EEN JALOERSE LUDDIET

 

    


| 12-11-2020 |

 

Ik ben jaloers op een oud raadslid van Oudenbosch, en wel op J.J. van Steen. Die kreeg in 1895 nog een met vulpen geschreven agenda/brief van zijn Burgemeester J.J.B. de Klijn ter oproeping tot eene vergadering der gemeenteraad ten stadhuize. Dat zou ik nu ook wel willen!!

Tegenwoordig krijgt een raadslid/fractievoorzitter een mail met een link om digitaal in te loggen, die niet altijd naar genoegen werkt. Vier november heb ik meer dan een half uur geprobeerd de digitale vergadering van de fractievoorzitters bij te wonen. De link werkte wel maar verder dan de mededeling ‘u wordt zo dadelijk toegelaten’ kwam ik niet. Niemand liet mij toe. Als digibeet vraag ik mij vaak af: kan het niet simpeler? Waarom vergader ik bij de gemeente de ene keer via Zoom, dan via Teams en dan via Pexip?

Buiten het feit dat ik niks heb met digitale vergaderingen vind ik dit frustrerend. En eigenlijk ook niet kunnen. Soms beslis ik zelf om niet deel te nemen. Maar soms – zoals in bovenstaand voorbeeld – sluit het systeem mij uit. Dit werkt dus niet. Een raadslid is door de bevolking ingehuurd om niet alleen besluiten mede te nemen maar ook om aan het debat deel te nemen en daarmee de meningen en besluiten proberen te beïnvloeden.

Ook nu gebeurt het weleens dat het systeem niet optimaal werkt en een raadslid of burgerlid even wegvalt en opnieuw moet inloggen. De voorzitter is dan bijna altijd in staat de vergadering zo te leiden dat het raadslid toch nog zijn of haar ‘woordje’ kan doen.

Mocht ik ooit – door niet in te kunnen loggen – een besluitvormende vergadering van de raad missen, zou ik dat een schending vinden van mijn door de kiezer en de wet gegeven bevoegdheden en mandaat. Ik ben dan immers feitelijk belemmerd in mijn rechten en plichten als raadslid. Ook al is dat niet opzettelijk, dan nog zou ik overwegen de besluiten genomen in die vergadering ter vernietiging aan de Kroon aan te bieden en wel wegens belemmering (kneveling) van een raadslid.

Ik ben nu 34 jaar raadslid en heb nog nooit meegemaakt dat ik belemmerd ben in het bijwonen van een vergadering. Ik heb wel eens voor een gesloten deur gestaan en ben toen via een raam van het toenmalige ‘praathuis’ toch doorgedrongen in het stadhuis. Toen bleek dat de vergadering afgelast was en ik een brief die dat vermeldde had gemist. Met een onwillige computer of computer programma is het slechter eieren eten. Toch wel iets om goed over na te denken. Want ik zou het er niet bij laten zitten. Een stemming verliezen is democratie maar buitengesloten worden door een computersysteem is de ‘dictatuur’ van een machine. En als recht geaarde Luddiet kan ik dat nooit accepteren.

 

Louis van der Kallen.


    

EENZAAM 4

 

    


| 12-11-2020 |

 

Mensen die zich genegeerd of niet gewaardeerd voelen door hun partner, familie, vrienden, buren, medeburgers, werkgever(s), gemeenschap, politici en overheid ervaren dat als (vormen van) eenzaamheid. Ook het gevoel economisch buitengesloten te zijn, leidt tot gevoelens van eenzaamheid. Economen als Martin Sandbu stellen dat de keuze voor Trump in 2016 of het stemmen voor de Brexit in het VK of de opkomst van de Gele Hesjes in Frankrijk de politieke gevolgen zijn van het gevoel economisch en politiek buitengesloten te zijn. Onzeker werk, lage lonen, globalisering, automatisering, technologisering, deregulering, verstedelijking, vervreemding, en kleine baantjes en daarmee een groeiende ongelijkheid versterken het gevoel van uitsluiting en van eenzaamheid. Kortom: een steeds onzekerder toekomst, terwijl anderen wel lijken gehoord te worden en vooruitgang ten deel te vallen.

Door de versoberingen in de sociale zekerheid en de veranderingen in (lokale) sociale structuren zoals verenigingen – dit mede door de corona maatregelen – worden die gevoelens versterkt. De machtsverschuiving van vakbonden en kleine bedrijven naar de eigenaren van grote (tech-)bedrijven spelen daarbij ook een rol. Het gevoel ‘we doen er niet meer toe’ neemt dan de overhand en wordt dan omgezet in vormen van protest, zoals kiezen voor Trump, Brexit en protest tegen de ‘gevestigde’ orde. En zo treedt de eenzame, de uitgestotene toe tot nieuwe vormen van verbondenheid. Zich één voelen in die nieuwe groep van eensgezinden. Zoals dat vroeger ervaren werd met collega’s en in de vakbond en nu weer in stromingen die ergens tegen protesteren.

Het collegiale verbond is verbroken, soms door technologische vernieuwingen maar vaker door het flexibiliseren van de arbeid door inhuur en het “ver-ZZP-en” van de werkgelegenheid. Steeds andere collega’s waarmee je niet meer samenwerkt maar waarmee je in concurrentie bent gekomen. Wie wordt morgen, volgende week of volgende maand voor de volgende klus ingehuurd?

Steeds meer mensen zijn beroofd van hun verworvenheden. Machteloos, monddood en langzaam maar zeker, stukje bij beetje onzichtbaar geworden voor de beslissers.

En dan sluipt de reactie erin: we vechten terug. Maar tegen wie of wat? De EU? De gevestigde orde van de (oude) politieke partijen? De regering? Tegen vaccinatie? Tegen 5G? Tegen de politie? Tegen de uitvoerders van die verdomde coronamaatregelen? Hoe? Ontkennen we de (oorzaken van) klimaatveranderingen? Geven we ons over aan complottheorieën? Gaan we protesteren? Slaan we net als de vroegere Luddieten de machines in puin? Stichten we brand in antennemasten? Gaan we ons organiseren in nieuwe vakbonden? Bedreigen we de ‘boosdoeners’? Of ‘leven’ we ons anoniem uit op de sociale media waar we totaal min of meer straffeloos los kunnen gaan? Voor mij zijn het tal van uitingen van eenzaamheid, van een schreeuw om gerechtvaardigde aandacht. IK BEN ER OOK NOG!

Zijn de Trump’en of Johnsons van deze wereld de oplossing? Ik denk het niet. De moraliteit moet terug in de politiek en in het economisch systeem. Het neoliberale systeem is totaal uit de bocht gevlogen. De ‘rijkdomen’ van deze wereld moeten rechtvaardiger worden verdeeld. En dat is niet alleen werk en geld. Maar ook en vooral stappen die helder maken U DOET WEL MEE. U WORDT GEZIEN! Waar zijn de leiders waarvan we zien, voelen, weten: die staat ergens voor? Die maakt deel uit van een zuil, een club waartoe ik wil behoren. De mens, ieder mens wil gewaardeerd en begrepen worden en ieder mens wil werk verrichten waar hij/zij een belangrijke bijdrage aan kan en wil leveren. Hij of zij wil weer weten: IK DOE ER TOE.

 

Louis van der Kallen.


    

EENZAAM 3: “DE POLITIEK”

 

    


| 11-11-2020 |

 

In het boek “de eenzame eeuw” gaat Noreena Hertz in op de rol van de politiek en samenleving op de toename van eenzaamheidsgevoelens. Zij definieert het in haar boek als volgt: “eenzaamheid als een interne toestand, maar ook als een existentiële situatie – in persoonlijk, maatschappelijk, economisch en politiek opzicht.” Dit betekent feitelijk dat veel eenzamen geen steun meer ervaren in een sociale context en zich buitengesloten voelen in politiek en economische opzicht.

Eenzaamheid op die wijze bezien is versterkt door tal van door de politiek vormgegeven veranderingen zoals verstedelijking, individualisering, privatisering, marktwerking, opschaling, globalisering en een toenemende ongelijkheid van inkomen, vermogen en kansen. De politiek is feitelijk steeds meer burgers gaan uitsluiten. Naar mijn beleving is dat sluipenderwijs ontstaan. Zo kijk ik nu tegen het afschaffen van de stemplicht heel anders aan dan toen ik pas mocht stemmen. Nu realiseer ik mij dat met het afschaffen van de stemplicht verhoudingsgewijs veel burgers aan de ‘onderkant’ van de samenleving zijn vervreemd van het steeds elitairder geworden politieke systeem. Een groot deel van het ‘klootjesvolk’ is effectief uitgeschakeld. Stemmen werd in mijn jeugd gezien als een burgerplicht. Feitelijk is er een keuzedrempel gecreëerd: ga ik wel of niet stemmen? Dit heeft er toe geleid dat een deel van het volk – de niet-stemmers – niet meer vertegenwoordigd is en dat vaak ook zo voelt. Dat is slim verkocht als democratisch. Op dezelfde manier is het risico van een volksleger geëlimineerd door de dienstplicht af te schaffen. Zo is ook het leger elitair geworden.

De prijs die nu betaald wordt, is dat tal van maatschappelijke verworvenheden verloren gaan en vele zich buitengesloten, machteloos, ondergewaardeerd, onbegrepen, monddood en onzichtbaar voelen. ONZICHTBAARHEID is naar mijn gevoel het woord dat het beste een ervaren eenzaamheid omschrijft.

Eenzamen zijn onzichtbaar geworden. De politiek merkt ze niet meer op, tenzij ze zich zichtbaar maken in demonstraties zoals de gele hesjes. Of wanneer ze plotseling voor de deur van een politicus staan en de aandacht opeisen. Dan wil de ‘volksvertegenwoordiger’ niet dat het volk weet waar hij woont!

Ik draai al heel lang mij in de lokale politiek en in de waterschapwereld. In de loop der tijd is de afstand tussen kiezer en gekozene enorm gegroeid. Overheden zijn door fusies en herindelingen opgeschaald naar een grootte die er toe heeft geleid dat de kloof tussen gekozene en kiezer haast onoverbrugbaar is geworden.

Waren er in 1950 nog 1015 gemeenten nu nog 355. In 1950 waren er nog circa 2600 waterschappen in Nederland, nu nog 21. Om de schaalvergroting in mijn eigen waterschap, de Brabantse Delta aan te duiden: zij kende circa 230 rechtsvoorgangers. Met als gevolg dat steeds minder mensen een waterschapbestuurder of gemeenteraadslid kennen. Hoe kan je volksvertegenwoordiger zijn als je gemeente meer dan 60 dorpen/kernen kent. Toen ik in 1986 raadslid werd stonden de namen, adressen, telefoonnummers van de raadsleden gewoon in de gemeentegids. Dat is allemaal verdwenen. Op de websites van de meeste gemeenten zijn nog wel de namen te vinden maar niet de adressen of telefoonnummers van de raadsleden. Zelfs hun emailadres is vaak verdwenen. Mail maar naar de griffie!

Hoezo volksvertegenwoordiger? Een kamerlid dat boos is dat het volk weet waar hij woont. Hoe gek kan het worden? Geen wonder dat velen zich niet gehoord voelen. De volksvertegenwoordiger van nu wil klaarblijkelijk het ‘volk’ niet kennen. Het gevolg is dat de onzichtbaren hun rechtmatige plaats in deze wereld opeisen. Desnoods onzichtbaar achter de computer via de ‘sociale’ of informele media. Zij willen gehoord worden!

 

Louis van der Kallen.


    

BIJDRAGE VAN LOUIS VAN DER KALLEN AAN HET WEBINAR VAN HET PLATFORM GEMEENTEN DRAADLOZE CONNECTIVITEIT OP 8 NOVEMBER 2020

 

    


| 08-11-2020 |

 

Ik ben een zeventiger. Toen ik auto leerde rijden was één van de wijze adviezen van mijn instructeur: “Altijd een spons en een fles water in de auto te hebben. Want rijdend door een waterrijk gebied is de voorruit vaak aan een wasbeurt toe vanwege de dode insecten.” Nu kom ik soms de zomer door zonder naar die spons of die fles water te grijpen. In april 2020 stond er een artikel in Science met de conclusie dat uit een meta-analyse uit 166 studies blijkt dat sinds 1990 de insectenaantallen op land met 24 % zijn afgenomen.

Het Australische “Mount Nardi bio-diversiteits-onderzoek(.PDF) beschrijft over een periode van vijftien jaar de verwoestende impact van de komst van 3G- en 4G-zendmasten in een ongerept natuurgebied in het regenwoud van Oost-Australië.

Dichter bij huis bleek uit een onderzoek (2017) van het Duitse biodiversiteitsinstituut iDiv dat bij een studie rond Krefeld in minder dan dertig jaar de biomassa van vliegende insecten met 75 % was afgenomen. Volgens de vlinderstichting is het aantal dagvlinders sinds 1990 gehalveerd en het aantal nachtvlinders is in 20 jaar met meer dan 50 % afgenomen.

In de zojuist verschenen zesde Voortgangsrapportage Natuur is te vinden dat; “sinds 1990 de karakteristieke fauna in het stedelijk gebied, de broedvogels en dagvlinders, met 50 % afgenomen”.

In 2019 is een rapport uitgekomen van het International Union for Conservation (.PDF) of Nature and Natural Resources (IUCN), waarin gesteld wordt dat van de onderzochte 454 boomsoorten op Europese bodem er 42 procent met uitsterven worden bedreigd en van de 258 endemische soorten 58 % met uitsterven worden bedreigd. Tot de bedreigde soorten behoren onder andere de paardenkastanje, de wilde lijsterbes, en de krimlijsterbes.

Bij het bomenbestand neemt volgens de door mij gesproken tientallen gemeentelijk groenambtenaren de vitaliteit in alle leeftijdsklassen al decennia af. Die groenambtenaren constateren tevens een toename van ziekten en plagen die de bomen aantasten. De afgelopen twintig jaar wordt ons bomenbestand massaal aangetast door voor Nederland ‘nieuwe’ ziekten zoals de kastanjebloedingsgziekte, massaria, eikensterfte en de roetschorsziekte bij esdoorns. De essen zijn zelfs in een razend tempo aan het sterven door de essentaksterfte. Over minder dan tien jaar zullen we de essen in ons landschap en onze bossen totaal gaan missen. Ook ervaren we meer plagen zoals de processierupsen en een toename van barstafwijkingen zoals, bastknobbels, baststrepen en bastscheuren.

Toeval? Of is er meer aan de hand?

Het IUCN rapport past in een reeks van andere rapportages die laten zien dat de afgelopen decennia het insectenbestand enorm is afgenomen, de vogels in aantallen en soorten enorm zijn afgenomen en bij bomen lijkt ook het grote uitsterven begonnen.

In de gesprekken en mailwisselingen werden wel een aantal mogelijke oorzaken genoemd onder andere veranderend waterbeheer, bestrijdingsmiddelen, kwaliteit groeiplaatsen, klimaatveranderingen, luchtverontreiniging en straling. Er is echter één mogelijke oorzaak die de afgelopen decennia een bijna exponentiële groei vertoond: elektromagnetische straling.

Ik heb een technisch-fysische achtergrond. Ik hecht daardoor aan harde metingen. Die zijn te vinden in de rapportage van het onderzoek “the effect on tree of pulsed digitally modulated high frequency electromagnetic fields produced by em transmitters”. Hierin worden de bio-potentiaal metingen aan boomcellen in een kooi van Faraday beschreven, waarbij tot op de minuut nauwkeurig was vast te stellen wanneer een WiFi router werd aan of uit gezet. Er was een zichtbaar effect op de waarde en aard van het te meten bio-potentiaal.

Voor mij is het helder. Als een (boom)cel op een dergelijke wijze reageert op WiFi (elektro- magnetische straling) is alle voorzichtigheid geboden en zou het voorzorgprincipe in acht genomen moeten worden.

 

Louis van der Kallen.


    

HET ZWAARD OF DE BALANS?

 

    


| 31-10-2020 |

 

Gelezen in Harrebomée spreekwoordenboek der Nederlandse taal samengesteld in 1861. Dus een oude wijsheid!

“Wie geen verstand van het eijereten heeft, die zal den baard of de kale kin beslabben.” Dit kan eind 2021 slaan op het college.

Ik ben voor bezuinigen en de doelstellingen van het focusakkoord. Maar het tekort in 2021 naar nul brengen kan in mijn ogen alleen als het Rijk met extra miljoenen voor het ‘sociaal domein’ over de brug komt. Als je als college de opdracht zonder die voorwaarde aanvaardt, weet je niet waar je mee bezig bent. Bezuinigen op personeel kost geld, veel geld. Dat kan niet in één jaar kostenneutraal, als het ‘wonder’ – de nul – zonder hulp van het Rijk en zonder forse belastingverhoging sowieso al haalbaar is. In dat geval zamel ik as in om mij publiekelijk met as te overgieten en een rondje over de Grote Markt te lopen als boetedoening voor mijn kennelijke onwetendheid. Als de eventuele extra hulp van het Rijk in zijn totaliteit niet als overschot op de jaarrekening wordt gepresenteerd en de nul dus niet door bezuinigingen wordt gehaald, verwacht ik het opstappen van alle wethouders! Als het “niet halen” pas wordt geconstateerd ver in 2022 met het formeel vaststellen van de jaarrekening 2021 (boekhoudkundig trucje) en dit college of haar leden al zijn vertrokken, dan verwacht ik dat al mijn collega’s die voor dit ’amendement voor de bühne’ hebben gestemd, net als ik voornemens ben, in het openbaar boete te doen. Geseling hoeft niet. Men zou naar Compostella kunnen wandelen om de zonden te overdenken.

De BSD en ik zijn voor bezuinigen en het tekort naar nul brengen en de schuldenlast verlagen, maar wel met respect voor de rechten van onze ambtenaren. Bergen, Halsteren en Lepelstraat moeten wel hun identiteit en eigenheid kunnen behouden. Dat eist offers en vele jaren strak financieel beleid. Begrotingen moeten wel reëel zijn. Door een louter financieel amendement, zonder aan te geven hoe men tot die bezuinigingen komt, verliest het alle kracht. Het wordt tijd dat de gewaardeerde collega’s in gaan zien dat beleid maken meer is dan (onhaalbare) financiële kaders aangeven. In december komt “het hoe?” nadrukkelijk aan bod. Dan zal blijken hoe moeilijk het is. Om met respect voor de gemaakte afspraken, met het personeel en de vakbonden inhoud te gaan geven aan de nu geformuleerde financiële eisen. Zeker als je wilt dat ook onze gemeente haar noodzakelijke en bij wet gegeven taken voor de samenleving kan blijven voldoen. Dit gaat over echte mensen. Onze burgers en onze ambtenaren.

Hanteren we het zwaard of vinden we de balans?

 

Louis van der Kallen.


    

EENZAAM 2

 

    


| 26-10-2020 |

 

In een eerder opiniestuk schreef ik over de inspiratie die het boek  “De eenzame eeuw” van Noreena Hertz mij gaf. De subtitel van het boek is: “Het herstellen van menselijk contact in een wereld die steeds verder ontrafelt”.

Ook mijn wereld is steeds verder ‘ontrafeld’. Steeds meer sociale verbanden zijn de afgelopen decennia ontrafeld, van elkaar losgeraakt.

In mijn jeugd had vermoedelijk niemand in mijn straat een bankrekening. De huisbaas, de man van de begrafenispolis, de melkboer, de schillenboer, de ijscoman (de zomer) en vele anderen gingen langs de deuren. De salarissen – toen nog gewoon weekloon geheten –  werden nog in pergamijn zakjes in baar geld op vrijdag of zaterdagmiddag door de werkgever uitbetaald. Vrijwel niemand had een telefoon. Als de huisarts gebeld moest worden, betaalde je een duppie aan de trotse eigenaar. Waar je in zijn of haar gang belde. In de straat of de buurt kende men elkaar en als iemand overleden was, kleurde de straat wit. Iedereen hing witte lakens voor de ramen. Thuiszorg als organisatie bestond nog niet. ‘Thuiszorg’, dat deden de buren. Als mijn moeder voor de zoveelste keer opgenomen werd in het Delta Ziekenhuis of in het Zuiderziekenhuis zorgde de buurvrouw voor mij. Mijn natje en droogje werden verzorgd inclusief het op tijd naar bed sturen. Tante Truus die geen tante was maar een buurvrouw vond dat vanzelfsprekend. De buurmannen namen dat jochie wiens vader zo vroeg was overleden mee naar de ‘voetbal’ of de Kuip waar toen nog een sintelbaan in lag voor de speedway. Er waren in bijna iedere straat buurtwinkeltjes, vaak was dat een kruidenier die ook waterstoker was. Op maandagmorgen nog voor de schoolgang haalden de jongens daar de emmers warm water voor moeders was.

De sociale verbanden waren sterk. Terugdenkend aan de ‘goede oude tijd’ denk ik dat het woord eenzaam nog moest worden uitgevonden. De girodienst was vermoedelijk één van de eerste stappen naar de sluipende vereenzaming. De  werkgevers namen het initiatief. Al snel kwam de huisbaas en de premieophalers niet meer langs de deur. En ook de gang naar de spaarbank met het spaarboekje of met de metalen spaarpot waarvan het sleuteltje beheerd werd door de meneer achter de balie van de spaarbank kwam teneinde. Toen kwam de supermarkt. Simon de Wit, de Gruyter, de Vivo en de Végé  en vele anderen begonnen de kleine buurtkruideniers, de groenteboeren, de melkboeren, de slagers en de tabakshandelaren op te ruimen. Waarna zij zelf in ijltempo opgegeten werden de AH’s en recenter door de Jumbo’s van deze wereld. Het aantal sociale contacten nam af. Het ‘kastje’ kwam in ieder huis. Vertier kwam daarmee steeds meer van de straat naar binnen. Ook de vakbonden veranderden van karakter. De bonden fuseerden en de plaatselijke kantoortjes/vakbondswinkeltjes en de lokale partijkantoortjes verdwenen.

Werden we bewust stapje voor stapje, sluipenderwijs geïsoleerd? Vervreemd van onze sociale basis! Was er van den beginnen een neoliberale agenda van vervreemding en individualisering om een einde te maken aan het eendracht maakt macht-principe van de vakbeweging en het socialisme?

In volgende opiniestukken zal ik de ontrafeling verder duiden en aangeven hoe we stappen kunnen zetten naar herstel van het menselijke contact dat wij mensen zo nodig hebben. Soms met nieuwe bindingsvormen zoals de gele hesjes en de witte marsen.   

 

Louis van der Kallen.


    

TERUG

 

    


| 19-10-2020 |

 

Recent leeft de discussie over roofkunst ofwel oorlogsbuit weer op. De Raad van Cultuur kwam met het advies “buitgemaakte cultuurgoederen onvoorwaardelijk teruggeven”. Ook staat de Congolese activist Mwazulu Diyabanza terecht wegens (poging) tot diefstal. Zijn verdediging: “Je vraagt een dief toch geen toestemming om terug te nemen wat hij gestolen heeft.”

Nu is oorlogsbuit niet iets exclusiefs voor de koloniale oorlogen. Piet Hein haalde voor de Republiek der Verenigde Nederlanden de zilvervloot binnen. Tal van schatten en kunstwerken werden ook bij Europese oorlogen geroofd en sierden nadien de paleizen van vorsten en de adellijke veldheren die als overwinnaars geëerd werden. Ook in de bodem van de Scandinavische landen worden met regelmaat Vikingschatten gevonden, die geroofd zijn uit de rest van Europa. Moeten ook die terug? Op naar het Nacional del Prado in Madrid met een grootse (geroofde) collectie Nederlandse meesters! Want Sinterklaas brengt ze niet mee als hij komt vanuit Madrid!

Het is een moeilijke discussie. Waar zijn de objecten het meest op hun plaats? Ze maken deel uit van meerdere geschiedenissen. Van de verliezers en de overwinnaars. Wie is nu de ‘rechtmatige’ eigenaar en wie is de morele eigenaar? Waar is een object, dat ook deel uitmaakt van  de universele geschiedenis van de mensheid het meest op zijn plaats? Als het architectonische elementen zijn, is het antwoord voor mij simpel. In het oorspronkelijke bouwwerk waar het uit gesloopt is. Maar als het om kunst of juwelen gaat is het veel minder helder, zeker als de verblijfs- en eigendomsgeschiedenis van het object niet gereconstrueerd kan worden. Ook de vraag of het object op enig moment is aangekocht, verkregen als gift of geroofd is, kan hierbij relevant zijn.

Waar begint of eindig het? Ik zag laatst op TV een documentaire waarin een Noor uitgedorst als Viking een verklaring gaf waarom de Noorse en Zweedse vrouwen zo mooi zijn. Dat was in zijn verklaring het gevolg van vrouwenroof op de legendarische Viking-strooptochten in West Europa waarbij de mooiste vrouwen werden meegenomen naar Noorwegen. Wil Mwazulu zo dadelijk ook de ‘gestolen’ genen terug? En hoe zit het dan met de ‘gestolen’ woorden? Zo is ons mooie ‘pienter’ afkomstig van het Javaanse ‘pinter’. En wat als woorden tijdens spionagemissies ‘gestolen’ zijn? Zo is het evident dat tsaar Peter de Grote (1672-1725) Nederland en Engeland heeft bezocht en van ons meerdere woorden heeft ‘gestolen’. Zoals de nu Russische woorden: bakbort, stirbort en kajutjunga. En wat doen we met ons ‘pierewaaien’? Wat duidelijk ‘gestolen’ is van het Russische pirowat. Vermoedelijk toen het schip van Peter de Grote Amsterdam aandeed om onze scheepswerven te bezoeken en de passagierende Russische matrozen de bloemetjes buiten zetten en wat ‘cadeautjes’ uitzetten bij ‘onze’ vrouwen. Moet dat nageslacht, omdat we die gehouden hebben, ook terug?

Hoe je het ook wendt of keert: oorlogen, bezoeken en de koloniën zijn een gezamenlijke geschiedenis. De uitkomsten in goederen, taal, cultuur en de in mensen verpakte genen zijn producten van die gezamenlijke geschiedenis. Het wordt tijd dat we die geschiedenis aanvaarden en omarmen.      

 

Louis van der Kallen.


    

EENZAAM

 

    


| 12-10-2020 |

 

Vorige week was de week tegen eenzaamheid, met een heus actieprogramma en tal van activiteiten ook op lokaal niveau. Veel lokale wethouders deden prachtige uitspraken zoals wethouder Lars van der Beek van Woensdrecht:  “Het is een breed probleem maar iedereen kan iets betekenen”, met zoals gebruikelijk een verwijzing naar een website!

Ook de kranten gaven aan het thema ruime aandacht; op 3 oktober jongstleden  kwam ik het eerste artikel tegen in de Volkskrant over het nieuwe boek van Noreena Hertz  “De eenzame eeuw”. Direct besteld bij boekhandel Quist in Bergen op Zoom en dinsdag opgehaald. De titel sprak mij meteen aan. En niet zonder reden. Ook ik zie de vereenzaming al jaren om mij heen en sinds vorig jaar mei mijn echtgenote Ank, na bijna 51 jaar huwelijk, overleed word ik mij er steeds pijnlijker van bewust wat het is om zonder een vanzelfsprekend maatje door het leven te moeten. Het boek gaat in op wat er in de maatschappij de afgelopen decennia is veranderd en hoe de mens aan het vervreemden is van zijn sociale contacten en verbanden. Het lezen is voor mij ook een route naar zelfanalyse. Als mens maar ook als politicus.

Al in het eerste hoofdstuk kwam ik de UCLA Loneliness scale tegen. De invuloefening was een harde spiegel. Ik scoorde heel ruim boven de score waarbij je in dit onderzoek als ‘eenzaam’ zou worden beschouwd. In de UCLA methode worden ook de relaties gemeten met de werkgever, medeburgers, politici, instanties en de overheid. Dat ik hoog score vind ik op zich niet verwonderlijk. Ik word al vanaf mijn jeugd beschouwd als een ‘einzelgänger’ , opgegroeid met vrijwel geen familie en met een aantal autistische trekjes. Altijd gedreven bezig met kennis opdoen en met die kennis politiek bedrijven. In mijn jeugd één vriend en na mijn verhuizing uit Rotterdam (toen ik 16 was) eigenlijk geen vrienden meer maar wel veel collega’s. Nooit uitgegaan. Gelukkig dacht Ank toen ze mij tegen kwam: ‘pik in t’s winter’ waarna de thuisbasis op orde was. Ze liet dit kleine mensje leven in zijn eigen vreemde politieke en bedrijfswereld. Een rare mensachtige die verdwaald is in de politiek. Maar er zijn meer van die mensen wiens wereld overhoop wordt gehaald door een plotselinge gebeurtenis en nu ook door ‘corona’.

“De eenzame eeuw” heeft als subtitel: “Het herstellen van menselijk contact in een wereld die steeds verder ontrafelt”. Ik zie in mijn rol als politicus ook de verantwoordelijkheid om daaraan te gaan werken. Uit onderzoek blijkt dat eenzaamheid dodelijk kan zijn! Het is in ieder geval een ernstige aantasting van de levenskwaliteit van velen.

Het kan werken. Even dromen. Denk eens aan Ebenezer Scrooge in het kerstverhaal van Charles Dickens. Zijn transformatie van gierige uitgedroogde zuurpruim tot gulle weldoener maakte hem en de ontvangers gelukkiger. Samen met anderen kunnen we “de eenzame eeuw” ombouwen tot de maatschappelijke eeuw. Daar kunnen we vanaf nu een begin meemaken. De komende tijd kan de lezer meer artikelen van mijn hand verwachten over hoe die omslag te maken. “De eenzame eeuw” is voor mij een niet af te wijzen inspiratiebron.       

 

Louis van der Kallen.


    

HET MODERNE PISKIJKEN

 

    


| 06-10-2020 |

 

Piskijken was eeuwenlang voor ‘medici’ een manier om de gezondheid en toekomst van de patiënt te kunnen beoordelen. In feite is er nog niet zo heel veel veranderd. We gaan nog steeds met enige regelmaat met onze (ochtend)urine of met de ontlasting naar de dokter. Sinds de komst van ‘corona’ is het ‘piskijken’ gecollectiviseerd via onderzoek naar virussen in het rioolwater; het wordt wetenschappelijk aangepakt om de verspreiding van het coronavirus te kunnen meten. Ik lees al jaren “Riolering”, het onafhankelijke vakblad voor rioleringszorg en stedelijk watermanagement.

In de augustus/september editie van dit jaar staan maar liefs twee artikelen over virussen in rioolwater. En wat blijkt? Als men oude monsters bekijkt,  blijkt ‘het coronavirus’ al veel langer aanwezig! Aldus een epidemioloog van de universiteit van Oxford. Wetenschappers in Brazilië vonden in rioolwater al sporen in november 2019 en in rioolmonsters uit Milaan en Turijn al in december 2019. De epidemioloog uit Oxford vermoedt dat het nieuwe coronavirus ook doorgegeven wordt via riolen en gedeelde toiletten. Dus niet alleen via de lucht!

Maar nu er echt naar gekeken wordt, duiken in het onderzochte rioolwater ook oude bekenden op zoals het poliovirus waar we sinds 1957 tegen gevaccineerd worden en waarvan we – buiten een enkele uitbraak onder niet-gevaccineerde groepen – denken het in Nederland uitgebannen te hebben.

De artikelen riepen bij mij weer herinneringen op aan mijn jeugd. De paniek onder ouders als het gerucht ging dat er in de wijk of op school een verdacht geval van polio/kinderverlamming was geconstateerd. De moeders stormden de klassen binnen en haalden hun ‘jong’ uit de klassen. We werden thuisgehouden en mochten niet buitenspelen of naar vriendjes. Zelfs niet op hetzelfde trappenhuis. Dat is me vaak overkomen. De rust keerde pas terug als de huisarts uit de buurt iedereen verzekerde dat het vals alarm was. Dat was het gelukkig in mijn straat altijd. Ik herinner mij geen kinderen uit mijn jeugdomgeving die polio hebben gehad.

Hoe anders was de kinkhoest. In mijn straat zijn in één winter drie kinderen overleden. Zelf had ik het toen ook. Ik was vijf jaar. In mijn herinnering waren toen alle kinderen in mijn straat ziek. Ik herinner nog de angst en paniek in de ogen van mijn moeder als ik een benauwdheidsaanval had. Daarom begrijp ik de nu bij velen levende weerzin tegen vaccinaties niet zo goed. Veel vaccinaties hebben het mogelijk gemaakt dat ziekten als kinkhoest en polio grotendeels uit het collectieve bewustzijn zijn verdwenen en dat kinderen niet meer plotseling door moeder of vaders in totale paniek uit de klas worden gehaald. Hoe zalig is het als de blijvende vroege herinnering aan je moeder niet de angst in haar ogen is.    

 

Louis van der Kallen.


    

WAT IS ER MIS MET DE LANDELIJKE PARTIJEN?

 

    


| 30-09-2020 |

 

Deze week werden we wederom verrast door de uittreding van een raadslid uit een landelijke partij en groeide het aantal raadsfracties naar 13.  In september 2018 trad er een raadslid uit de VVD fractie en begon de fractie “punt”. De enige echte liberaal in Bergen op Zoom wilde vast een punt maken! Een maandje later volgde er een CDA raadslid en ging deze verder als fractie “Samen 0164”. Het ‘samenwerkingsbloed’ werkte niet meer richting de christendemocratie, noch met de mannenbroeders van het CDA. Nu is er na de VVD en het CDA ook een breuk in de D66 fractie. Het uitgetreden raadslid gaat als “onafhankelijk raadslid” verder.

Welk afscheidingsvirus waardt er rond bij de landelijke partijen? Welke partijviroloog komt er met een analyse? Wat opvalt is:  het opbreken gaat keurig op volgorde. Eerst in de grootste landelijke partij en daarna systematisch het trapje af. De vraag rijst: wat is er mis met de landelijke partijen in de gemeente Bergen op Zoom? Maar vooral: wat zijn de onderliggende problemen en aandoeningen? Is er een partijen/raadsledendokter, gespecialiseerd in landelijke partijen met een vervagende ideologie zoals liberalisme, christendemocratie of sociaal – liberalisme met een vleugje democratische geschiedenis in de zaal?

Moeten we GroenLinks en de PvdA alvast in quarantaine plaatsen of vaccineren met een samenbindend vaccin? Wat ben ik blij met de SP: die raadsfractie is één en ondeelbaar. 

Het is niet al gekheid. Bergen op Zoom is bestuurlijk een puinhoop. En wanneer al die partijen straks menen zich in de verkiezingsstrijd te moeten gooien, zal het met vaste hand besturen van die ‘parel’ aan de Schelde er niet éénvoudiger op worden.  

 

Louis van der Kallen.