| 03-09-2021 |
In deze tijd van klimaatverandering en teistering door orkanen, overstromingen, hevige regenbuien, hittegolven, droogten en verregende zomers is het misschien tijd om aan de heerser van Rijk van Neptunus/Poseidon eer te betuigen want zowel de zegen als de (natte) plagen vinden daar hun oorsprong.
“Koning der woeste zee!
Broeder van Jupiter, heersend naast hem,
Heel d’ Oceaan gehoorzaamt zijn stem;
En doet zijn baren bulderend klotsen
Tegen de harde en onbuigzame rotsen.
Heft gij de drietand, dan schuimen de golven,
Tegen ’t gesteent’, in de diepte bedolven.
Bergstromen gaan in uw boezem verdwalen,
Zoekend de weg door valleien en dalen;
Fronst gij ’t gelaat, dan gaat Aeolus schuilen,
Diep in zijn hol, als de stormvlagen huilen;
’t Licht van uw kroon doet de golven verdwijnen,
Zilveren glans in uw koninkrijk schijnen,
Badend in ’t morgenlicht, spoed zich uw span
Edele rossen en brengt u dan,
Daar waar Apollo zingt, die met zijn wagen,
Wacht aan de hemelpoort. Maar geen behagen
Vindt gij in dit toneel; streng is uw koninkrijk,
’t Fronsend voorhoofd geeft daarvan duidlijk blijk,
Doch nauwelijks uit de hemel neergekomen,
Voordat gij afdaalt in de diepe stromen,
Wilt gij verbinden majesteit
Met alles wat het hart verblijdt.
O koning door uw schelp gedragen,
O zeegod op uw gouden wagen,
Aan u is onze zang gewijd,
Zo nu als in de eeuwigheid.”
John Keats