FEESTDAGEN
In West-Europa kent geen enkel land zoveel christelijke feestdagen als Nederland. Tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, tweede kerstdag zijn echter voor de massa van ons volk geen plechtige gedenkdagen rond God, vorst of vaderland, maar verschaffen slechts ruimte om gezinsrituelen rond winkelen, overdadig eten en drinken vorm te geven.
Daarvoor zijn nationale herdenkingsdagen ingeruild, die in vrijwel elk ander land de hoogtepunten zijn van nationaal welbevinden en trots. Ik ken wel een paar prachtige momenten die gevierd en/of herdacht zouden mogen worden zoals: de eerste Vrije Statenvergadering (van 19 tot en met 23 juli 1572), de moord op Willem van Oranje (10 juli 1584), de vrede van Munster (15 mei 1648), de eerste Grondwet in Nederland, de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk (1 mei 1798) de landing prins Willem Frederik van Oranje – de latere koning Willem 1 – te Scheveningen (30 november 1813), de inhuldiging van Koning Willem 1 ( 21 september 1815). Maar wat te denken over de instelling van lokale herdenkingsdagen, bijvoorbeeld: 16 september 1747 de val van Bergen op Zoom of een lokale feestdag vanwege de bevrijding van Bergen op Zoom (27 oktober 1944).
Als er dan een aanleiding is er één in te stellen ( 5 mei), wordt die in de kortste keren weer afgeschaft of geminimaliseerd. Zelfs ten aanzien van de dodenherdenking zijn er stemmen om op een koopavond de winkels open te laten zijn. Ook koninginnedag, nu koningsdag, is pas op een volksfeest gaan lijken nadat iets wat min of meer anarchistisch begon, de vrijmarkt, nationale navolging heeft gekregen.
Waar is onze trots op wie we zijn en hoe we daar zijn gekomen?
Louis van der Kallen