BIJZIENDHEID

 

    


| 18-05-2021 |

 

Als de lezer op basis van de titel van dit stukje denkt dat ik het college of de politiek ‘bijziendheid’ verwijt heeft de lezer het mis. Ik wil het hebben over echte bijziendheid. Het feit dat steeds meer kinderen aan de bril gaan. Niet de bril op de WC maar die op de neus. In China constateerde onderzoekers dat kinderen in de stad en kinderen van gestudeerde ouders veel eerder oogproblemen hadden dan kinderen op het platteland. De bleekneusjes in de stad kwamen minder buiten en lazen meer. De Chinese oplossing: een stang op armafstand op hun lessenaartjes op school! En verplichte buiten speeltijd!

De Chinese constatering over het verschil tussen de stadse kindjes en die van hooggeleerde ouders geldt ook voor Nederland. Alleen onze oplossing is een bril met volgens orthoptisten het nu voorziene gevolg dat op latere leeftijd de schade zo groot kan zijn dat mensen feitelijk blind worden of niet meer kunnen lezen. De glazen worden op steeds jongere leeftijd dikker en dikker.

Buiten de Chinese benadering van de boekjes op armlengte afstand is vooral buitenlucht en daglicht vermoedelijk de beste aanpak. Zeker in een tijdperk van corona, televisie en de IPad is de promotie van buitenspelen de beste aanpak. Volgens orthoptisten van het Erasmus MC lijkt het erop dat het netvlies daglicht nodig heeft voor normale groei.

Het wordt tijd dat de overheden kinderen bewust gaan stimuleren buiten te zijn. Dat kan door de openbare ruimte voor kinderen aantrekkelijk en uitdagend te maken. Maar ook scholen zodanig in te gaan richten dat er meer daglicht kan binnentreden en normen op te stellen waardoor ook het kunstlicht meer op daglicht gaat lijken. Maar er kan meer. Ik heb al eens gepleit voor de ontwikkeling van ‘buitenlokalen’. Daarvoor is er een provinciale subsidie beschikbaar om bijvoorbeeld een schoolplein in te richten als buitenlokaal. Met speelvoorzieningen die bruikbaar zijn in lesprogramma’s. Bijvoorbeeld voor de gymles, of lessen over water, of rekenonderwijs via spelletjes; laat ze trots worden op onze monumenten en geschiedenis door een wandeling ( “buitenles” ) door de stad en de tuinen en binnenplaatsen van het Markiezenhof.

Ook minibossen kunnen niet alleen een prettige plek voor vlinders, vogels, bijen en kleine zoogdieren zijn, maar ook een gezonde verblijfplaats voor mensen. Kinderen leren in een dergelijk ‘buitenlokaal’ over de Nederlandse natuur. Wat zou het mooi zijn als we onze bleekneusjes zo nu en dan tegen zouden komen in een park, groenvoorziening of onze bossen met hun juffen en meesters. Misschien leren ze dan ook met meer respect om te gaan met de natuur. Kijk voor suggesties eens op de website https://belevenisonderwijs.nl/

Gemeente, ga voor de ‘buitenlokalen’ en voor een gezonde ontwikkeling van de ogen van onze kinderen. Stop de eigen ‘bijziendheid’. Gemeentelijk beleid is meer dan de kerntaken en hoeft niet veel te kosten. Het is een andere manier van kijken!

 

Louis van der Kallen.