NOVEMBER 2009

 


9 november

Vandaag was de eerste termijn van de begrotingsbehandeling in de gemeenteraad.
Onderstaand mijn bijdrage.

Voorzitter, geachte collega’s,

Geheel tegen mijn gewoonte, heb ik mijn verhaal, de bijdrage van de BSD, op papier gezet.
Niet dat ik, nu de verkiezingen naderen, van stijl verander maar omdat hetgeen ik ga zeggen om meerdere redenen afgewogen moet zijn en zoveel als mogelijk ontdaan van mijn deels persoonlijke emoties.

Deze begrotingsbehandeling is voor mij bijzonder omdat ik voor het eerst tegen een begroting ga stemmen omdat deze begroting, naar de mening van de BSD-fractie, op onderdelen, niet voldoet aan de minimale wettelijke vereisten.

Met name de grondparagraaf voldoet naar onze inzichten niet aan het gestelde in artikel 16 lid c, lid d en lid e van het BBV. Nooit eerder heb ik het meegemaakt dat bij de beantwoording van in het openbaar gestelde vragen, naar aanleiding van de inhoud van een openbaar stuk, verwezen wordt naar een mondelinge beantwoording in een bijeenkomst met een besloten karakter waar geen bandopname van is en geen inhoudelijk verslag van wordt gemaakt. Zelfs een gelijkluidende vraag die verleden jaar nog schriftelijk werd beantwoord werd nu in beslotenheid beantwoord.

Deze begroting bevat op een cruciaal punt onvoldoende informatie om als raadslid je controlerende taak naar behoren te doen. Hier faalt het college als geheel en de portefeuillehouder financiën in het bijzonder.

Als evident voorbeeld: artikel 16 lid c. gaat niet over individuele exploitatieopzetten. Het gaat in dat artikel over en ik citeer: “een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie.”. Niks vertrouwelijks in de zin der wet. Maar klaarblijkelijk iets waarover het college niet publiekelijk verantwoording over wil afleggen.
Merkwaardig vindt de BSD ook de Deloitte bijlage genaamd “Paper Financiële uitgangspunten begroting”. In de beleving van de BSD een poging om de begroting in een positiever daglicht te stellen dan de werkelijkheid. Mijn bijzondere aandacht ging uit naar het weerstandsvermogen. De tekst: “Het weerstandsvermogen van uw gemeente bedraagt na aftrek van alle risico’s (inclusief risico’s van de grondexploitaties) circa 3,1 miljoen euro’s”, trof ons zeer. De schrijver had tegen deze zin zoveel weerzin dat er in de originele tekst maar liefst 3 schrijf/taalfouten zaten. Voor de oppervlakkige lezer lijkt alles in orde. De realiteit is: dat de werkelijkheid iets anders is. De laatste zin van dat hoofdstukje luidt: “Ook de omvang is toereikend om alle mogelijke (becijferde) risico’s op te vangen”. De onbecijferde dus niet! Het BBV schrijft in artikel 16 lid c “een actuele prognose” voor. Uit het Deloitte stuk, gedateerd 28 oktober 2009, blijkt dat het risicoprofiel per 31 december 2008 is opgemaakt. Hoezo actueel! Alsof er na 31 december 2008 niets is gebeurd wat bij het berekenen van het risicoprofiel en de werkelijke weerstandsreserve meegenomen zou moeten worden.

Het is zo dat dit college zich wel realiseert dat er sprake is van grote risico’s in de grondexploitatie van met name de Bergse Haven. Men maakt op termijn totaal 20 miljoen euro vrij. De vraag is of dit conform de regels c.q. de gebruiken is die binnen de overheidsadministratie usance zijn. De BSD denkt van niet.
Een mogelijk verlies dient administratief genomen te worden als het zich aandient. Voor de BSD is het verlies helder vanaf het moment van de presentatie door de directeur van de GEM. Tot op heden is er geen goedgekeurd plan met een andere/betere financiële uitkomst. Dus dient het gecalculeerde verlies op het huidige plan en de huidige exploitatieopzet genomen te worden en dienen, conform de comptabiliteitsregels, passende maatregelen genomen te worden. Een overheid dient in dit soort zaken het zorgvuldigheidsprincipe te hanteren. In deze begroting gebeurt dit niet. Voor de BSD reden om GS te verzoeken om ex. artikel 215 een onderzoek in te stellen naar het beheer en de inrichting van de financiële organisatie zoals bedoeld in artikel 212, eerste lid van de GW. Tevens zal de BSD GS verzoeken tot het instellen van een preventief toezicht.

Voorzitter, in dit kader een paar bemerkingen over de Bergse Haven en in het bijzonder de gang van zaken rond de totstandkoming van de aankoop van de gronden van Nedalco. Ik heb in deze een aantal vragen gesteld welke tot op heden niet kenbaar voor de BSD zijn beantwoord. De tijd dringt. De Nedalco-deal nadert zijn finale afronding. Deze deal is feitelijk de strop om de financiële nek van de gemeente Bergen op Zoom. De BSD vraagt zich in ernst af of de bij deze deal gevolgde procedures en handelingen een wettelijke en morele toets kunnen doorstaan? Of er in dat proces fouten zijn gemaakt of gebeurtenissen hebben plaatsgevonden die kunnen leiden tot nietigverklaring van de aangegane overeenkomst?
De financiële katernen van de kranten staan de afgelopen dagen bol van de verhalen over de vastgoedfraude en hoeveel schade partijen daar door mogelijk hebben geleden. Honderden miljoenen euro’s.
In mijn onderzoek ben ik op zaken gestuit die parallellen lijken te vertonen met de deals die bij die zaken aan de orde blijken te zijn.

– Gegoochel met prijzen van vastgoedobjecten. (136 miljoen euro (2001), 77 miljoen (2003), 60 miljoen (2008)
– Het gebruik van een inner cirkel (het inschakelen van (externe) personen die na enig uitzoekwerk vrijwel uitsluitend blijken te behoren tot de (partij)bekenden van één persoon, deels zonder de inkoopprocedures te respecteren).
– Gezamenlijk te ‘onderzoeken’ wat iets waard zou zijn (via de inhuur, met wederzijds goedvinden, van bepaalde deskundigen die concepten, buiten aan de opdrachtgever (de gemeente), ook voorleggen aan de verkopende partij). Er wordt immers ‘gestreefd naar een gezamenlijk gedragen advies’.
– Het in onderling overleg (soms in een één-op-één situatie) de prijs bepalen c.q. de deal bepalen (29 mei 2002 – burgemeester en directie van Nedalco, bevestigd in een brief van 17 juni 2002).
– Niet van alle periodieke bestuurlijke overleggen met Nedalco zijn de verslagen beschikbaar.
– Het structureel negeren van klokkenluiders (notitie stuurgroep (2003): “Vraag hoe de integriteit van de bedrijven vastgesteld moet worden is voorlopig niet beantwoord”. In een memo “wij kunnen het ons natuurlijk ook niet veroorloven als achteraf zou blijken dat we teveel hebben betaald, of dat we onder verkeerde voorwenselen hebben getaxeerd.” In deze memo wordt ook een maximaal bod van 30 miljoen genoemd voor een “verouderde fabriek zonder perspectief”).
– Misleiden/onvolledig informeren van controlerende instanties (De GREX voorgelegd aan de gemeenteraad blijkt anders te zijn dan de zogenoemde dekkingsgrex. Het ‘noodscenario (2004) waaruit blijkt dat het verschil tussen wel of niet Nedalco in het plan een verschil maakt van 54 miljoen euro (47 min of 7 plus), is niet voorgelegd aan de gemeenteraad. Geen raadsmededeling dat het “positionpaper”van de Boer & Croon een tekort aan gaf van 68 miljoen (2002). Geen raadsmededeling over de rapportage van de Grondmij (april 2002) die op een min uitkomt van 139 miljoen euro (inclusief alle milieu kosten), waaruit helder wordt wat verplaatsen van Nedalco vermoedelijk gaat kosten. Uit de Memo van de Grondmij (mei 2002) blijkt dat zij het verschil tussen Nedalco in het plan of Nedalco uit het plan, berekenen op 134 miljoen.

Feit is dat de overeengekomen aankoopprijs van Nedalco in geen enkele verhouding staat tot de in het jaarverslag van Cosun (de 100 % aandeelhouder van Nedalco) opgenomen totale waarde van gronden en gebouwen van Cosun in Nederland.

‘Ben ik nu zo slim, of zijn zij nu zo dom’ (zoals Van Gaal zou zeggen) om te denken dat, voordat je tot een aankoop/verplaatsing van een bedrijf als Nedalco besluit, je een grondige analyse moet maken van het beleid en de visie van het te verplaatsen bedrijf op zijn toekomst. Hierbij kun je putten uit openbare gegevens zoals de aankopen/acquisities van marktaandelen en productielocaties om te achterhalen en in te kunnen schatten wat de bedrijfstechnische en economische waarde is van wat je aankoopt. Ik heb een dergelijke analyse niet in de dossiers aangetroffen!

Wat de BSD betreft bevat het voorgaande meer dan voldoende aanknopingspunten om de rijksrecherche te verzoeken naar de gehele gang van zaken rond de aankoop van Nedalco een onderzoek in te stellen.

Tenslotte, de BSD bereiken met regelmaat opmerkingen over de regeling dat bij vermissing van een reisdocument of rijbewijs voor verkrijging niet alleen de gebruikelijke kosten in rekening worden gebracht maar ook een verhoging van 20 euro. Mensen ervaren dat als een boete. Zeker als je gerold bent of beroofd, wordt dat door het slachtoffer als zeer onrechtvaardig ervaren. Mensen die aangifte hebben gedaan van vermissing en te horen hebben gekregen dat het zakkenrollersgilde, gezien het grote aantal aangiften, weer actief is, ervaren de boete als een gemeentelijk misbruik van hun slachtofferschap. De BSD overweegt een motie om de artikelen 8.2.4 en 9.1.2 van de legesverordening in deze te schrappen c.q. aan te passen bijvoorbeeld door deze artikelen niet van toepassing te verklaren ingeval van aangifte.

Voorzitter tot zover.

Tijdens de behandeling kwam ook de “stand van zaken uitvoering collegeprogramma 2006-2010” aan de orde. Geschreven als één grote lofuiting van het college op zichzelf. Het understatement van het jaar daarin was voor mij de constatering “dat de grondexploitatie van het project Bergse Haven zonder wijziging in de planopzet en/of planfasering niet sluitend zal zijn.” Een getaxeerd verlies op de huidige exploitatie komt voorlopig uit op 50 á 55 miljoen. Het is maar wat je ‘niet sluitend’ noemt.


 

 

Reacties zijn gesloten.