‘YES MINISTER’ MENTALITEIT

 

    


| 03-01-2023 |

 

Ik heb mij vandaag teruggetrokken uit de vertrouwenscommissie omdat ik niet meer het vertrouwen ervaar van een deel van mijn collega’s noch zelf het vertrouwen kan opbrengen in een deel van de collega’s om in de beslotenheid van de vertrouwenscommissie te kunnen functioneren.

De afgelopen raad was voor mij uniek in mijn bijna 37-jarige functioneren als raadslid. Er is iets fundamenteels fout gegaan in de ambtelijke verwerking van een collegebesluit d.d. 12 november 1996 (plaatsing panden op de gemeentelijke monumentenlijst) en van een raadsbesluit d.d. 28 oktober 2004 (vaststelling monumentennota 2004-2008 met een “als zodanig gewaarmerkte bijlage”). Als raadslid is het mijn taak dat te benoemen.  Ik heb dat gedaan zonder namen van ambtenaren te noemen. Daarbij heb ik wel aangegeven welke wethouders en burgemeester verantwoordelijk waren voor bijvoorbeeld het collegebesluit en de verwerking/doorwerking daarvan.

Bekleders van een openbaar bestuurlijk ambt zoals een wethouder of burgemeester zijn wat mij betreft tot in hun graf verantwoordelijk voor hun besluiten. De bekleders van een openbaar ambt moeten beseffen dat het niet alleen een regel op hun CV betekend maar dat zij ook een erfenis achterlaten van besluiten waarvan het publiek kennis mag nemen. Een deel van mijn collega’s namen mij het noemen van de namen van de bestuurders kwalijk. Maar vooral de kritiek die mij ten deel viel door het benoemen van de ambtelijke fouten werd mij door de collega’s zwaar aangerekend.

Als raadslid is het mijn taak om het functioneren van het college en de prestaties van de gemeente te controleren. Zeker als van ambtelijk disfunctioneren, waar bij de cases Parkkeetje aantoonbaar, sprake is, heb ik de plicht dat tot op de bodem uit te zoeken en dat in de openbaarheid te brengen. Zeker als feitelijke besluiten van het college en raad geen rechtsgevolg hebben gekregen door ambtelijk disfunctioneren.

Als college en/of raad besluiten, een object zoals het Parkkeetje, tot gemeentelijk monument te verklaren en later blijkt dat die besluiten niet hebben geleid tot het gewenste rechtsvervolg en een college en raad zich daarbij voetstoots neerlegt is dat voor mij volstrekt onacceptabel. De vierde macht kan en mag niet, besluiten genomen door publieke organen, effectief te niet doen.

Als ambtelijk falen op organisatieniveau (dus zonder het noemen van namen van ambtenaren) niet in het openbaar besproken kan/mag worden is er fundamenteel iets mis.

Ik constateer al een aantal jaren een toenemende ‘Yes Minister’ mentaliteit. Mijns inziens (mede) veroorzaakt door in het verleden drammerige wethouders, waarbij ambtenaren die zich onvoldoende beschermd voelden door de ambtelijke leiding vertrokken. De assertieve kozen het hazenpad. En de ‘Yes Ministers’ promoveerden en werden aangetrokken.

Nu zie ik dat de ‘nieuwe bestuurscultuur’ waarmee de raad deze periode probeerde te starten betekent dat de ‘Yes Minister’ mentaliteit nu ook in de raad zijn intrede heeft gedaan. Een raadslid die de euvele moed heeft kritiek te hebben op het college of het functioneren van het ambtelijk apparaat moet collectief worden afgebrand.

Wat mij steekt en een grove aantasting vindt van mijn democratische, door de bevolking geschonken rechten worden afgepakt, is het ingrijpen van de burgemeester, in mijn beleving ingegeven door verbale en non-verbale reacties van de collega’s. Ik beschouw dit als pure kneveling en een fundamentele aantasting van mijn rechten.

De ‘Yes Minister’ mentaliteit lijkt nu ook in alle lagen van het Bergse gemeentebestuur doorgedrongen.

Het Parkkeetje en de Bergse monumenten leven in mijn hart en verdienen bescherming. Ik zal de cases en de absurditeit van rechtsgevolgen onder de aandacht van de minister brengen. Tevens zal ik een handhavingsverzoek Inzake het overtreden van de archiefwet richten aan de minister en aan het college van gedeputeerde staten. Voor meer informatie kijk eens op:

https://www.bsdboz.nl/2023/02/03/yes-minister-verzoek-tot-interpellatie-ex-artikel-38-van-het-reglement-van-orde/

https://www.bsdboz.nl/2023/02/03/aanvulling-interpellatie-ex-artikel-38-van-het-reglement-van-orde/

https://www.bsdboz.nl/2023/02/03/handhavingsverzoek-in-het-kader-van-de-archiefwet/

 

Louis van der Kallen.


DE BAR

 

    


| 26-12-2022 |

 

Eindelijk was het weer zover. Na de BARloze coronajaren was er weer een Bergse Ambtenaren Revue in onze eigen Maagd. De tekst van het voorwoord van de voorzitter van de BAR stelt dat je niet ‘alles serieus moet nemen en de BAR niemand wil beledigen en als er toch iemand zich geraakt voelt ze geen honderdzestig jaar met excuses zullen wachten. Dat doet de BAR bij voorbaat.’

Als raadslid ben je te gast bij de BAR. Maar voor mij is de BAR ook als gast een bron van informatie. Wat leeft er binnen ons ambtenarenapparaat? Ik denk dat de BAR uniek is in Nederland en onze ambtenaren maar ook de ambtelijke en bestuurlijke leiding verdienen een compliment dat het met humor op de hak nemen van jezelf, de leidinggevenden, het college en de raad ook anno 2022 nog steeds kan.

De humor levert een inkijkje in wat er gebeurt in het stadskantoor. Waar je als raadslid niet snel achter komt. Zo was het voor mij nieuw dat de bestuursetage zodanig is beveiligd dat ‘gewone’ ambtenaren met een pasje er niet meer op kunnen komen. Nu niet direct een openbestuurscultuur. Zelf had ik al bemerkt dat rechtstreeks een mail sturen naar wethouders niet meer kan. Ambtenaren lezen mee en deels zelfs eerder dan de wethouder voor wie de mail bedoeld is. Voor mij een reden om niet meer (vertrouwelijk) te mailen met de wethouders.

Wat mij trof was de info dat er wel veel nieuwelingen uit Vlissingen kwamen. De term eigenhofhouding (van de secretaris/directeur) viel niet op het podium, wel binnen mijn gehoorafstand, tweekeer in de zaal.

Dat Bergen op Zoom door veel jonge ambtenaren wordt gezien als een plek voor een verlengde stageplaats hoor ik al meer dan 3 jaar als ik spreek met ambtenaren van andere overheden maar dat er een wethouder als zodanig op het podium werd aangemerkt was nieuw. Hoewel ik gelijk erken dat hij ook op mij weleens studentikoos overkomt.

Natuurlijk kwam het gebrek aan geld ook langs. ‘Dat is al dertig jaar zo’. Was het geluid op het podium. Als raadslid leg ik dan het verband met 30 jaar VVD beleid/vertegenwoordiging van/in het college. Uit mijn Statentijd weet ik dat Bergen op Zoom veel subsidies miste voor rioleringen in het buitengebied en voor fietspaden. Zolang iets wettelijk niet verplicht was en er ook eigen geld bij moest liet Bergen op Zoom zich niet verleiden tot het gebruik van subsidieregelingen. Zo legden veel gemeenten in het buitengebied riolering aan met 50 tot 75 % subsidie en Bergen op Zoom betaalde gewoon de volle mep toen die aanleg verplicht was en de subsidies afgeschaft waren. Het zelfde gebeurde met provinciale subsidies voor fietspaden. Tilburg profiteerde daar grof van. Bergen op Zoom vond zich zelf te arm om er gebruik van te maken en werd mede daardoor uiteindelijk nog armer. Natuurlijk waren de blunders met de Bergse Haven bij dat armer worden mede bepalend.     

Wat rijker aan kennis en met een lach in mijn ziel ging ik weer in de regen op huis aan. Wat een pracht ambtenarenkorps, zijn wij als arme gemeente rijk!

 

Louis van der Kallen.



GEKNEVELD

 

    


| 16-12-2022 |

 

Ik ben een ‘oude’ man van 74 en het grootste deel van mijn leven ben ik politiek actief en zit komende maart pas 37 jaar in de raad van Bergen op Zoom. Ik heb dus enige ervaring met hoe er in de politiek omgegaan wordt met de betekenis van woorden.

Mijn eerste knevelingservaring was in 1986 met burgermeester Zevenbergen die midden in mijn betoog (dat ik deed uit het hoofd) ingreep met de mededeling ‘dat mijn bedrage uit de notulen zou worden verwijdert en dat hij een dergelijk woordgebruik in de raadzaal niet waardeerde, noch accepteerde’. Ik begreep er niets van. Wat was mijn ‘misdaad’? Thuisgekomen heb ik uren met mijn vrouw Ank besteed aan de reconstructie van wat ik had gezegd dat zijn reactie kon verklaren. Ik had als nieuw ‘schuchter’ raadslid niet een relatie met de heer Zevenbergen dat ik het hem durfde te vragen. Na veel zoekwerk en geblader in de Dikke van Dale was het zondewoord helder “flauwekul”. Toen nog omschreven als; “flauw/slap mannelijk geslachtsorgaan”. Bij “kul” is de verklaring in de Dikke van Dale nog steeds mannelijk geslachtsorgaan. Als inwoner van Berge keek ik plotseling heel anders naar het Bergse gebruik van ‘kulleke’.

Tijdens mijn ervaringen in de politieke arena’s (provincie, waterschappen en veel gemeenten) heb ik het taalgebruik zien veranderen. Sinds kort is er weer een verandering waarneembaar. Terug naar de puriteinse/allergische uitleg van woorden. De afgelopen maanden ben ik diverse keren ‘berispt’ vanwege mijn woordgebruik.

Zo werd ik tijdens een commissievergadering bij de Unie van waterschappen door een voorzitter aangesproken omdat ik op zou roepen tot geweldpleging. Omdat ik mijn collega bestuurders opriep om assertiever te zijn tegen de provincies. “Schuif vaker de bajonet op het geweer en trek op naar de provinciehuizen om hun optreden te eisen als gemeenten maling hebben aan de wateradviezen van de waterschappen”. Die beeldspraak een oproep tot geweldpleging? Naar mijn gevoelens is de bajonet bij opstandelingen allang uit de mode! De bajonetten komen niet meer uit de foedralen!

Wat mij beangstigd is de eis van mensen de voor het aanvaarden van excuses een verbod wensen van een vijf-letterig woord dat begint met een N…. dat een aanduiding was voor een lid van een groep donkerhuidige mensen die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Afrika ten zuiden van de Sahara. Lange tijd was het een relatief neutraal woord, maar sinds het eind van de 20e en het begin van de 21e eeuw wordt het door een deel van de samenleving als beledigend en racistisch ervaren.

Als een dergelijk woord ‘verboden’ wordt nemen de algoritmen van Facebook, LinkedIn en anderen het over en verklaren ook andere woorden die erop lijken besmet. Zoals ‘Terra Nigra’ (zwart gelakt/gepolijst Romeinsaarde werk). Ook de Latijnse naam van de zwarte populier (populus nigra) zal dan besmet worden in de algoritmen. Wetenschappelijke woorden worden dan besmet!

Lokaal werd ik de afgelopen raadsvergadering ook geconfronteerd met een volstrekt doorgeslapen allergie voor sommige woorden. In discussie was de motie “Groene buurtbewoners aan de macht” het woord ‘macht’ nam de wethouder niet in de mond. En helder bleek dat de VVD (de partij die al jaren landelijk en lokaal aan de macht is) het initiatief tot de motie had genomen en dat partijen die de ‘macht’ recent waren kwijtgeraakt (GBWP en Lijst Linssen) lijnrecht tegen elkaar stonden. Ik ging in op de uitoefening en omgang met ‘macht’ in dat kader wees ik op de al vele jaren ervaren ‘VVD terreur’ met betrekking tot macht. Op aangeven van één der Lijst Linssen verloochenaars deed de voorzitter een poging mij te kapittelen. Het paste niet om de VVD voor “gewelddadige terroristen” uit te maken. Wat wil men horen en hoe interpreteert men woorden?

Even later werd een collega verweten het woord onbenul te gebruiken ook hij werd tot de orde geroepen! De afgelopen maanden zijn diverse van de raadcollega’s gekapitteld voor hun woordgebruik. Rioolpolitiek zou niet gepast zijn als het niet over riolen gaat. Geleuter mag ook niet.

Na afloop kreeg ik van een gewaardeerde collega te horen dat ik het voor hem helemaal verpest had. Het was zo gezellig tot dat Louis het woord voerde. De Bergse Ambtenaren Revue (de BAR) heeft het eens goed verwoord. “Daar komt Lowieke van der Kallen die komt hier de boel vergallen”. Hij voegde nog toe dat hij voornemens was geweest het woord “truttig” te gebruiken maar hij had er van afgezien!

Ik ben niet van ‘lelijke’ woorden. Maar als een enkel woord helderheid kan bieden in wat bedoeld wordt moeten we ons niet laten knevelen door de voorzitter, de collega’s of de lange tenen van de samenleving. We zijn politici en ik probeer gewoon te zijn wie ik ben en hoe ik ben opgegroeid.

En als u dit allemaal ‘flauwekul’ vindt dan ben ik het met u eens. Laat u niet knevelen door de uitleg van uw woorden door anderen. Als woorden niet kwetsend bedoeld zijn moeten woorden, die onze taal rijk is, gewoon gebruikt kunnen worden.

 

Louis van der Kallen.



AMBTENARENSTATUS?

 

    


| 04-10-2022 |

 

Excellentie,

 

Ondergetekende: L.H. van der Kallen, wonende te 4611 RS Bergen op Zoom aan de Nieuwstraat 4 vraagt uw aandacht voor het volgende.

Ik heb de samenleving in tal van functies en ambten mogen dienen. Als zodanig heb ik twaalf jaar ervaring als statenlid, 36 jaar ervaring als gemeenteraadslid en ruim 50 bestuursjaren in het algemeen en dagelijks bestuur bij een tiental waterschappen; bij meer dan twintig gemeenten heb ik als lid of voorzitter in rekenkamers en rekenkamercommissies mogen functioneren. Als zodanig heb ik dus enige ervaring in de toepassing van staats- en bestuursrecht.

In de loop der jaren heb ik de veranderingen moeten ervaren in de stijl en cultuur van het openbaar bestuur en het functioneren van het politiek-bestuurlijke systeem, waaronder de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur. Ik meen in dit kader u deelgenoot te moeten maken van mijn gevoelens en ervaringen omtrent het aanspreken van mij inzake mijn wijze van handelen ten opzichte van de griffier c.q. griffie medewerkers.

In Nederland is het alle vele decennia een goed gebruik ambtenaren niet persoonlijk in het openbaar aan te spreken op hun handelen. Kritiek op, of vragen omtrent ambtelijk handelen dient zich te richten op hun politiek/bestuurlijke ‘baas’. De minister, de staatsecretaris, de gedeputeerde, de wethouder of het lid van het dagelijks bestuur van het waterschap onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken ambtenaar zijn of haar werk doet, is dan degene tot wie een volksvertegenwoordiger zich richt.

Sinds de dualisering van het gemeentebestuur is er echter een groep medewerkers bij gekomen die arbeidsrechtelijk wel een ambtenarenstatus heeft maar niet valt onder een politieke ‘baas’, de griffier en de griffiemedewerkers! De meeste gemeenten kennen wel een    werkgeverscommissie van raadsleden om de functie van ‘werkgever’ (juridisch werkgeverskader) van de griffie te vervullen maar die werkgeverscommissie is niet de ‘baas’ over de griffie in het kader van ‘leidinggevende’ maar regelt, mijns inziens, slechts de arbeidsrelatie. En is als zodanig niet aanspreekbaar als het gaat om het feitelijk functioneren van de griffier of de griffiemedewerkers. Er is geen gezagsverhouding!

Ik ben een kritisch raadslid, ook als het gaat over het functioneren van ambtenaren en de griffie. Als het gaat over het handelen van ‘gewone’ ambtenaren of de ambtelijke organisatie stel ik mijn vragen/opmerkingen aan de politiek/bestuurlijke verantwoordelijke. Bij de griffie is die er niet. Wat is dan mijn handelingsperspectief? 

In het kader van deze brief is het mogelijk relevant dat ik eerder een discussie had met de griffie over het juridisch/bestuurlijk karakter van een motie. Waarover ik uwe Excellentie deelgenoot heb gemaakt.  https://www.louisvanderkallen.nl/2021/08/24/gebruik-van-staatsrechtelijke-middelen-in-het-openbaar-bestuur/ . Dank voor de reactie daarop, uw kenmerk 2021-0000482349.

De afgelopen maanden ben ik over twee uitingen van mij waarin de griffier/griffie ter sprake kwam aangesproken door collega’s.

De eerste keer was naar aanleiding van een publicatie of facebook/de BSD-website met de titel “Valse start” Waarin ik verwees naar uitspraken van de burgermeester en de griffier.

 https://www.bsdboz.nl/2022/08/27/valse-start/

De tweede keer was tijdens en naar aanleiding van de raadsvergadering d.d. 23 juni j.l. bij agendapunt 6b, te beluisteren via https://bergenopzoom.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Index/a91f3591-78a9-48de-a946-5d49bd519577 vanaf minuut 34 waarbij mijn gehekelde bijdrage(n) vanaf minuut 52 te beluisteren is. Daarin stelde ondergetekende dat de informatievoorziening van de raad een taak is van de griffie. De discussie spitste wat mij betreft zich toe op de taakverdeling tussen raad en college op basis van de Wet dualisering gemeentebestuur die in 2002 in werking is getreden. Naar aanleiding van deze discussie c.q. mijn bedrage daarin is er een brief verstuurd aan de raadsleden met als onderwerp “veilige werkomgeving voor medewerkers”. Zie bijlage.

Hoe gek kan het worden als het simpelweg duiden van een taak van de griffie wordt opgevat als een aanval op c.q. aantasting van de veilige werkomgeving van de griffie?

Bescherming/vrijwaring kritiek op ambtenaren die zichzelf niet kunnen verdedigen omdat dit een taak is voor degenen onder wiens leiding zij hun werk doen is ook voor mij vanzelfsprekend en een groot goed. Want zij handelen in opdracht van hun politieke bestuurders.

De griffies handelen niet in opdracht van hun leidinggevende maar binnen een bij wet gegeven taakveld! Zij zijn geen inhoudelijke verantwoording verschuldigd aan een te duiden persoon. Ook hun functiekwalificatie houdt rekening met hun hoge mate van zelfstandigheid. Als de twee gegeven voorbeelden al aanleiding geven tot beschermingsdrang bij mijn geachte collega’s en de burgermeester wat zegt dat dan over de beleving van de rol van de griffie?

Wat is dan mijn rol als volksvertegenwoordiger? Mag ik in het openbaar niet verwijzen naar de taken van de griffie (ondersteuner van de raad als het gaat om de informatievoorziening) of naar een uitspraak van de griffier als mijn bron van informatie?

In duale verhoudingen is de griffie de primaire ondersteuner van de raad, niet de wethouder noch zijn of haar ambtenaren.

Waar is het besef dat de griffier en de griffieambtenaren arbeidsrechtelijk wel een ambtenarenstatus hebben maar een onafhankelijke rol hebben los van het ambtenarenkorps van een gemeente of provincie. Zij vallen niet onder de ambtelijke leiding van de gemeente of provincie waar binnen zij functioneren. Zij staan los van bijvoorbeeld de gemeentesecretaris/directeur.  

Als de griffie, in de interpretatie van mijn geachte collega’s, niet ter verantwoording mag worden geroepen wie is dan wel aanspreekbaar als het over het functioneren van de griffie gaat.

In de voorbeelden heb ik, in mijn beleving geen kritiek geuit op de griffie. Ik duid de taak van de griffie en ik verwijs naar de griffier als informatiebron.

Ik voel mij valselijk beschuldigd van aanvallen op de griffie c.q. de griffier. Heb ik hier de lange tenen of de anderen? Dat is een vraag die ik mij zelf stel. De vraag aan uwe Excellentie is: Wie is aanspreekbaar op hun functioneren of de taakuitoefening van de griffie c.q. griffier?

Ondergetekende constateert een lacune. Ik kan niet vinden wat de positie is van de griffies van gemeenten en de provincies als het gaat om de verantwoording naar het (openbare) politiek/bestuurlijke domein c.q. naar het publiek met wiens geld de griffies worden bekostigd. Graag uw reactie en mogelijk een duiding hoe de door mij geconstateerde lacune (in de praktijk) opgevuld kan worden.

Hoogachtend,

 

L.H. van der Kallen

lid van de gemeenteraad van de gemeente Bergen op Zoom.


    

DE GOEDE OUDE TIJD

 

    


| 27-07-2022 |

 

Er was een tijd, langgeleden dat de rijken nog naar ‘vermogen en inkomen’ belastingen betaalden. De VVD gaat zelfs nu nog voor verlaging van de toptarieven. Terwijl die met 49,5 % al histories laag zijn. Terwijl er tal van noden de samenleving teisteren. Hoe was dat in het verleden?

In 1951 betaalden de grote inkomens ruim boven de 60 of 70 %. Als je toen 135.000 gulden verdiende en je was ongehuwd betaalde je dat jaar 96.140 gulden. (71,2 %). Als je gehuwd was 85.382 gulden (63,2 %). Als je meer dan 135.000 gulden per jaar verdiende betaalde je over dat meer als gehuwde 75 % en als ongehuwde 77,5 %. Er was wel een systeem van kinderaftrek.

Het wordt tijd, wat de belasting bijdrage van de rijken en grootverdieners betreft, we stap voor stap terugkeren naar ‘die goede oude tijd’ waar de rijken hun verantwoordelijkheid namen, zodat er ruimte ontstaat om de problemen van nu echt aan te pakken.

 

Louis van der Kallen.



RECHTSTAAT NIET MEER HEILIG

 

    


| 07-06-2022 |

 

Ik werd de afgelopen maand getroffen door een aantal krantenkoppen; “Rechtsstaat niet heilig bij aanzienlijk deel bevolking”, “Rutte verwijdert sms’jes “ en “Ministers weigeren sms-verkeer met Rutte prijs te geven vanwege ‘eenheid kabinetsbeleid’”.

Ruim een derde van de bevolking vindt dat het kabinet veel daadkrachtiger moet optreden om ingewikkelde vraagstukken aan te pakken. Oók als daarvoor wetten moeten worden genegeerd. 37 procent vindt dat ‘regeringen moeten doen wat de meeste Nederlanders willen, ook al zijn er wetten die dat niet toestaan’. Van de Nederlanders die een strenger asielbeleid willen, is dat zelfs 60 procent. Tegelijkertijd vinden vrijwel alle kiezers dat onze huidige democratische rechtsstaat heel belangrijk is. Dit blijkt uit de monitor Democratisch Bewustzijn in Nederland van de Anne Frank Stichting en het Verwey-Jonker Instituut. Ons democratisch bestel rot onder onze kont vandaan.

Voor mij is één van de veroorzakers van deze ‘rot’ onze minister-president! Hij oordeelde dat hij eigenhandig mocht beslissen wat hij wel of niet aan sms’jes relevant vond om te bewaren. In zijn regeerperiode hebben diverse bewindspersonen het veld moeten ruimen omdat ze informatie achterhielden!

In 2005 verscheen onder verantwoordelijkheid van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed het rapport “een dementerende overheid”. Die overheidsinstelling maakte zich zorgen over het gebrek aan “duurzame digitale toegankelijkheid van overheidsinformatie”. En constateerde in haar jaarverslag 2021 dat zestien jaar na het verschijnen van dat rapport het nog steeds ‘onduidelijk is welke (digitale) informatie bewaard moet worden en welke vernietigd mag worden’.

De archiefwet (1995) lijkt ruimte te bieden tot de interpretatie van Rutte. Terwijl de Raad van State in 2019 bepaalde dat sms- en app-verkeer van bestuurders principieel openbaar is! In ons rechtssysteem horen burgers en bestuurders in mijn visie uiteindelijk de uitspraken van de Raad van State serieus te nemen.

Wetgeving kan gezien de traagheid van de rechtsvorming onmogelijk de veranderingen in de informatiesamenleving bijhouden en loopt per definitie achter. Waarbij beseft moet worden dat het door de politiek geschetste ideaalbeeld van een open en transparante overheid door de enorme toename van digitale data vermoedelijk onhaalbaar is. Zeker als de politiek middels een premier met een vaardige delete knopvinger en volgzame ministers (vanwege de eenheid kabinetsbeleid), vermoedelijk om politieke redenen weigert te doen wat de Raad van State juridisch juist acht.

Zelf ben ik twee keer tot ‘bestuurder’ gekozen. Beide keren heeft er niemand mij uitgelegd dat als ik een sms’je of app ontving ik die zou moeten bewaren. Niet dat het veel had uitgemaakt want ik was in die tijd niet zo handig met mijn mobiel. Maar ik denk dat ook de nieuwe wethouders die de afgelopen weken zijn aangetreden niet massaal zijn geïnstrueerd over welke eisen de Archiefwet en de uitspraken van de Raad van State betekenen over hoe om te gaan met hun sms’jes of appjes.

Al de mooie uitspraken van de politiek over openheid zijn zonder het goede voorbeeld van henzelf onbetekenend, een pose! Openheid zonder geheugen, zonder archief is pure fictie die de politiek en de rechtstaat ondergraaft. En de minsteriele daders komen er mee weg. Of komt er veel werk voor Vrouwe Justitia?

 

Louis van der Kallen.



DUURZAAMHEID

 

    


| 20-05-2022 |

 

Lokaal Brabant gaat voor duurzaamheid. Maar duurzaamheid kent vele vormen. Als je als provincie, gemeente of waterschap werkelijk ‘duurzaam’ wilt gaan werken, moet je bij alles wat je doet of wilt gaan doen denken: hoe kan dit duurzamer? Welk probleem je ook wilt aanpakken, je moet dan kijken naar hoe je met materialen ‘dichter bij huis’ je doelstellingen kan verwezenlijken.

Je kan als overheid denken “dat zoeken de regelgevers in Den Haag en Brussel maar uit”. Je kan echter ook denken “wat kunnen wij zelf eraan doen?”. Amsterdam doet een proef waarbij de gemeente begint met het planten van een speciale kamperfoelie die de luchtkwaliteit langs de A10 bij de Zuidas kan verbeteren. De plant is extra harig en is speciaal voor het zuiveren van fijnstof gekweekt. Het gaat om een project dat een onderzoeksbudget heeft gekregen van het nieuwe Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Studies.

De Provincie Noord-Brabant is in september 2021 gestart met een pilot ‘vergroenen’ van geluidsschermen. Onze provincie wil testen of het planten van een speciale kamperfoeliesoort tegen geluidsschermen bijdraagt aan een afname van fijnstof langs de weg. Twee voorbeelden van de aanpak van fijnstof en van duurzaamheid in de zin van het beperken van geluidhinder en van duurzaam in de zin van gezondheid.

Lokaal Brabant steun deze aanpak van duurzaamheid want ook uit oogpunt van biodiversiteit, klimaatadaptatie en goed waterbeheer is met vergroening van geluidschermen milieuwinst te halen. Maar als men in onze provincie met vergroening van betonnen geluidschermen aan de slag gaat, zou Lokaal Brabant ook graag zien dat men met het beton zelf aan de slag gaat en niet wacht tot dat anderen dit doen.

Er komt steeds meer belangstelling voor nuttige en esthetische toepassingen van groen op harde verticale oppervlakken zoals beton. Beton is een hard, steen- of rotsachtig materiaal. Daarom zou je in eerste instantie denken dat het net zo makkelijk begroeid raakt met mossen, korstmossen, algen of schimmels als een stuk rots in de natuur. Beton chemische eigenschappen die het niet zo geschikt maken voor begroeiing. Beton is door de productiewijze vaak alkalisch (hogere pH-waarde). Een zo hoge pH-waarde is in het algemeen minder geschikt voor begroeiing. Maar door verschillende omstandigheden kan de pH-waarde aan de buitenkant van het beton dalen, waardoor mossen, algen en korstmossen zich toch kunnen vestigen. Onder sommige omstandigheden tast begroeiing van beton het materiaal aan. Waarom en onder welke omstandigheden beton begroeid raakt, is niet altijd duidelijk. Onderzoek is nuttig om te beoordelen in welke mate begroeiing zorgt voor schade, of dat spontane begroeiing het gevolg is van eerdere schade. Begroeiing hoeft niet altijd nadelig te zijn. Er zijn ook veel positieve argumenten te bedenken voor begroeiing op beton. Kleurige korstmossen kunnen een gebouw of constructie verfraaien. Volgens sommige onderzoeken kunnen algen en korstmossen de oppervlaktelaag van beton verdichten en daarmee de levensduur verlengen. Begroeiing kan goed zijn voor het plaatselijke ecosysteem door het vasthouden van regenwater en het afvangen van fijnstof en stikstofoxiden. Voor de vaak afzichtelijke geluidschermen langs onze snelwegen lijkt vergroening met begroeiing een ecologische stap in de goede richting. Een voorbeeld van een gebouw waar begroeiing een onderdeel is van het ontwerp, is het gemeentehuis van Reykjavik. Daarnaast zijn onderzoekers van de Polytechnische Universiteit van Catalonië in Barcelona bezig met de ontwikkeling van ‘biologisch beton’ met een speciale buitenlaag die water vasthoudt voor begroeiing, gescheiden door een waterdichte laag van het binnenste constructiebeton. Lokaal Brabant pleit voor dit soort proeven ook in onze provincie. Of te bekijken wat we kunnen leren van wat er elders gebeurd.

Veel bomen, heesters, mossen en vetplanten hebben de eigenschap dat ze fijnstof uit de lucht vangen en vasthouden. Het fijnstof spoelt daarna bij een regenbui van de planten af en komt zo op de grond terecht. In de bodem wordt het fijnstof dan door micro-organismen afgebroken. Duurzaam is hier: op een andere manier meer integraal naar zaken kijken. Laat ook de afdelingen openbare ruimten/groenvoorzieningen/wegbeheer meedenken in oplossingen voor duurzaamheidsproblemen.

 

Louis van der Kallen.



ANDERE BESTUURSCULTUUR

 

    


| 11-05-2022 |

 

Ik draai al vele jaren mee in bestuurlijk Nederland. Ik heb ervaring in het provinciebestuur (1991/2003), in gemeenteland, (Bergen op Zoom 1986-heden), in rekenkamercommissies bij meer dan 20 gemeenten (2005-2020) en in 9 waterschappen (1993-heden). Ik heb gewerkt in monistische besturen en in duale besturen. Ik denk dus enige kennis te hebben van wat er in bestuursculturenland te koop is.

In Bergen op Zoom roept men van alles vóór de verkiezingen en daarna verandert er niets!

Ook nu was de stemming we gaan het anders doen. Samen! Echt? Maar niet heus.

De college-onderhandelingen werden coalitieonderhandelingen. Een bestuursakkoord is vrijwel klaar. Op 16 mei zal het klaar zijn en mag de goegemeente er kennis van nemen en op 18 mei mag de rest van de raad er hun plasje over doen. GroenLinks, PvdA, D66, CDA/V-BOZ en de VVD inclusief hun kloon, Lokaal Realisme, hebben na rijp beraad een bestuursakkoord. Mooi zeg ik dan. Na weken overleg over formuleringen, punten en komma’s, mag de rest (voor de vorm) er nog iets over roepen. Ik bedank voor de eer. Als je werkelijk een andere bestuurscultuur had gewild, hadden de onderhandelaars meer gebruik kunnen maken van de kennis van anderen en kunnen streven naar een raadsakkoord in plaats van een bestuursakkoord. Als je het niet nodeloos ingewikkeld wilt maken, want praten met in feite 7 partijen is al ingewikkeld genoeg, had je kunnen proberen gebruik te maken van specifieke kennis, die er is, bij de niet beoogde coalitiepartners. Niets van dat al! Mij hebben ze niet gebeld. Hoewel dat, bijvoorbeeld over water, iets had kunnen betekenen. Nee achteraf, wanneer de pap gestort is, mogen de anderen hun zegje doen. Wat mij betreft DOEI!

Het, “Daarna krijgt iedere fractie de gelegenheid om opmerkingen te plaatsen, suggesties te doen en vragen te stellen aan de fractievoorzitters van de formerende partijen”  is te laat en te zielloos. De formerende partijen hebben gekozen voor een duale aanpak. Dat is sinds 2003 ook de regelgeving, toen bij wet geregeld.

Voor mij helpt een ‘heidag’ hier niet meer. Verloren tijd en moeite. Wat mij dan opvalt in de aankondiging van de ‘heidag’ voor de raad zijn mooie omfloerste zinnen zoals, “Waar in de verkiezingsperiode de aandacht vooral gericht was op profilering, betekent de start van de bestuursperiode ook een omschakeling naar een andere balans”. In andere woorden: bij de verkiezingen roepen we die dingen die de stemmen binnenhalen. Daarna gaan we weer over tot ons gewone gedrag. Oftewel; de daden zijn anders dan de woorden! Als geboren Feyenoorder hecht ik aan de daden en niet aan de vaak loze woorden.

Ik ben een monist in hart en nieren, een samen-werker op inhoud en geen dualist. Maar Louis is na deze verkiezingen mentaal om. Samenwerken op basis van de inhoud is in Bergen op Zoom niet mogelijk gebleken, want er is geen inhoud meer. Het gaat alleen over geld en ambten voor politici. Het focusakkoord ging helaas alleen over geld en niet over de inhoud: ‘het HOE’. Aan ‘het HOE’ wilden de focusakkoord-partners zich niet binden. Dat lieten ze over aan een stel ‘professionals’. Die uiteindelijk precies deden wat hun opdracht was; inhoudsloos/zielloos bezuinigen!

Het gevolg is, dat het verloop onder onze ambtenaren gigantisch werd. Bij een gemeente werken waar ‘niets’ kan, waar het ambtenarenkorps als een citroen werd uitgeperst (gemiddeld meer dan één functieschaal minder dan elders) is niet aangenaam. Zij die bleven, konden niet weg of bonden hun ware liefde voor de stad en haar gemeenschap nog even vast aan hun geliefde plek. Maar als je arbeidsvreugde wordt ontnomen door oplopende werkstress wegens gebrek aan collega’s, en de nieuwelingen die wel komen hun arbeidsplek meer zien als een verlenging van hun stageperiode (tegen een betere vergoeding dan als stagiair) dan is van werkgever wisselen in een overspannen arbeidsmarkt wel heel aantrekkelijk. De enkeling de binnenkwam was zo weer weg.

Mijn angst is, dat nu de uitstroom op gang gaat komen van hen die wel makkelijk weg kunnen (in gemeenteland zoeken veel gemeenten naar gekwalificeerd, gepokt, en gemazeld personeel), maar bleven uit liefde voor hun werk en stad, nu alsnog aan de kuierlatten trekken. Waarom? De VVD-kloon (Lokaal Realisme) die van ambtenaren kraken hun handelsmerk heeft gemaakt! Je zal zo’n ‘baas’ maar krijgen. Nu ook de andere beoogde coalitiepartijen daarmee samen gaan werken blijken ze uit hetzelfde hout gesneden!

In mijn voorspelling 6 ben ik uitgebreid ingegaan op geloofwaardigheid. Deze Feyenoorder (geen woorden maar daden) concludeert op basis van de daden, dat de woorden ‘samenwerken’ en ‘andere bestuurscultuur’ leeg zijn. Ongeloofwaardig! De verkiezingsuitslag was voor mij reden om in rouw te gaan. Rouw omdat de gemeente, de stad, de gemeenschap waar van ik deel uit maak en waarvan ik hou, stervende is of in coma is geraakt. Verkiezingswinst werd gemaakt door de ambtenarenkrakers door de weggummers van cultuur, de egaliseerders.

Ik twijfel er niet aan dat alle, straks voor te stellen, wethouders enthousiast zijn en aan de slag willen om een positieve rol te vervullen bij het tot stand brengen van een beter en mooier Bergen op Zoom. Maar ik voorzie een afglijden. Want om werkelijk dat betere en mooier Bergen op Zoom tot stand te brengen, heb je een ambtenarenkorps nodig dat met ziel en zaligheid daarvoor gaat. De afgelopen jaren zijn veel van die ambtenaren weggejaagd en het feit dat nu een anti-ambtenaren VVD-kloon met goedkeurring van de andere coalitiepartijen deel gaat uitmaken van het nieuwe college zal de uitstroom versnellen.

Bergen op Zoom heeft een droevig werkgeversimago. In het forum in Halsteren verwees ik er al naar. Als droevig recent voorbeeld is het vertrek van een veel belovende jonge ambtenares op erfgoed. Ze vertrok bij de stad die zijn erfgoed zegt te koesteren! We trekken geen blijvers aan. Maar wel mensen die ervaring op komen doen in de ‘leeuwenkuil’ en daarna met die ervaring naar een beter betalende gemeente gaan en waar het werk leuker kan zijn, omdat hun goede ideeën, ook als ze geld kosten, tot uitvoer kunnen komen. Gemeenten waar het nog om de inhoud gaat en niet alleen over geld.

Bij de recente presentatie/ introductie van de ambtelijke top waren de meesten net in dienst. Heel weinig vertrouwde gezichten, veel ingehuurden, stuk voor stuk professionals die een job kwamen doen. Soms om de zoveelste reorganisatie vorm te geven.

Bergen op Zoom is een in coma geraakte schone slaapster. Met zo dadelijk een college dat als enige continuïteit kent een burgemeester, wiens gezondheid te wensen overlaat. De schone slaapster gaat met een college met deze (partij)samenstelling de volgende fase in van de palliatieve sedatie.

Gelukkig kan een gemeente niet overlijden. Ik blijf in rouw. Als politieke splinter is mijn daadkracht beperkt. Ik ben al jaren de politieke linksbuiten op de bank. Die denkt, trouwblijvend aan zijn geweten, aan de zijlijn het allemaal te weten. Wat mij betreft is het nu wachten op een regeringscommissaris. Zodat het vertrouwen en het werkgeversimago hersteld kan worden.

 

Louis van der Kallen.



BELASTING RECHTVAARDIG?

 

    


| 02-05-2022 |

 

Ik ben een getrouwe belastingbetaler en probeer nooit twijfels te hebben over wat en waarom ik moet betalen. De keren dat ik het met een belastingaanslag niet eens ben geweest (2 keer) heb ik per omgaande gelijk gekregen van de belastingdienst. Ik zie als gemeenteraadslid en als waterschapbestuurder waarvoor belastinggeld gebruikt wordt. Als sociaaldemocraat hecht ik aan het openbaargoed en de dienstverlening die met belastinggeld tot stand gebracht worden.

Ik heb mij tot nu toe niet verdiept in de rechtmatigheid en rechtvaardigheid van de oplegging. Ik nam tot nu steeds aan dat ons parlement en de Raad van State en de vele juristen en belastingdeskundigen in dienst van de overheid wel wisten wat ze deden.

De discussie die nu is losgebarsten over BOX 3 en hoe het ontstane begrotingsgat te repareren in combinatie met het invullen van de eigen aangifte deden mij eens kijken naar mijn eigen BOX 3 en hoe zaken worden berekend worden.

Omstreeks 30 jaar geleden kochten Ank en ik het pand waar ik nu, na het overlijden van Ank, alleen woon. We kochten het vanwege het kantoor aan huis met een aparte ingang. Het pand was eigenlijk voor ons te veel geld. Maar we schrapten een voorgenomen vakantie/familie bezoek in Nieuw-Zeeland en besloten zeven jaar niks nieuws te kopen en geen vakanties zodat de top van de hypotheek afgelost kon worden. Bij het pand zat een verhuurd appartementje. Het vormde een deel van het dak boven ons woonhuis. De begane grond en kelder waren deels ons huis en de etage en de zolder vormde het appartement van circa 65 vierkante meter in het centrum van Bergen op Zoom. In maart 2021 kwam het appartementje vrij en duurde het 10 maanden voordat ik het weer kon verhuren. Grootonderhoud is heden ten dage niet eenvoudig te regelen. Het duurde maanden voordat ik een aannemer vond die de klus bereid was te klaren. Met name het tegelwerk was een probleem. De kosten van het werk inclusief de leegstandmaanden: de opbrengst van bijna 3 jaar verhuren! Deels omdat ik het werk niet ‘zwart’ wilde laten doen en zekerheid wilde dat de werkers naar een volwaardige CAO betaald zouden worden. Ik ben niet voor niets al vele jaren FNV lid.

Volgens de regelingen in BOX 3 zou mijn belastbare ‘rendement’ op het appartementje 5,69 % van de WOZ-waarde zijn. De 5,69 % is volgens de regelgeving het voortschrijdende gemiddelde rendement over de laatste vijftien jaar op vastgoed.

Ik zou mijn huur met minimaal 60 % moeten verhogen richting huisjesmelkers niveau om in de buurt te komen van dat ‘belastingrendement’. Van de huur die ik vraag kan ik het klein onderhoud, de WOZ, de waterschapslasten, de verzekeringen en de afschrijving betalen van het groot onderhoud, alsmede de inkomstenheffing BOX 3. Ik speel dan globaal over 15 jaar bezien qua kasstroom quitte. Het in het pand vastzittende vermogen gaat over tientallen jaren bezien, door de waardestijging, minimaal gelijk op met de inflatie.

Nu ben ik een sociaaldemocraat en wil leven naar mijn principes. De afgelopen jaren hebben huisjesmelkers de particuliere verhuurmarkt grotendeels in handen gekregen en de huurprijzen naar uitbuiterniveaus verhoogd. Feitelijk moet ik meer belasting betalen door het feit dat ik een sociale huur vraag. Beseffen de beleidsmakers dat zij door de manier van belastingheffing feitelijk huurprijs opdrijvend werken. Ik verhuur per 1 januari 2022 bewust het appartementje weer aan een starter met een laag inkomen. Ik ben een gepensioneerde en kan mij de luxe van een relatief lage huuropbrengst permitteren. Maar mogelijk zijn er andere gepensioneerden die deels van de kasstroom van een verhuurd pand of pandjes moeten leven. Dan is quitte spelen geen optie. Dan moeten ze deels door de wijze van belastingheffing hun huurprijs verhogen richting asociale huur.

Geachte beleidsmakers: besef dat niet alle verhuurders asociale huisjesmelkers willen zijn. Maar soms ook voor in hun levensonderhoud voorzien door de opbrengst van hun panden. Voor gepensioneerde oud-winkeliers zijn hun panden vaak hun pensioenvoorziening. Het huidige toegedachte BOX 3 rendement op vastgoed is grotendeel van een huisjesmelkersniveau. Daarmee duwt de belastingheffing mensen die moeten leven van de kasstroom van huuropbrengsten naar huurprijzen die voor veel mensen onbetaalbaar zijn. Dat kan toch niet de bedoeling zijn!!!!

 

Louis van der Kallen.



VOORSPELLING 6

 

    


| 02-05-2022 |

 

De vraag die mij, sinds de coalitievorming met alleen landelijke partijen plus een VVD-kloon, door het hoofd speelt is: hoe geloofwaardig is wat hieruit gaat komen? Er is een akkoord bereikt en men is nu bezig met de wethoudersinvulling. GroenLinks/PvdA, CDA en D66 samen met VVD en de VVD-kloon! De opvattingen van de VVD-kloon over ons ambtelijk apparaat lijken mij richting partijen als GroenLinks, PvdA en D66 moreel en programmatisch onoverbrugbaar. Het CDA is bestuurlijk altijd flexibel als elastiek dus daarvan mag je meegaandheid, ook op dit punt, verwachten. De VVD zal de VVD-kloon in haar opvattingen volgen. Vermoedelijk niet omdat ze ook denken dat grote bezuinigingen mogelijk zijn. De ambtenarencitroen is allang tot op de zure vezels uitgeperst, maar de VVD roert in dezelfde kiezerspoel als de VVD-kloon en wil niet achterblijven.

Als er werkelijk een college komt met deze samenstelling zal blijken dat het imago van Bergen op Zoom als werkgever nog slechter kan worden. Mijn voorspelling; dan gaan nog meer ambtenaren lopen naar de gemeenten die én meer betalen én een betere werksfeer en toekomst bieden.

Welke geloofwaardigheid denken deze partijen dan over te houden. Kan het vertrouwen in de politiek en ons gemeentelijk apparaat nog minder? De politicoloog Maurits Meijers onderscheidt verschillende soorten geloofwaardigheid.

  • De positionele geloofwaardigheid (zijn de standpunten van partijen en politici consistent).

  • De ideologische geloofwaardigheid (passen de compromissen waartoe je komt bij de kernwaarden die je als partij of politicus verkondigt). Iets voor GroenLinks/PvdA en D66 om over na te denken!

  • De morele geloofwaardigheid (gebaseerd op eerlijkheid).

Welke politici, welke raadsleden, welke partijen, welke toekomstige wethouders, welke onderhandelaars zijn geloofwaardig? Hoe geloofwaardig zijn de meer dan 60 % van de kiezers die wegblijven?

Ik praat bij mijn praatpaal wekelijks met ‘kiezers’ veelal mensen en soms ook ambtenaren die (lokale) politici niet meer geloofwaardig achten. Ik twijfel niet aan de inzet van mijn collega’s als het gaat om de wens een rol te spelen in een betere toekomst voor onze gemeente. Mijn angst is dat door het gebrek aan geloofwaardigheid die betere toekomst van Bergen op Zoom eerder verderaf dan dichterbij komt. Dat er nu door de onderhandelaars ook met de gemeentesecretaris wordt gesproken geeft mij enige hoop. Maar vooralsnog niet meer dan dat.

 

Louis van der Kallen.