| 13-03-2021 |
De raaf en de vos is een Jean de La Fontaine fabel in de traditie van Aesopus een Griekse dichter (ca. 620-560 v.Chr.) die bekendheid verwierf door zijn fabels (verhalen) waarin dieren zich gedragen als mensen (personificatie). Het gaat daarbij vooral om de moraal van het verhaal.
Meester raaf zat in een eikenboom.
Hij klemde in zijn bek een heerlijk brokje kaas uit Gouda.
Meester vos, gelokt door deze droom
Van geur, keek op en sprak: “Doctor honoris causa,
U met uw wijs en alziend oog
En met uw glanzend zwarte toog,
Als ook uw stemorgaan zo mooi is als uw veren
dan moet toch ieder dier u als een feniks eren!”
Meester raaf, ontroerd door zoveel eer,
Wipte van tak tot tak en boog zich wat naar voren,
Keek toen trots over zijn snavel neer
Op meester vos en om zijn stem te laten horen
Gaapte hij met zijn bek héél wijd.
Maar ja, de kaas was hij toen kwijt.
Hij hapte er nog naar, keek treurig naar beneden.
De vos pakte zijn prooi en fleemde toen tevreden
Moraal
“Denk eraan, mijn waarde heer,
Elke vleier schenkt zijn eer
Aan door ’t lot verwende vrinden
Die zichzelf belangrijk vinden.
Deze wijze les, helaas,
Kost u wel dit brokje kaas!”
Beschaamd verborg de raaf zich in de eikentakken
En kraste toen wat laat: “Mij zul je niet meer pakken!”
En de kiezer? Valt de kiezer weer voor de politieke vleierij? Of kijkt hij eerst naar wat voor vlees er in de kuip zit. Harrebomée zou zeggen: “Zij vlechten vijgebladeren.”