AESOPOS FABELS: DE HINNEKENDE WOUW

 

    


| 05-12-2020 |

 

 

Aesopus, vaak ook Aisopus genoemd was een Griekse dichter (ca. 620-560 v.Chr.) die bekendheid verwierf door zijn fabels (verhalen) waarin dieren zich gedragen als mensen (personificatie). Het gaat daarbij vooral om de moraal van het verhaal.

De hinnikende wouw

Oorspronkelijk kon de wouw helder zingen. Hij hoorde op een keer een paard prachtig hinniken en hij probeerde het na te doen. Hoe vaak hij ook oefende, hij kreeg het maar niet onder de knie. Op het laatst raakte hij ook nog zijn eigen geluid kwijt. Zijn geluid leek toen niet op dat van een paard, laat staan op zijn vroegere stem.

Moraal

Soms is wat je wilt onbereikbaar. Ambieer geen zaken boven uw macht want dan verlies je mogelijk datgene wat je wel kan. Als apen hoger klimmen willen, ziet men dra hun blote billen.

Of met Harrebomée te spreken: “Hebt gij maar dwergen-voeten, u past geen reuzen-schoen,” en “Laat elk tobben en teezen: Wil gij met het uwe tevreden wezen,” en “Men kan van eene ruige pij geene scharlaken mantel maken,” en tot slot “Men moet niet willen vliegen, eer men slagpennen in de vleugels heeft.”

 

Louis van der Kallen.


Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.