| 01-04-2021 |
Aesopus, vaak ook Aisopus genoemd was een Griekse dichter (ca. 620-560 v.Chr.) die bekendheid verwierf door zijn fabels (verhalen) waarin dieren zich gedragen als mensen (personificatie). Het gaat daarbij vooral om de moraal van het verhaal.
De trompetter
Een trompetter die alarm blies, werd door de vijand gevangengenomen. Hij schreeuwde: “Mannen, dood mij niet, want dat verdien ik allerminst. Ik heb niemand van jullie gedood en mijn instrument is mijn enige wapen.” Zij reageerden naar hem: “Een reden te meer om te sterven, want jij, die zelf niet kan vechten, maakt alle anderen strijdlustig.”
Moraal
Degenen die alarm slaan of waarschuwen voor kwade zaken kunnen de ‘heren’ machthebbers zodanig irriteren dat zij de ‘waakhonden’ een kopje kleiner of monddood willen maken. Een enkele vonk kan een grote brand geven. Eén enkel woord of geschrift kan de geestdrift doen ontstaan die tot een ‘revolutie’ kan leiden. Zo kan een roepende in de woestijn de aanleiding zijn tot een tsunami van protesten. Eén pen kan een gruwelijk wapen zijn.
Het spreekwoordenboek van Harrebomée bevat in deze ook een wijsheid: “Het is geen wijsheid, tegen de heeren te schrijven, Die u uit uw land en goed kunnen verdrijven.”
Ik ben het in deze niet eens met Harrebomée. Ik hou wel van de Leijtensens, Omtzigten en Loddersens die zitten in de Haagse politieke leeuwenkuil, vol met addergebroed, schorpioenen en figuren die ik, als het donker is, niet wil tegenkomen. In die kuil vol duisternis en hellevlees zijn zij de lichtpuntjes.