CHARON MOET NOG WACHTEN

 

    


| 15-12-2021 |

 

 

In het boek van Michael Ignatieff wordt uitgebreid ingegaan op de ideeën van David Hume over troost en vertroosting. Hume en zijn vriend Adam Smith auteur van (The Wealth of Nations) worden samen met Adam Ferguson) vaak gezien als de grondleggers van de principes van de moderne liberale partijen. In werken als Essays (Hume), My Own Life (Hume), Theory of Moral Sentiments (Smith) en An Essay on the History of Civil Society ( Adam Ferguson) kwam voor het eerst in de geschiedenis weerstand naar voren tegen de kerkelijke boodschap dat de armen en uitgeslotenen maar moesten berusten in hun lot en mochten hopen op een eeuwige beloning in het hiernamaals.

Deze drie filosofen uit het achttiende-eeuwse Schotland waren denkers die de verlichting mede vormgaven en die pleitten voor een seculiere marktmaatschappij. Mijn VVD-collega’s bouwen op hun ideeën voort. Deze schilddragers van het liberale gedachtegoed wil ik graag een citaat uit “Troost” meegeven: ”Hume vergat nooit wat het hem had gekost om zichzelf vrij te maken van religie en de stoïcijnse onverschilligheid ten aanzien van materiële zaken. Hij vergat nooit hoe het was geweest om alleen en onbemiddeld te zijn.”

Ik onderschrijf de strijd van de ‘drie’ als het gaat om hun weerstand tegen die kerkelijke boodschap. Ook de armen en uitgeslotenen van nu hebben rechten in dit leven. Wat zou ik graag zien dat de liberalen van nu eens de moeite zouden nemen kennis te nemen van de Theory of Moral Sentiments en dus verder zouden kijken dan alleen de marktwerkingstheorieën (The Wealth of Nations) van hun ‘held’ Adam Smith.    

Soms lees je iets en dan blijkt dat er in meer dan twintig eeuwen aan sommige –  mijns inziens  -verwerpelijke zaken, niets veranderd is. Adam Smith kwam met regelmaat bij zijn ernstig zieke vriend Hume op bezoek met de hoop dat hij zou herstellen. Tijdens een van deze bezoeken vertelde Hume dat hij een van zijn oude favorieten aan het lezen was: Nekrikoi dialogoi (Dodengesprekken) van Lucianus waarin de gesprekken aan de orde komen tussen de stervenden en de veerman Charon. Hume vertelde dat het enige uitstelexcuus dat hij bij Charon met recht kon aanvoeren was dat hij meer tijd nodig had om de mensheid van bijgeloof te verlossen. Maar Hume vertelde ook dat hij de reactie van Charon wel kon raden: ‘Dat gaat de eerst tweehonderd jaar niet gebeuren. Hup de boot in, luie lanterfanter.’

Charon wist klaarblijkelijk hoe de bijgelovige en onnozele mensheid in elkaar stak. Nu meer dan 200 jaar na de dood van Hume is de mensheid nog steeds bevattelijk voor bijgeloof, alleen noemen we het nu nepnieuws of complottheorieën.                                                                                                                         Ik ben ook voorbereid op mijn ontmoeting met Charon. Mijn doodshemd (mijn overhemd) zal wel een zakje hebben. Met daarin, in een pergamijn zakje, een mijtje als vervanging van de obool, ter betaling van de overtocht. Niet onder mijn tong want ik ben geen Middeleeuwer en eet ook geen brons en ook geen zilver want ik ben (dan was) een zuinige Hollander. Mijn zoon heeft het zakje al jaren klaarliggen, want ik ben ook een schaker en denk vooruit en bereid mij voor. Per slot van rekening hebben we aan de wijsheid van de Grieken veel te danken van mathematica en wijsbegeerte tot democratische principes. Je weet maar nooit! Hun mythologie bevatte mogelijk ook de nodige ervaringswijsheid.

Maar ik heb meer gemeen met Hume. Hume kwam aan het eind van zijn leven tot de conclusie dat hij gedijde op negatieve reacties op zijn werk. Ik ervaar dat ook. Diep ik mijn hart geniet ik van tegenspel, zeker in de politiek. Het haalt het beste in mij boven. Ik ben niet van de standpunten om het publiek (de kiezer) te paaien. Ik ga als volksvertegenwoordiger voor wat ik denk dat goed is. Ook als dat een belastingverhoging is om goede publieke diensten overeind te houden. Zoals bijvoorbeeld veiliger dijken of een meer sociale samenleving.

Hume was bij het naderen van de dood van mening dat zijn leven was geslaagd. Hij was trouw gebleven aan zijn ambities en het pad wat hij voor zichzelf had uitgestippeld. Mijn ambities en levenspad had ik niet echt uitgestippeld maar ik ben trouw gebleven aan de principes die ik heb overgenomen van mijn moeder en haar boekenkast. Die hebben mij gebracht tot waar ik ben en tot het levenspad wat ik heb gevolgd. Een pad dat ik deels heb kunnen volgen omdat mijn echtgenote dat toestond en mij steunde. Voor de resterende tijd probeer ik daaraan vast te houden. Charon moet op Louis nog even wachten.      

 

 

Louis van der Kallen.



Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *