AESOPOS FABELS: DE DIEREN EN DE PEST

 

    


| 12-03-2021 |

 

Aesopus, vaak ook Aisopus genoemd was een Griekse dichter (ca. 620-560 v.Chr.) die bekendheid verwierf door zijn fabels (verhalen) waarin dieren zich gedragen als mensen (personificatie). Het gaat daarbij vooral om de moraal van het verhaal.

De dieren en de pest

Lang geleden woedde er een ernstige ziekte onder de dieren. Vele van hen stierven en zij die in leven bleven waren zo ziek dat ze zelfs niets meer om eten en drinken gaven en zich lusteloos voortsleepten. Meester vos had geen zin meer in een vet kippetje en mijnheer wolf draaide zich walgend om wanneer hij een zacht lammetje tegenkwam. Tenslotte besloot de leeuw om de zaak met alle dieren te bespreken. Toen ze allemaal aanwezig waren stond hij recht en zei: “Beste vrienden, ik geloof dat de goden deze ziekte op ons hebben afgestuurd om ons te straffen voor onze zonden. Daarom moet de meest schuldige van ons gedood worden en dienen als offer voor de goden. Misschien krijgen we dan vergiffenis en zal de ziekte verdwijnen. Ik zal eerst mijn eigen zonden opbiechten. Ik beken dat ik zeer gulzig ben geweest en veel schapen heb opgegeten. Ze hadden mij geen kwaad gedaan. Ik heb geiten en stieren en herten opgepeuzeld. Om de waarheid te zeggen, ik heb zelfs af en toe een schaapherder opgegeten. Indien ik de meest schuldige ben, dan ben ik klaar om geofferd te worden. Maar ik denk dat het beter is wanneer ieder van ons eerst zijn zonden opbiecht zoals ik gedaan heb. Daarna kunnen we beslissen wie de grootste schuld draagt.” De vos antwoordde: “majesteit, u bent te goed. Kan het een misdaad zijn om schapen op te eten, zulke stomme dieren? Nee, nee, majesteit. U hebt hen grote eer bewezen door hen op te eten. En wat de schaapherders betreft, we weten allemaal dat ze behoren tot een zwak ras dat denkt dat het onze meester is.” Alle dieren klapten in hun poten en zeiden dat de vos gelijk had. Daarna kwamen de tijger, de beer, de wolf en alle wilde dieren de meest verschrikkelijke dingen opbiechten, maar allemaal werden ze onschuldig verklaard en men deed zelfs alsof ze zeer deugdzaam en onschuldig waren. Nu was het de beurt aan de ezel om zijn zonden op te biechten. “Ik herinner mij” zei hij met veel schuldgevoel, “dat ik op een dag voorbij een veld kwam dat eigendom was van een paar priesters. Het gras zag er zo mals en smakelijk uit en ik had zulk een honger dat ik mezelf niet kon tegenhouden om er wat van te eten. Ik had er geen recht op, dat geef ik toe…” Hij werd onderbroken door een groot tumult onder de dieren. Hier was de misdadiger die al dat ongeluk over hen had gebracht! Wat een verschrikkelijke misdaad was het om gras te eten dat van iemand anders was! Het was erg genoeg om er gelijk wie voor op te hangen, en zeker een ezel. Onmiddellijk sprongen ze op de ezel, de wolf als eerste, en al gauw hadden ze hem dood gebeten, waardoor hij ter plekke geofferd werd aan de goden, zonder dat er een altaar aan te pas kwam.

Moraal

Het zijn de zwakken die boeten voor de misdaden van de machtigen. Harrebomée biedt een veelheid aanspreekwoorden die ieder zijn eigen moraal kennen; “ ’t Fluweelen kleed, Kent straf noch leed” (de machtigen ontlopen hun gerechtvaardige staf), “De (geestelijke) heeren loopen doorgaans vrij, of hoogstens in den drop, als het op anderen slagen regent”, “De missslagen der geneesheeren worden met aarde, de gebreken der rijken worden met geld bedekt” (geld wast veel zonden weg) en “Kwade menschen hebben nu eere en pracht; Goede menschen worden als ezels veracht.”

Wie draagt schuld voor alle ziekten en plagen die het volk treffen? Vast niet degenen die ons jaren lang geleid hebben. Zij wassen hun handen, zoals Pontius Pilatus in onschuld. Zij dragen geen schuld aan de gevolgen van hun besluiten! Uiteindelijk dragen de zieken en zwakken zelf schuld voor hun lot. Ze hebben immers die leiders zelf gekozen! Of toch niet? Maak u op 17 maart weer dezelfde fout?

 

Louis van der Kallen.


Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.