HET MODERNE PISKIJKEN

 

    


| 06-10-2020 |

 

Piskijken was eeuwenlang voor ‘medici’ een manier om de gezondheid en toekomst van de patiënt te kunnen beoordelen. In feite is er nog niet zo heel veel veranderd. We gaan nog steeds met enige regelmaat met onze (ochtend)urine of met de ontlasting naar de dokter. Sinds de komst van ‘corona’ is het ‘piskijken’ gecollectiviseerd via onderzoek naar virussen in het rioolwater; het wordt wetenschappelijk aangepakt om de verspreiding van het coronavirus te kunnen meten. Ik lees al jaren “Riolering”, het onafhankelijke vakblad voor rioleringszorg en stedelijk watermanagement.

In de augustus/september editie van dit jaar staan maar liefs twee artikelen over virussen in rioolwater. En wat blijkt? Als men oude monsters bekijkt,  blijkt ‘het coronavirus’ al veel langer aanwezig! Aldus een epidemioloog van de universiteit van Oxford. Wetenschappers in Brazilië vonden in rioolwater al sporen in november 2019 en in rioolmonsters uit Milaan en Turijn al in december 2019. De epidemioloog uit Oxford vermoedt dat het nieuwe coronavirus ook doorgegeven wordt via riolen en gedeelde toiletten. Dus niet alleen via de lucht!

Maar nu er echt naar gekeken wordt, duiken in het onderzochte rioolwater ook oude bekenden op zoals het poliovirus waar we sinds 1957 tegen gevaccineerd worden en waarvan we – buiten een enkele uitbraak onder niet-gevaccineerde groepen – denken het in Nederland uitgebannen te hebben.

De artikelen riepen bij mij weer herinneringen op aan mijn jeugd. De paniek onder ouders als het gerucht ging dat er in de wijk of op school een verdacht geval van polio/kinderverlamming was geconstateerd. De moeders stormden de klassen binnen en haalden hun ‘jong’ uit de klassen. We werden thuisgehouden en mochten niet buitenspelen of naar vriendjes. Zelfs niet op hetzelfde trappenhuis. Dat is me vaak overkomen. De rust keerde pas terug als de huisarts uit de buurt iedereen verzekerde dat het vals alarm was. Dat was het gelukkig in mijn straat altijd. Ik herinner mij geen kinderen uit mijn jeugdomgeving die polio hebben gehad.

Hoe anders was de kinkhoest. In mijn straat zijn in één winter drie kinderen overleden. Zelf had ik het toen ook. Ik was vijf jaar. In mijn herinnering waren toen alle kinderen in mijn straat ziek. Ik herinner nog de angst en paniek in de ogen van mijn moeder als ik een benauwdheidsaanval had. Daarom begrijp ik de nu bij velen levende weerzin tegen vaccinaties niet zo goed. Veel vaccinaties hebben het mogelijk gemaakt dat ziekten als kinkhoest en polio grotendeels uit het collectieve bewustzijn zijn verdwenen en dat kinderen niet meer plotseling door moeder of vaders in totale paniek uit de klas worden gehaald. Hoe zalig is het als de blijvende vroege herinnering aan je moeder niet de angst in haar ogen is.    

 

Louis van der Kallen.


    

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.