| 01-03-2021 |
Aesopus, vaak ook Aisopus genoemd was een Griekse dichter (ca. 620-560 v.Chr.) die bekendheid verwierf door zijn fabels (verhalen) waarin dieren zich gedragen als mensen (personificatie). Het gaat daarbij vooral om de moraal van het verhaal.
Een lange tijd kwamen de leeuw, de vos, de jakhals en de wolf overeen om samen te jagen en alles te delen wat ze konden bemachtigen. Op een dag kon de wolf een hert vangen en riep onmiddellijk zijn kameraden samen om de buit te delen. Zonder dat iemand hem dat gevraagd had, nam de leeuw de leiding en begon hij de buit te verdelen. Hij deed of hij heel eerlijk was en telde met hoeveel ze waren. “Eén,” zei hij, tellend op zijn poten, “dat ben ikzelf, de leeuw. Twee, dat is de wolf, drie dat is de jakhals en vier is de vos.” Daarna verdeelde hij het hert zorgvuldig in vier gelijke stukken. “Ik ben koning leeuw” zei hij, nadat hij klaar was, “dus krijg ik natuurlijk het eerste deel. Het volgende deel is ook voor mij omdat ik de sterkste ben; en het derde deel komt mij ook toe omdat ik de moedigste ben.” Hij keek zeer woest naar de anderen en gromde: “Indien iemand van jullie het overblijvende deel wil nemen, dan moet hij het nu maar zeggen.”
Moraal
Macht bepaalt wat ‘rechtvaardig’ is. In deze fabel zou men ook de machiavellistische les kunnen zien; relatief krachteloze dieren dachten dat ze van een machtige onderhandelingspartner een evenredig deel zouden krijgen. De positie van de leeuw kent een parallel tussen de overheden.
Ook voor een gemeente (groot of klein) geldt: ken je rol en je positie. Soms moet je de grotere of sterkere iets gunnen om je eigen bescheiden deel binnen te kunnen halen. Dat geldt ook als je maar een klein partijtje bent! De wereld en de samenleving zijn zelden eerlijk of rechtvaardig.