OPEN BRIEF 2 GEPUBLICEERD IN DE BERGSE BODE

Bergen op Zoom, 21 december

Aan de inwoners van de gemeente Bergen op Zoom,

De afgelopen weken hebben veel inwoners mij aangesproken over de aangifte van het college bij het OM inzake het openbaar maken van “geheime” stukken. Hoe kan een raadslid, die het zo vaak heeft over het handhaven van wetten en regels, in een positie komen dat er tegen hem aangifte wordt gedaan? Beantwoording is niet eenvoudig. Maar de burger heeft het recht te weten hoe volgens mij de vork in de steel zit. Ik heb als raadslid bij mijn aanvaarding van het ambt de volgende eed afgelegd: “Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!”
Het is mijn, door de wetgever opgedragen, plicht het gemeentebestuur te controleren. In dat kader heb ik het wettelijk recht vragen te stellen. Helaas is het niet bij wet geregeld dat het college de plicht heeft mijn vragen te beantwoorden. Uitspraken van de Rechtbank in Arnhem in hoger beroep, bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, stellen feitelijk dat: een geschil over de toepassing van de informatieverplichting op politiek niveau dienen te worden uitgevochten. Met andere woorden de gemeenteraad en of een commissie van de gemeenteraad mag bepalen dat vragen van een raadslid niet beantwoord worden of later beantwoord worden dan het reglement van orde voorschrijft.
De gemeenteraad van nu bestaat uit 33 leden waarvan er slechts één (ik) van het begin van de plannenmakerij inzake de Bergse Haven tegen was. Drie leden en hun rechtsvoorgangers (van GroenLinks, SP en BSD) hebben gedurende de het proces van ontwikkeling en realisatie van de Bergse Haven nooit deel uitgemaakt van het college. Zij hebben dus de afgelopen 10 jaar geen burgemeesters of wethouders geleverd.
Het voorgaande betekent simpelweg dat 30 respectievelijk 32 raadsleden iets te verspelen hebben als zou blijken dat er ernstige fouten zijn gemaakt. Dan is geheim verklaren van alles wat het bewijs zou kunnen leveren van ernstige fouten of het misbruik van macht het middel om een kritisch raadslid de mond te snoeren. Ik had, vanwege de door mij afgelegde eed ‘mijn plicht, het controleren van het gemeentebestuur, naar eer en geweten te vervullen’, een moeilijke keuze te maken. Voor mij is het logisch te kiezen voor de opdracht van de hogere wetgever en daarbij het risico te lopen politieke besluiten van een lagere wetgever te schenden. De vraag is of ik de raad/college-besluiten om allerlei zaken geheim te houden, ook werkelijk zou hebben geschonden? Ik denk op grond van de wet zeker te weten van niet.

Op 15 juli j.l. had ik een overleg met de toenmalige gemeentesecretaris, waarvan het doel was werkafspraken te maken voor het door mij op te pakken onderzoek. Reeds eerder had ik, in mijn functie als gemeenteraadslid uitgebreide dossieronderzoeken gepleegd (gunning schilderwerk (augustus/november 2007), aanbestedingen (maart/mei 2008)). Mijn dossieronderzoeken kwamen tot stand middels een verzoek tot dossierinzage met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). In mijn herinnering is in het overleg ook naar de gang van zaken bij eerdere onderzoeken verwezen. Op 17 juli 2009, dus 2 dagen na het overleg met de gemeentesecretaris, ontving ik van de ambtenaar (verantwoordelijk voor de archivering) een mail (in kopie o.a. aan de gemeentesecretaris) met als bijlage een document genoemd “werkwijze” en als titel: “Afspraken ter behandeling van het verzoek van raadslid L. v/d Kallen tot inzage dossiers Bergse Haven.” Ik mocht veronderstellen dat dit document alle afspraken bevatte, gemaakt in het overleg op 15 juli 2009. Ik was dan ook hogelijk verbaasd dat ik na de publicatie van mijn vragen op 21 september 2009 op 24 september een mail kreeg met als bijlage een mij tot op dat moment onbekend ‘besprekingsverslag’ gedateerd 15 juli 2009. Een verslag waarvan ik het bestaan niet wist en gezien het afsprakenlijstje van 17 juli ook niet kon bevroeden dat het bestond. Helder zal zijn dat ik van dat verslag de inhoud niet kende en noch voor 21 september 2009 maar ook niet daarna akkoord ben gegaan met dit verslag. In het voor mij tot 24 september 2009 onbekende ‘besprekingsverslag’ is te vinden: “dat de dossiers op volledigheid worden gecontroleerd alsmede op eventuele geheime stukken.” In het afsprakenlijstje van 17 juli 2009 komt de volgende passage voor: “dossiers worden ter controle voorgelegd aan het aanspreekpunt RO (Controle: is het dossier compleet en voldoet het aan de eisen van de WOB?). Daar het aanspreekpunt RO ook een meester in de rechten is, mocht ik veronderstellen dat de dossiers die ik ter inzage kreeg voldeden aan de eisen die de WOB daaraan stelt. Ik ben hierin versterkt door het volgende onderdeel van het afsprakenlijstje van 17 juli: “Let op! Mutaties in een dossier in overleg met en door het aanspreekpunt DIV laten verwerken!” Wat dus niet in het dossier kon blijven, bijvoorbeeld ‘geheime stukken’, zou in het kader van de WOB verwijderd kunnen worden!

Ondergetekende mocht dus verwachten dat de dossiers die hij ter inzage kreeg volledig openbaar waren of in het belang van het onderzoek naar een mogelijk tekort van circa 50 miljoen euro op de Bergse Haven openbaar waren geworden.
Mijn inziens is hiermede de aangifte een aangifte die iedere rechtsgrond ontbeerd en derhalve slechts een politieke stap is, in een poging dit raadslid de mond te snoeren.

Het Bergse gemeentebestuur heeft een lange traditie van beslotenheid. Ik ken geen andere gemeenteraad die zo vaak in beslotenheid vergadert als de onze. En een meerderheid van de gemeenteraad slikt het allemaal. Soms is er enige weerstand maar vrijwel altijd staat de oppositie hierin alleen. Enkele citaten uit de raadsvergadering van 25 juni 2009 (de eerste nadat het college in beslotenheid bekend had gemaakt welke financiële ramp over ons kwam) die dit onderschrijven: “Er is sprake van machtsmisbruik om de raad geheimhouding op te leggen, dus moet de politiek openheid afdwingen” aldus de heer Huisman van de VVD. “Raad wordt monddood gemaakt” aldus mevrouw Kammeyer van D66. “Beweging naar de doofpot is ingezet” aldus de heer Harijgens van GroenLinks. De heer Withagen (CDA) voorzag het scherp ‘uiterlijk 1 oktober moet het onderzoek en het debat rond deze zaak afgerond zijn anders komen er lang voor oktober botsingen die de zaak openbreken.’ De ‘afspraak’ in de raad van 25 juni 2009 was: afronding onderzoek rekenkamercommissie voor oktober, zodat de verkiezingen over iets anders zouden kunnen gaan dan de Bergse Haven. De feiten wijzen uit dat ‘vertragen zolang het kan’ het devies van velen is geweest. Er is immers nog geen rapport van de RKC.
Het gemeentebestuur en haar ambtenaren hebben veel te leren. Reeds jaren doet men, als het over het grondbedrijf gaat, alsof het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) niet bestaat.
Het BBV beschrijft in de artikelen 16 en 70 precies wat in de grondparagrafen van openbare stukken zoals de begroting en de jaarrekening ter bevordering van de controlerende taak van de gemeenteraad dient te worden vermeld. Zelfs wat volgens die richtlijnen van de hogere overheid openbaar dient te zijn, verklaart de gemeente Bergen op Zoom rustig geheim/vertrouwelijk en doet zelfs aangifte als een raadslid de ‘euvele’ moed heeft om vragen te stellen over gegevens die volgens de BBV openbaar behoren te zijn.

Ik zie een eventuele rechtsgang met vertrouwen tegemoet. De waarheid zal boven komen en de verantwoordelijken dienen in de raad of daar buiten verantwoording af te leggen. Zelfs een raadsmeerderheid helpt daar geen moedertjelief aan.

Met vriendelijke groet,

Louis van der Kallen
Gemeenteraadslid BSD-fractie

 

Reacties zijn gesloten.