht zijn gebleken in het maken van de eigen keuzes. Nu nog geen artikel 12 willen met extra geld van het Rijk! Zij zijn de Labarlot!

https://kijkopbergenopzoom.nl/column-poen/

 

Louis van der Kallen.


    

DE LABARLOT?

 

    


| 09-05-2020 |

 

Een column gaat over een boodschap verpakt in ‘taal’. Nu is de taal voor een man van 71 iets anders dan voor de ‘moderne’ mens. Ik ben opgegroeid in Rotterdam in een tijd dat vaderlandse geschiedenis nog belangrijk was en een vleugje nationalisme mocht. Ik wou altijd de eerste zijn en ging op school altijd voor de beloningsknikker voor het eerste goede antwoord. Ik was nooit de Labarlot! Degene die altijd te laat was. De spreekwijze was vermoedelijk naar de Spaanse bevelhebber Claude La Barlotte die altijd ‘te laat’ was omdat prins Maurits hem meestal te vlug af was. In Berrege is deze uitdrukking vermoedelijk onbekend.

De vraag is nu, met de totstandkoming van het nieuwe college, zijn we te laat? In een stad met een biertraditie en kelders is vermoedelijk “het is al te laat, het vat te verkuipen, als het bier in de kelder zwemt” een eerder gebruikt spreekwoord. Hoewel ik het hier nog nooit gehoord heb.

Sommige van mijn collega’s wekken de indruk dat nu zelfs een artikel 12 achtige procedure tot de mogelijkheden behoort. Ik zelf vermoed dat we daarvoor mogelijk te laat zijn. Toen ik voor het eerst in 2009 sprak over artikel 12 waren er maar enkele gemeenten die daar op een beroep deden. Nu is een gemeente in grote financiële nood geen uitzondering meer. In de laatste twee weken zijn aan de financiële nood van gemeenten nogal wat artikelen gewijd. De NRC schat dat 90 gemeenten (25%), waaronder Bergen op Zoom, een ernstig risico lopen insolvabel te worden. Volgens de Volkskrant gaat driekwart van de gemeenten bezuinigen omdat de tekorten hen daartoe dwingen.

Bergen op Zoom heeft in het verleden menige kans gemist om extra geld binnen te harken. Meestal omdat ze ‘zuinig’ was. Geen gebruik maken van subsidies omdat er eigen geld bij moest was het adagium. Bijvoorbeeld voor het saneren van riooloverstorten of de aanleg van riolering in het buitengebied. Later moesten de maatregelen alsnog genomen worden maar dan zonder de 50 % of 75 % subsidie. We waren de Labarlot. Of in plat Nederlands: we waren te laat. Daarom zijn onze riooltarieven zo hoog.

Als je met enkelen in problemen bent is het aantal aanwezige reddingsboeien (geld) van de rijks of provinciale overheid voldoende. Als er velen een financieel probleem hebben wordt de spoeling al snel te dun om nog echt te helpen.

Ik hoop dat de leden van het nieuwe college Bergen op Zoom aan zijn haren het moeras uit kunnen trekken. Geloof ik er in? Niet echt. Maar ik geef ze bij gebrek aan een echt alternatief graag de kans. Als raadslid zal ik ze volgen waarbij ik hoop dat het college en de collega-raadsleden niet alleen hun heil zoeken in bezuinigen. Bergen op Zoom, Halsteren en Lepelstraat moeten wel zichzelf kunnen blijven. Bergen moet meer zijn dan een ‘woonstad’. De cultuur, geschiedenis en het karakter van de kernen verdienen met liefde behandeld en behouden te blijven. Het gaat om meer dan geld! Anderzijds besef ik heel goed dat zelfs de beste dierenartsen een dood paard niet kunnen doen herrijzen. Laat ons Berrege niet de Labarlot zijn.

https://kijkopbergenopzoom.nl/column-de-labarlot/

 

Louis van der Kallen.


    

WAT IS ER AAN DE HAND?

 

    


| 18-04-2020 |

 

Wat is er aan de hand? Waarom doe je niet meer mee? Dit zijn vragen die mij de afgelopen dagen veel gesteld zijn. Het antwoord is gecompliceerd. Waarom iemand iets doet of niet doet zit vaak in zijn persoonlijkheid en wat hij in zijn leven heeft mee gemaakt. Een breukpunt in mijn politieke leven was 23 januari 2020. Het Schelpdebat. Ik schreef daarover op 25 januari het artikel “niets is meer het zelfde” wat te lezen is op mijn persoonlijke website. De kern was; de Bergse politiek en het college waren voor mij moreel finaal door het ijs gezakt. Bijna heel mijn werkzame leven heb ik gewerkt met gevaarlijke stoffen. Explosieve, brandbare, giftige of carcinogene stoffen. Veiligheidsvoorschriften waren heilig! Bewust de veiligheidsvoorschriften omzeilen of negeren was volstrekt onaanvaardbaar! Uit het ‘Schelpdossier’ bleek dat met de veiligheidsvoorschriften jaren lang de kont was afgeveegd. Allemaal vanwege het geld! In het debat bleek de totale onkunde of onwil om dat negeren serieus te nemen. Bagatelliseren was het politieke adagium van het college en de collegepartijen. De schuldvraag werd ook niet alleen onder het tapijt geschoven maar ook afgeschoven. Mijn vertrouwen in mijn collega’s verdween.

In het resetproces blijkt, naar mijn gevoelen, dat politieke/morele onbetrouwbaarheid endemisch is. Terwijl als er werkelijk de wil is tot samenwerken en van de beste man of vrouw op de juiste plaats, er geen spelletjes gespeeld zouden moeten worden. Als het resetproces werkelijk op basis van gelijkheid van de fracties gebaseerd zou zijn dan kom je niet met een stemprocedure waarbij de stemmen van 2 partijen bepalend zou kunnen zijn. Als je werkelijk voor de beste kandidaten zou gaan stem je niet op een persoon die voor een groot deel er de oorzaak van is dat veel goede en assertieve ambtenaren de afgelopen 25 jaar vertrokken zijn. Als je werkelijk de ambtelijke, bestuurlijke en politieke cultuur wilt veranderen dan ga je buiten kwaliteit ook voor draagvlak. Denkt men werkelijk dat draagvlak verkregen wordt door mensen voor te dragen die langdurig als wethouder of ambtenaar betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de ontstane financiële puinhoop en de ontwikkeling van een ambtelijke cultuur waarin het negeren van onveilige situaties ‘acceptabel’ is gebleken. Draagvlak moet nu verdient worden. Voor een grote politieke partij die tientallen jaren deel heeft uitgemaakt van colleges is draagvlak min of meer vanzelfsprekend. Ze kennen hun vertegenwoordiger(s). Voor een klein partijtje, niet betrokken bij de collegevorming, is draagvlak op iets heel anders gebaseerd. Vertrouwen! In een programma? Soms. Maar meestal op een enkel persoon in een college. Die als een herkenbaar baken wordt beschouwd. Omdat men die persoon als integer beschouwd of weet dat die persoon een dossier beheerst en een persoonlijkheid heeft die is gericht op samenwerking en het benutten van alle denkkracht die in de totale raad en ambtelijk apparaat zit. Vertrouwen is er zelden in de grote ego’s die denken het allemaal zelf te weten. Die notoir geringschattend doen over de inbreng van anderen. Als we werkelijk tot een college willen komen dat draagvlak heeft doe je dat niet met een stemprocedure die feitelijk de beslissingsmacht legt bij de grootste partijen. Het gaat uiteindelijk om een balans. Niet van politieke kleuren maar van menselijk kwaliteiten. Mijn vertrouwen, is na 23 januari niet hersteld. Dat zit deels in mij en deels in hoe anderen denken te moeten handelen. De Bergse politiek is kapot!

https://kijkopbergenopzoom.nl/column-wat-is-er-aan-de-hand/

 

Louis van der Kallen.


    

QUO VADIS?

 

    


| 13-04-2020 |

 

In april 2018 schreef ik eerder een stukje met deze titel met daarin de vraag: Gaan we de richting uit van een slaapstad? Voor mij is dat nu geen vraag meer. Dat zijn we snel aan het worden. Hoewel we in moderne bestuurderstaal dat tegenwoordig een ‘woonstad’ noemen. In het proces wat we nu met de reset mogelijk ingaan is dat ons (onvermijdelijke) lot. De industriestad Bergen op Zoom is aan het verdwijnen in de nevelen van de tijd. Het gevolg van het keer op keer uitstellen van een ontwikkeling van de Auvergnepolder. Zelfs als we nu wel nieuwe industrieterreinen zouden willen kan het niet meer. We hebben het geld niet om dit soort investeringen te doen. De daaraan verbonden risico’s zijn simpelweg te groot. Tegelijkertijd zullen we tal van stedelijke functies zoals; werkgelegenheid, koopcentrum, ziekenhuis, schouwburg, sportaccommodaties steeds meer gaan verliezen.

Hoe langer ik er over nadenkt hoe somberder ik ben geworden over de toekomst van Bergen op Zoom als zelfstandige gemeente. De ontwikkeling naar ‘woonstad’ maak ons straks feitelijk een voorstad/woonwijk van de (stad) Roosendaal.

Zelf denk ik echt dat de lokale politiek het inmiddels stuurloze schip niet meer, zonder hulp van buiten, op koers kan brengen. De problemen zijn te groot en te lang door een raadsmeerderheid onvoldoende onderkend. Zelfs met hulp van buiten is een totale reset in een bestek van zeker zes jaar een immense opgave. Waarbij financieel gezond worden minimaal 15 jaar gaat duren.

Het probleem is ook dat door de aankomende recessie er een impuls zal zijn tot bestuurlijke schaalvergroting. Waarbij de armlastige gemeente Bergen op Zoom het muurbloempje zal zijn die niemand wil. De provincie Noord-Brabant heeft als financiële toezichthouder langs alle kanten gefaald. Zij is al vele jaren te ‘lief’ voor de gemeente Bergen op Zoom en haar bestuurders. De provincie Noord-Brabant heeft alleen oog gehad voor de B5 gemeenten. Bergen op Zoom was te ver weg en lag duidelijk aan de achterste mem. De gemeente Bergen op Zoom heeft wat mij betreft behoefte aan protestante (Zeeuwse) financiële zuinigheid en doortastendheid.

Als kind van een koorzanger in de Sint Jan in Den Bosch (diep katholiek) en een zonneschooljuffrouw uit Overflakkee (diep gereformeerd) ken ik het verschil. Genieten van het nu of zorgen voor de toekomst? Is nu de vraag niet meer. Nu komt het aan op werken voor de toekomst. Een Brabantse toekomst gecombineerd met een grootschalige opschaling en of een overgang naar de provincie Zeeland? Zodat dit Brabantse ‘stadje’ blijvend kennis maakt met Zeeuwse nuchterheid als het gaat over haar eigen mogelijkheden.

Is deze dagdroom een vlucht uit de financiële nachtmerrie? Mogelijk! Het Zeeuwse Vlissingen zit in een artikel 12 achtige situatie en doe dat niet slecht. Zij zijn nuchter tot de conclusie gekomen we kunnen niet anders, als we ons zelf willen blijven. Nu wij nog. Misschien moet de raad eens gaan praten met de raad van Vlissingen. Daar kunnen ze veel van leren. Anders is de kans dat we een ‘Delfzijl aan de Schelde’ worden groot. Ga daar aan de Dollard maar eens kijken. Is dat ons voorland?

https://kijkopbergenopzoom.nl/column-quo-vadis/

 

Louis van der Kallen.


    

VERTWIJFELING

 

    


| 27-02-2020 |

 

Quo vadis? Waarheen gaan we als gemeente? In vertwijfeling zoeken de 12 fracties in de gemeenteraad een weg uit de bestuurscrisis die volgens de huidige collegeleden en collegepartijen geen crisis is. Het gemeentebestuur staat voor de opdracht een route te vinden naar een hernieuwde voorspoed. Met een grote schuld is dat een haast onmogelijke opgave.

In 2008 was het aanvragen van een artikel 12 status (gemeentelijke schuldsanering) een relatief eenvoudige procedure geweest. Maar toen was ik een roepende in de financiële woestijn. Als de collega’s van toen ‘ja’ hadden gezegd, hadden we vermoedelijk in de ruim tien jaar die nadien versteken zijn circa 50 à 60 miljoen euro meer uit het gemeentefonds getrokken en de burgers hadden circa 10 à 13 miljoen meer aan OZB moeten opbrengen. Toen was het adagium van de andere partijen: “we willen de belastingen niet verhogen.” Maar de tijd heelt niet altijd alle wonden. In de gemeentelijke praktijk zijn met al dat uitstellen de wonden alleen maar meer gaan stinken.

Nu de route uit de financiële ellende vinden kan haast niet zonder echt grote ingrepen. Dat zijn partijen ook ‘echt’ van plan. Ze noemen het een takendiscussie. Op basis van de cijfers van ‘waar staat je gemeente‘ denken ze de heilige graal gevonden te hebben. Maar het zijn in de praktijk appels met peren vergelijkingen. Benchmarken klinkt mooi maar gemeenten verschillen in de politieke, bestuurlijke, ambtelijke of financiële praktijk enorm. De boekhoudsystemen kunnen grote verschillen vertonen wat bij de één als ‘overhead’ geldt zit bij de ander in de uurtarieven. Wat bij de één in ‘vastgoed’ zit geldt bij de andere als cultuur. Wil je echt onderling goed kunnen vergelijken, moet je beginnen systemen onderling op elkaar af te stemmen. Dat duurt soms jaren en vergt politieke wil. Nu ben ik bang dat bezuinigd gaat worden op geldvergelijkingen die deels nergens op slaan en vergeten wordt waartoe gemeenten op aarde zijn. Laat staan dat gekeken wordt naar wat wil de bevolking. En geloof mij, Roosendaal is geen Berrege.
Er moet wat gebeuren. Ik geef al een paar jaar burgers die aangewezen zijn op WMO voorzieningen het advies verhuis naar Steenbergen. Want die hebben nauwelijks schuld en kunnen kiezen voor menselijke oplossingen voor uw WMO-probleem. Feitelijk een krankzinnige oplossing en voor een Bergs raadslid pijnlijk. Maar wel een advies ingegeven door vertwijfeling en het belang van de burger met een behoefte.

Is er dan geen oplossing? Wat mij betreft zijn er nog twee routes naar een oplossing maar die doe allebei veel pijn. De eerste oplossing: een fusie tussen de gemeenten Roosendaal, Steenbergen Woensdrecht en Bergen op Zoom. Voor een Krab haast ondenkbaar. Of: alsnog artikel 12 aanvragen met als uiterste consequentie meer geld van het Rijk om in circa 15 jaar de schuld fors af te bouwen en een forse OZB verhoging want voor niets gaat de zon op. Misschien wel circa 20% erbij. Een gruwel! Maar wat willen we? De voortgaande verpaupering of onze jeugd en gemeente weer een toekomst geven.

https://kijkopbergenopzoom.nl/column-vertwijfeling/

 

Louis van der Kallen.