WAT IS ER GEBEURD?

 

    


| 08-07-2020 |

 

Bij mijn ordevoorstel inzake het raadsvoorstel “Bijsturing exploitatietekort 2020” splitste de raad zich in landelijk (VVD, D66, CDA, GrL, PvdA en SP) en plaatselijk (GBWP, LL, BSD, Steunpunt, Punt en Samen) en dat was geen toeval. Zie je de raad als een afstempelmachine van voorstellen of zie je de raad als een volksvertegenwoordiging van de samenleving?

Bezuinigen met de botte bijl (“het geld is op” van de VVD) of met het fileermes waarbij gekeken wordt naar de maatschappelijke gevolgen en hoe de kern (wat maakt Berge, Halsteren en Lepelstraat tot wat ze zijn?) behouden blijft. De bedoeling van het focusakkoord was niet alleen bezuinigingen maar ook een andere politieke cultuur (depolitiseren). Daar was gisteren geen sprake van! Bij het eerste voorstel (de jaarrekening 2019) ging het al mis. Normaal is de jaarrekening een hamerstuk, het is immers geschiedenis. Het werd door een amendement van de VVD meteen politiek met de botte bijl! Terwijl afgesproken was de “bouwkotten” na de vakantie te bespreken, wenste de VVD nu het bestaande krediet meteen te schrappen onder het motto “het geld is op”. De manier waarop wekte irritatie op. Waarom? Omdat het opraken van het geld veroorzaakt is door dertig jaar VVD- beleid. De VVD zat onafgebroken meer dan dertig jaar in het college. Dertig jaar met vaak de verkeerde zuinigheid (zaken niet doen als er subsidies zijn en wel doen als het wettelijk verplicht is en de subsidies inmiddels afgeschaft) en het geloof in dromen en grote geldverslindende plannen (Markizaten en de Bergse Haven). Zo veel boter op het hoofd en toch zonder met de gevolgen rekening te houden met de kreet “het geld is op”, niet na willen denken over hoe het anders kan.

Ook het college had niet de politieke sensibiliteit om aan te voelen hoe je een politiek beladen voorstel grotendeels door de raad kan krijgen. Politici met maatschappelijke opvattingen en principes vinden het moeilijk om tegen hun geweten in iets te besluiten. Het is dan zaak daar rekening mee te houden. Bij partijen zonder principes of met weinig principes zoals “ het geld is op en wij willen een kleine overheid en marktwerking” is het makkelijk. Bij andere is het goed hen in staat te stellen die principes hoog te houden en toch tot besluitvorming te komen. Dat kan wel degelijk. De oplossing: wisselende meerderheden. Als voorbeeld een situatie vorige week in het waterschap (leuk omdat maar liefst vier van de Bergse fractievoorzitters ook in het waterschapsbestuur zitten). Een voorstel, over de trajecten van een dijkverbetering dreigde het niet te halen omdat op onderdelen partijen deels op principiële gronden anders dachten. De oplossing we stemmen niet over het geheel maar we maken er verschillen de voorstellen (stemrondes) van. Resultaat: alle voorgestelde trajecten haalden het met wisselende meerderheden en iedere fractie had zijn principes hoog kunnen houden.

Ons college wenste het voorstel niet op te knippen. Ze hadden “een technisch voorstel gemaakt”. Dus slikken of stikken. Daar hadden de ‘lokalen’ even geen zin in. Het is nu slikken of stikken voor het college geworden. Jammer want zo komt van de breed gewenste cultuurverandering en van depolitisering bitter weinig te recht. De raad is geen stempelmachine van collegevoorstellen. De raad wil stap voor stap door de pijnlijke bezuinigingsvoorstellen gaan. Waarbij behouden blijft wat voor onze gemeenschappen belangrijk is en ieder raadslid zich zelf, en dicht bij zijn of haar idealen, mag blijven.

Het vergt takt en respect maar vooral inlevingsvermogen. Kortom we misten het ‘oliemannetje’ dat dit bij de zogenoemde apolitieke collegeleden tussen de oren had kunnen krijgen. Maar ook dit wilde een deel van de landelijke partijen niet. Nu is het zaak de balans weer te vinden.

   
Louis van der Kallen.


    

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.