VERTROUWEN

 

    


| 30-09-2020 |

 

Soms vraag ik mij af: waarop is vertrouwen gebaseerd? Ik vertrouw pas iemand als ik door ervaring heb geleerd dat iemand of een organisatie te vertrouwen is. Er zijn echter tal van mensen die werken ‘op basis van vertrouwen’. Vaak omdat ze dat onderling hebben afgesproken. Zelf begrijp ik daar niets van. Vreemde mensen die elkaar recent hebben ontmoet – om gezamenlijk een job te doen – spreken af dat ze elkaar zullen vertrouwen. Ze gaan dus handelen op basis van vertrouwen. Samenwerken zie ik als een soort van huwelijk. Binnen dat huwelijk vertrouw je elkaar. Maar je trouwt toch niet zonder ervaring met elkaar? Of ‘trouw’ je omdat je er beiden ‘beter’ van wordt? 

Als je een job gaat doen omdat anderen er een puinhoop van hebben gemaakt, bijvoorbeeld omdat een organisatie niet of slecht functioneerde en goede mensen eerder kopje onder zijn gegaan in een verpolitiekt systeem zou ik niet snel – als ik deze leeuwenkuil zou betreden – ook maar één persoon vertrouwen. Misschien zou ik in enige mate wel andere nieuwelingen proberen te vertrouwen.

Of ben ik een goedgelovige of argwanende idioot  – in de betekenis van een simpele, ongeletterde, eenvoudige, onwetende, onderontwikkelde (wat omschrijvingen uit het Woordenboek der Nederlandse taal uit 1887 (WNT))- ? Of ben ik een idioot in het licht van de in de nieuwere tijd uit het Frans afkomstige, psychiatrische term: iemand die je makkelijk iets op de mouw kan spelden?

Om enig begrip voor dat onderlinge afgesproken vertrouwen te verkrijgen ga ik voor het antwoord; dan maar naar de vermoedelijke oorsprong van het woord. Het oude Griekse woord idiotès: ambteloos burger. Die werden door bestuurders (de elite) gezien als eenvoudig en onwetend. Wat zou dat betekenen voor hen die als ambteloos burger plotseling geroepen worden tot een eerbiedwaardig ambt? Nu wel wetend? Of is dat de verklaring van het gaan samenwerken ‘op basis van vertrouwen’ bijvoorbeeld in een college van B&W?

Wat ben ik toch een achterdochtige ziel. Hoe ouder ik word, des te minder mensen blijven over die ik vertrouw. Ik zou zeker niet zo maar, of voetstoots afspreken te gaan samenwerken ‘op basis van vertrouwen’. Dat is vast de reden dat ik nooit als idiotès ben geroepen tot het ambt van wethouder!

 

Louis van der Kallen.


    

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.