| 27-09-2021 |
Over het dossier “Bestemming Rijkscompensatiemiddelen Cultuur Corona” schreef ik afgelopen vrijdag (24 september 2021) het artikel “De weg kwijt”, waarin ik mij afvroeg; “Waar is het moreel leiderschap?” Het tweede artikel in dit dossier ging over weten en geweten en over ‘Brave soldaat Schwejk’ gedrag van ambtenaren, het ja en amen gedrag wat heeft geleid tot een gebrek aan tegenspel mede veroorzaakt door bestuurders die ‘alles’ al weten.
Maar niet alleen collegeleden en ambtenaren zijn de weg kwijt in Bergen op Zoom ook veel leden van de Raad, zijn in mijn ogen de weg kwijt. Ons kleine volle landje, met circa 17,5 miljoen inwoners, met bijna net zoveel voetbalcoaches, en voor iedere ziel een partijtje heeft vele regels, waar we ons als burgers, overwegend niet aan lijken te houden. Behalve als we een moderne ambtenaar zijn en uit ervaring geleerd hebben dat wetten, regels en protocollen er zijn om zich achter te verschuilen zodat we niet zelf behoeven na te denken en daarom uit lijf(functie)behoud de opdrachten van de bestuurders nauwgezet uitvoeren. In de regel volgt dan na verloop van tijd een echte ontsporing van het systeem.
Door de ‘sociale’ media zijn we ook allemaal behept c.q. besmet geraakt met het méébestuurvirus. Terwijl de bedoeling van verkiezingen toch echt is dat de burger/kiezer een volksvertegenwoordiger (M/V) kiest die hem of haar vertegenwoordigt in het betreffende bestuurlijke orgaan. Bijvoorbeeld de gemeenteraad. Overheden hebben door de jaren heen getracht, op soms creatieve manieren, haar onderdanen in het gewenste gareel te krijgen. Een voorbeeld daarvan zag ik recent. De zangbundel voor het Nederlandse leger van circa honderd jaar geleden. Uitgegeven onder last van den Minister van Oorlog. Wij waren immers stoere patriotten. 64 liedjes om tot éénheid te komen en de eigen(spot)variaties uit te bannen.
Iedere Nederlander zong en zingt zijn eigenlied en dat lied lijkt ook steeds meer een eigen waarheid te hebben. Ook de Bergenaar die ooit de eerste eigenaar was van die bundel, ene Frans van Tilburg, zal buiten het Merck toch hoe Sterck (nummer 7 in de bundel) zijn eigen lied gezongen hebben.
Zo ook de politieke partijen in Bergen op Zoom. Het voorbeeld van het linkse blok (SP, PvdA, GrL en BSD) om samen te werken en zo veel mogelijk, na afstemming, te spreken met één woordvoerder) wordt door de anderen nog niet gevolgd. Nee, men buitelt over elkaar heen om al een mening te hebben nog voordat er een fatsoenlijk hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden.
Raar en deels in strijd met politieke fatsoensnormen. Donderdag 23 september mocht ik nog namens alle partijen een orde voorstel indienen. Inhoudende stoppen met de discussie over het dossier “Bestemming Rijkscompensatiemiddelen Cultuur Corona” en tijdens de Raad van 30 september het onderwerp middels een raad brede interpellatie het collegevoorstel behandelen. Is het dan passend dat de burgemeester het alsnog op 27 september wil bespreken/toelichten? Een interpellatie heeft tot doel alle vragen goed en afgewogen te beantwoorden. Het college heeft dan minimaal 48 uur gehad om de vragen adequaat te beantwoorden zodat niets uit de losse pols gebeurt en hoor en wederhoor correct en volledig heeft plaats kunnen vinden voordat het eventueel tot een oordeel komt over het door de portefeuillehouder c.q. het college gevoerde beleid.
Het nu willen bespreken in het Presidium lijkt op het willen sturen van de discussie door het college. Men lijkt ook nu de weg kwijt. Wat door mij ook als niet passend wordt ervaren is het dossier nu door een ambtenaar te laten uitleggen. Het zou een technische toelichting zijn. Het dossier en al wat daarin is gebeurd is POLITIEK geworden. Dan past, mijns inziens, daarin alleen een discussie met het college en haar leden in een openbare raadsvergadering.
Het geroep over wel of niet openbaar van een discussie in het Presidium komt op mij over als politiek ellenbogen werk. Wat is gebruikelijk? Het Presidium is openbaar tenzij het Presidium besluit dat er dringende redenen zijn om een discussie in beslotenheid te houden. Pas als ik die redenen heb gehoord kan ik ze afwegen of ze voldoende dringend zijn om een groot goed, de openbaarheid, op te geven.
Ik raad de collega’s aan eens goed naar de voorgevel van ons stadhuis te kijken. De beelden van Vrouwe Justitia en Vrouwe Prudentia. Het zwaard en de balans vullen niet voor niets de handen van Vrouwe Justitia en de spiegel niet voor niets de hand van Vrouwe Prudentia. De slang of de staf met twee in elkaar gestrengelde slangen ontbreekt helaas in Prudentia haar andere hand. Beide sieren veel gevels van stadhuizen. Bijvoorbeeld ook die van de Antwerpen. Vrouwe Prudentia staat voor verstandigheid en voorzichtigheid. Vrouwe Justitia, staat voor rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid en voorzichtigheid zijn mijns inziens de belangrijkste noodzakelijke deugden voor een goed stadsbestuur.
Nu maar hopen dat beide dames de vroede vaderen inspireren om de uitkomst van de interpellaties af te wachten en pas dan te komen tot wijze besluiten.