| 04-07-2020 |
Het ‘probleem’ van ons mooie Berge is het jarenlange falen van het openbaar bestuur. Een falen dat uiteindelijk is ingebouwd in de keuzes die kiezers maken en hebben gemaakt. Hoe je het ook wendt of keert: de ‘kiezer’ was en is de baas. Zijn of haar stem hebben Bergen op Zoom mede gebracht waar het nu staat.
We hebben een hopeloos versplinterde raad en een raad met weinig kwaliteit. De raad kent veel alfa’s en leden met narcistische trekjes. Wordt dit artikel er een van zelfbevuiling? Als het nodig is wel.
Laat ik de raad eens schetsen. De grootste fractie was direct na de verkiezingen op één persoon na volledig met voorkeursstemmen gekozen. En bevatte twee generalisten (de fractievoorzitter en de politiek leider die snel wethouder werd) en verder niemand die zichtbaar uitblonk in een specialisme.
De tweede partij in grootte is één van de twee partijen die een gewogen samenstelling had. Van generalisten en specialisten. Zij kregen van mij qua kwaliteit een echte voldoende. Maar al snel veranderde de partij van karakter toen de enige echte liberaal in de hoek werd gezet. En de partij veranderde in een conservatieve club die nu met het focusakkoord een puur conservatieve koers kan gaan varen van een kleine op privatisering gerichte overheid. De echte liberaal behoort nu tot de vijf kleine fracties (waaronder ook mijn BSD) die feitelijk slechts dienen als omlijsting. Getalsmatig volstrekt onbetekenend en inhoudelijk niet op alle fronten van betekenis.
De op twee na grootste partij komt door het gedrag van haar partijleider niet meer uit de marges van de Bergse politiek. Daar kan en wil vermoedelijk niemand meer mee samenwerken omdat afspraken lijken te gelden tot de deur van de kamer waar ze zijn gemaakt. Het politieke spel van de partijleider bevindt zich grotendeels ondergronds, daar waar het ruikt.
Twee eens bestuurlijke partijen zijn tot schimmen geworden van wat ze eens waren. Vast nog vol goede bedoelingen maar de een is in de leerfase en de ander is inhoudelijk een vervagende schim uit een eens bestuurlijk luisterrijk en geestelijk rijk verleden.
Een zogenaamd links liberale partij spreekt een taal die alleen mensen van een hoog ‘intellectueel’ niveau kunnen volgen.
En dan is er nog één club met een hoog, niet altijd realistisch, ideologisch karakter die probeert de oude idealen hoog te houden.
Elf van de voornoemde clubjes hebben geprobeerd iets constructiefs tot stand te brengen met het ‘heilige’ ideaal Berge van de financiële afgrond te redden. Tien hebben zich met een handtekening daaraan verbonden. Mijn BSD heeft niet getekend omdat naar ons gevoelen een wezenlijk onderdeel, namelijk het ‘HOE’ ontbrak. De twaalfde partij met de partijleider met de grootste mond heeft zich op Mount Olympus teruggetrokken. Om vanaf de zijlijn te kunnen roepen naar de elf, die het HOE vorm wensten te gaan geven, en kont te doen van zijn ‘goddelijke wijsheden’.
Wat het samenwerken ook bemoeilijkt, is een reeds jaren durende moeizame relatie tussen de twee grootste partijen die al meer dan twintig jaar tot elkaar veroordeeld zijn.
Onderdeel van het focusakkoord waarvoor de tien tekenden was dat twee ‘wijze’ mannen het college, de raad en het ambtelijk apparaat zouden gaan begeleiden naar een betere, meer monistische, samenwerking. Tot twee partijen alsnog op hun schreden terugkeerden.
In de mail van D66 en de PvdA waarin zij afstand nemen van de inzet van één der wijze oliemannetjes is te lezen: “Tot slot nog dit: wij hanteren nu in Bergen op Zoom een consensusmodel, het behoort tot de aard van een consensusmodel dat deelnemende partijen zich de oprechte kritiek van twee van hen gelegen laten liggen. Een consensusmodel mag geen meerderheidslogica volgen.” Hoe waar deze opmerking van de twee ook is, het omgekeerde geldt ook. Een consensusmodel mag geen minderheidslogica worden. Ook de houding van de andere acht of negen is oprecht en zij hebben ook het beste voor met Berge.
De vraag is: waar zit mogelijk de pijn van D66 en de PvdA? En is die pijn wijder verspreid? Wat ik uit de achterban van beide partijen hoor zijn twee zaken.
Er is een diep wantrouwen tegen de vertegenwoordiger(s) van GBWP. Dat wantrouwen is gebaseerd op een totaal onbegrip over de keuze van de GBWP bij het stemmen voor de twee blijvende wethouders. Negen stemmen op de ‘groot smoel’ van de raad! Wat was daar de GBWP motivatie? De tweede reden is gelegen in het feit dat leden van D66 en de PvdA veel vragen kregen van landelijke partijgenoten. Zij zijn opgevoed in het duale stelsel, en zien dat er in Bergen op Zoom door het focusakkoord en de insteek van het college – in het licht van de uitzonderlijke situatie – monistisch samengewerkt gaat worden. Die samenwerking toetsen aan duale integriteitsnormen en waarden leidt tot onbegrip bij de landelijke collega’s van D66 en PvdA raadsleden.
Uitleggen dat de bijzondere situatie in Bergen op Zoom vraagt om een meer monistische aanpak is dan moeilijk. Zeker als jij je zelf graag carrière wil zien maken in de landelijke partijrangen.
Dat monistisch willen gaan opereren in een verder duaal ingerichte overheid waar bevoegdheden in het licht van het duale stelsel zijn toebedeeld is moeilijk. Ook de burgemeester en de wethouders moeten hun wettelijke bevoegdheden op een andere manier gaan gebruiken en ook ambtenaren moeten zich weer openstellen voor ‘bemoeizuchtige’ raadsleden en oliemannetjes. Kortom wat je de laatste achttien jaar heb afgeleerd moeten zij zich weer eigen gaan maken. Moeilijk, moeilijk!
https://kijkopbergenopzoom.nl/opinie-moeilijk-moeilijk/
Louis van der Kallen.