2017 FAROER EILANDEN

 

    


 31 mei

Omstreeks 04.30 uur vertrokken uit Bergen op Zoom. Alexander heeft tot circa 100 kilometer in Duitsland gereden. Daarna Carola tot voorbij Hamburg. Toen heb ik het stuur overgenomen tot voorbij de Deense grens, omdat met een grijsaard aan het stuur de kans het kleinst was dat wij er uitgepikt zouden worden en we vertraging op zouden lopen. Carola heeft daarna weer tot het sleuteladres gereden. Tot twee keer toe ging ze helemaal los met de KA. Op Duitse wegen mag je hier en daar zo hard als je wilt. Maar de KA heeft iets wat wij niet wisten. Een piep en het bericht: “u hebt de snelheidslimiet overschreden” rond de 158 op de teller. Ze zal het nooit meer doen! We hebben weinig files gehad. Alleen rond Hamburg iets.

In Silkeborg hebben we bij het Dancenter de sleutel opgehaald, wat niet zo eenvoudig bleek. De sleutel bevond zich in een kastje dat met een code geopend moest worden. Dat werkte niet. Terwijl wij er stonden verscheen er een Hollands gezin met hetzelfde doel. In eerste instantie lukte het hen ook niet. Maar ineens opende het deurtje zich wel en bleken er meerdere boeken met sleutels te zijn. We vonden uiteindelijk het voor ons bestemde. Het huisje in Mossø (Skanderborg) is mooi en gelegen aan het meer van Mossø met een prachtig uitzicht. De verwarming werkte maar matig en je moet volgens het boek wel geduld hebben, tot 24 uur toe, voordat de gewenste temperatuur bereikt is. Na installatie hebben we boodschappen gedaan in Skanderborg en gegeten in Restaurant Sørens. Een bescheiden kaart maar met gerechten van hoge kwaliteit en voor onze begrippen aan de prijs. Carola artisjokken soep en daarna een tapas tableau. Ze genoot van alles. Alexander nam eerst een zeebarbeel gerecht en daarna een pepersteak. Ik ging voor een pate gerecht waarvan ik dacht dat er mossels bij zouden zitten en daarna voor een uitgebreide kipburger. Bij het serveren van alle gerechten werd er uitgelegd wat het was. Bij thuiskomst werden plannen gemaakt voor de komende twee dagen en rende/wandelde Carola 30 minuten door Mossø, 4 km over onze weg heen en weer langs het meer van Mossø.

Uitzicht vanuit ons huis in Mossø

1 juni
Omstreeks 5 uur ben ik opgestaan en probeerde ik de laptop aan te sluiten op het netwerk. Tevergeefs. Ook met de Ipad, waarop ik nu het verslag van 31 mei heb geschreven, bleek ik geen verbinding met wifi te krijgen. Hopelijk is dit manco tijdelijk, want typen op de Ipad is niet mijn hobby. Alexander stond omstreeks 9 uur op. Van echt uitslapen was nog geen sprake. Schone slaapster Carola kwam omstreeks 10.30 uur haar mandje uit. Omstreeks 12.15 uur gingen we via een toeristische route naar de Unesco site Jelling. Onderweg zagen we langs de kant twee chique pilaren staan, waardoor we vermoedden dat het een boer met geld was. Vlak erna zag Alexander een kerkje waar hij wel even een kijkje wilde nemen. Toen wij van onze navigatieroute afweken zagen we in de herberekeningen dat we langs de straat van de boer terug konden. Dit deden we dan ook, na het bezoek aan het kerkje. Ver aan het einde van de weg stond een prachtig landhuis. Iemand die in die tijd echt wilde laten zien dat hij geld en macht had. Nu was het in beheer van een natuur/cultuur bescherm- en behoud stichting.

Het landhuis Vorbjerggard

Hierna vervolgden we onze toeristische route. Unesco site Jelling is een monumentale plek waar de, naar verluid, ‘eerste’ koning van Denemarken zijn residentie bouwde. De plek bestond en deels bestaat uit twee opgeworpen grafheuvels, rune stenen, een kerk, een scheepsprofiel (waar binnen een deel van de monumenten zich bevindt) en een palisade. Veel informatie is te vinden op https://en.natmus.dk/  en op https://www.jellingkirke.dk/

Plattegrond van de Unesco site Jelling

In het kerkje hadden we geluk dat er net een groep langs was geweest en we ook in normaal afgesloten delen even een kijkje konden nemen.

Hierna gingen Carola en Louis in snel tempo de trap op om op de grafheuvels te beklimmen. Ik kwam als eerste boven, dat was voor Carola een wat vreemde gewaarwording was. Maar ik had gesmokkeld (ik nam twee treden tegelijk en zij ging per trede).

Eén van de grafheuvels

En nog een grafheuvel

Het is een prachtig en goed onderhouden complex waar Denemarken laat zien dat ze trots is op haar geschiedenis.

Panoramafoto van het Jelling complex. Klik op de foto voor een vergroting

Onderdeel van het complex maakt ook deel uit Kongernes Jelling. Een museum, dat net als de Unesco site, gratis is te bezoeken met een mooie informatieve tentoonstelling met veel multi mediale elementen. Naar mijn beleving ook voor kinderen fantastisch om te bezoeken. We werden door een gastvrouw welkom geheten. Ik schat dat we alleen al in het museum drie uur hebben doorgebracht. Alexander kocht twee boeken, ondanks de taal (Deens). Een boek over de schatten uit de Deense grond en een boek over de opgravingen ter plaatse.

Na een korte wandeling door Jelling besloten we te eten in Byens cafe dat onderdeel uitmaakt van een gemeenschapsgebouw (voor informatie www.byenshus.com), een cafe/restaurant met een eigen brouwerij. We namen alle drie tomatensoep als voorgerecht. Dat beviel goed, hoewel later Alexander spijt had want de soep bleek bij het hoofdgerecht zijn maag al goed gevuld te hebben. Carola nam een salade met een “oksefilet”. Ondanks dat het vlees wat doorbakken was, smaakte het haar uitstekend. Ik ging voor een salade met zalm. Het bleek een gigantisch stuk zalm. Vel en een stukje zalm verdwenen uiteindelijk in de maag van Carola. Voor mij was het allemaal wat veel. De smaak en bereiding waren wel goed. Alexander ging voor ” enchiladas met kylling” het smaakte hem zo goed dat hij spijt had van het voorgerecht. Carola ontfermde zich over de restanten. Bij ons alle drie bleef salade over. Het was gewoon teveel! Wat mij verder opviel was dat Carola van de overdaad aan zout consumptie af is. Onze jarenlange adviezen blijken vrucht afgeworpen te hebben. De andere bezoekers waren dorpelingen die elkaar allemaal leken te kennen. Pas toen wij gingen vertrekken kwamen er vier Nederlandse mannen binnen die in Denemarken een week op fietstocht waren.

Na de maaltijd, tijdens de wandeling naar de auto, ontdekten wij dat de automatische grasmaaiers die ons steeds hadden verbaasd namen hadden, te weten: Gorm (de eerste koning van Denemarken), Thyra (zijn vrouw), Harald Blauwtand (hun oudste zoon) en Basse (een naam die is aangetroffen op een in Jelling gevonden runesteen). Bij het nazoeken van de apparaten hebben Carola en Alexander nog even kunnen genieten van een kroelende grijze kater. Op de terugweg hebben we nog even in onze straat gestopt bij een informatiehuisje met informatieborden over de lokale natuur en over archeologisch onderzoek in de regio. Carola had dit gisteren tijdens het rennen gezien. Echter waren we te moe en besloten later nog een keer terug te gaan. Al had ik daar niet zo’n last van, want ik rende het laatste stuk naar huis in een poging Carola in de auto bij te houden. Omstreeks 21.00 uur waren we weer thuis na een dagje Jelling, een plek die we iedereen aan kunnen bevelen met gevoel voor geschiedenis.

Later hebben Alexander en Carola nog een kleine wandeling gemaakt langs het meer.

2 juni
Vandaag zijn we naar een neef van Carola geweest in Blenstrup bij Aalborg. Hij was verrukt met het bezoek uit Nederland. We werden rondgeleid in zijn grote huis en hij praatte honderd uit. We spraken vooral over hun familie, wonen en werken in Denemarken. Carola en neef Shannon hadden elkaar in geen jaren gezien. Dat werd in een paar uur ingehaald. We aten met zijn vieren in een Japans buffetrestaurant (Sanya) in Aalborg. Dat was vooral groot, van redelijke kwaliteit en voor Deense begrippen niet duur. Carola reed ons weer naar ons huisje.

3 juni
Omstreeks 9.00 uur melden we ons tevergeefs bij het DanCenter in Silkeborg. Volgens het boekje in het huisje zou het om 9.00 uur open gaan. Dat bleek pas om 12.00 uur te zijn. We schreven een briefje dat we doorreden naar Hirtshals, omdat we ons daar om 12.00 uur werden geacht te melden om in te schepen op de Norröna. 180 kilometer kan je nu éénmaal niet in een minuut afleggen. In het briefje gaven we aan dat we, na de ontvangst van een factuur, graag de openstaande kosten (elektra, schoonmaken en  beddengoed) snel zullen overmaken. Alexander reed ons naar Hirtshals. De reis naar Hirtshals verliep voorspoedig. Bij aankomst stond er op het informatiebord niet de bestemming Faeroer eilanden. Nadat ik constateerde dat het informatiebord was aangepast zette ik de auto dwars door de andere lijnen in de juiste opstellijn. Na het melden gingen Carola en Ik aan boord. Alexander reed uiteindelijk de auto aan boord van de Norröna. Het schip vertrok enkele uren te laat. Omdat bij het boeken in december er geen cabins meer te boeken waren, hadden we couchettes geboekt. Die bleken zonder beddengoed en vooral gehorig, warm en met veel geluid van de machines en het gesnurk van de medepassagiers. Het beddengoed werd geregeld via de receptie. Ik besloot in een stoel de nacht door te brengen.

4 juni
We kwamen de nacht door. De dag kom je door met wachten, hangen en een babbeltje. Uit eindelijk trokken we de dag grotendeels op met een Duitse motorrijdster en een Duits/Oostenrijkse motorrijder die onderweg naar IJsland waren (geen koppeltje), waar we later een Duitse fotografe https://www.nicole-nerger.de aan toevoegden die naar de Faeroer eilanden ging op zoek naar te fotograferen objecten en voornemens was dat met de bus en wandelend te doen. Ik bood haar aan om één dag dat samen met ons te doen. Alexander zocht moe zijn mandje op en Carola en ik volgden wat later.

5 juni
We kwamen de nacht weer door. De Norröna kwam omstreeks 6.30 uur in Thorshavn aan. Snel gingen Carola en Alexander van boord. Omdat er in de rij voor mij een probleem was, duurde het behoorlijk lang voordat ik van boord kon. Maar uiteindelijk lukte dat en vond ik de jongelui snel. In Thorshavn was alles dicht vanwege tweede pinksterdag. We reden gelijk door richting ons huis in Leynar. Onderweg konden we het nodige inslaan bij een benzinestation, waar het heerlijk rook naar versgebakken brood. Thuis bleek dat ook lekker te smaken.  Het werd echt een dag om bij te komen van de reis. Alexander heeft overdag misschien wel 6 uur slaap ingehaald. Carola ook gauw 3 uur en ook ik ben regelmatig in slaap gedommeld. Carola en Alexander hebben wel een wandeling over ‘ons’ strand gemaakt en een vermoedelijk tinnen kruisje aan een touwtje gevonden.

Aankomst in Thorshavn

6 juni
Er is door de jongelui weer uitgeslapen. Er is een poging gedaan om de hiking routes, uitgegeven door https://www.visitfaroeislands.com op kaart en google maps te reconstrueren. Dat lukte niet echt. Het routeboekje lijkt geschreven door een Faroerees en niet door iemand die met de ogen van een toerist kijkt naar een voor hem onbekend gebied. Uiteindelijk zijn Carola en Alexander gaan wandelen door Leynar zelf en hebben met navragen vermoedelijk een begin van een route ontdekt.  Later zijn we via de bergweg richting Thorshavn gereden. Onderweg hebben we wederom geprobeerd een begin en een kruising van een route en de weg te vinden. Weer tevergeefs. Eén ding is duidelijk bij deze route, die aangeduid wordt als easy en geschikt voor kinderen, is onze conclusie zeker niet easy en ik zou eventuele kleine kinderen er niet op hikingtocht meenemen. We hebben op de route genoten van de vele vergezichten.

klik op foto voor vergroting

Twee keer, als we stopten met gevaarlichten aan, stopte er een Faroereese automobilist om te vragen of alles OK was. Daarna hebben we boodschappen gedaan en geld getapt. We hebben bij de haven de auto geparkeerd en daarna rond het havengebied gewandeld. Er is best veel veranderd. Het CD winkeltje is nu een Turkse pizzabakker. De Ierse Pub was er nog wel. Gebouw en inrichting waren nog hetzelfde. De bediening was vrouwelijker geworden en deels oriëntaals. Het eten (steaks van bief en lam) was nog steeds goed en relatief niet duur. Ierse drank was er ook te koop, maar als je voor de muziek naar een Ierse Pub gaat, kom je bedrogen uit. We hebben geen enkel Iers nummer gehoord! Carola was vandaag onze betrouwbare chauffeur. Wel is ze nog niet richting vast. De weg vinden is nu eenmaal lastig in den vreemde. Over het weer hebben we de afgelopen dagen niet te klagen. Op de aankomstdag wat spettertjes aan het begin en later droog met een enkele zonnestraal. Vandaag prachtig zonnig weer. Ik heb zelfs buiten op ons terras van de zon kunnen genieten. Niet alleen wij genoten van het mooie weer. Ook een groep kajakkers zal er van genoten hebben. Zij gebruikten ‘ons’ strand om een kajaktocht te starten en te beëindigen.  

7 juni
Weer een dag met zonnig weer. Hoewel de temperatuur nu niet boven de 10 graden uit kwam, was het voor Faroereese begrippen prachtig weer met veel zon en veel wind vanuit het noorden. Voor Alexander en Carola een reden de wandeling, die we gisteren probeerden te verkennen, uit te proberen. Ik bleef achter op mijn zonnig terras. Ze vertrokken omstreeks 12.00 uur. Ik begon aan de “Faroe Business Report”( www.faroebusinessreport.com), een mooi inkijkje in wat er zakelijk gebeurt op de Faeroer eilanden. Er blijkt ten opzichte van 2011 (ons laatste bezoek) het nodige veranderd. De sterke punten: toerisme, visserij en transport zijn nadrukkelijk uitgebouwd en dat vooral op eigen kracht. Wel valt op dat er nieuwe markten zijn gezocht voor visserijproducten en de export naar Rusland fors is gegroeid. De Faeroer eilanden hebben zelfs een eigen diplomatieke vertegenwoordiging in Rusland. Ook de Chinese ICT gigant Huawei is betrokken bij de ontwikkeling van de mobiele internetverbindingen (4G LTE). Soms kan een piepklein landje veel grote landen voor zijn. Onderstaande eigen ervaring bevestigen dat. In Nederland kampen grote delen van het buitengebied met langzaam of nauwelijks internet. Hier in een piepklein landje in het midden van de Atlantische Oceaan boven op een berghelling perfect internet. Mijn petje af voor een overheid die wel weet wat belangrijk is om het bedrijfsleven en de burgers te faciliteren.   

Al snel bleek tijdens de wandeling bergop dat Alexander en Carola met de telefoon geen verbinding meer hadden, maar dat internet via dezelfde telefoon wel werkte op de eenzame hoogte van 300 à 400 meter in de middle of nowhere (bizar). Via facebook werd ik op de hoogte gehouden. Uiteindelijk deden ze een poging de berg Sátan te beklimmen, die hoog uit torent (ruim 620 meter) boven ons huisje aan zijn voet.

Tijdens de beklimming van de berg kwamen Alexander en Carola de drinkwatervoorziening van Leynar, en dus ook ons huis, tegen. Even een kleine stop gemaakt om een heerlijk ‘vers’ slokje te nemen.

Ze hebben zijn top op pakweg 50 meter kunnen benaderen, toen werd het te steil. Die duivel bleek te sterk, te steil en te weerbarstig. Omstreeks 15.45 uur kreeg ik de melding dat ik hen omstreeks 16.30  uur op kon gaan halen bij een benzinestation aan de andere kant van de berg. Ze dachten een veilige daalroute gevonden te hebben. Daar aangekomen kon ik ze op de bergwand niet ontdekken. Zij zagen mij en de blauwe KA wel. Ik kon hen echter (ondanks de heldere kleuren van hun jacks) niet ontdekken. We kregen telefonisch contact en ik werd gedirigeerd naar een andere oppikplaats aan de bergweg naar Tórshavn.  Verwachte ontmoetingstijd een uur later. Daar aangekomen kon ik ze weer niet ontdekken. Dan maar zelf de berg op. Net toen ik de plek bereikte, waarvan ik dacht dat ik ze in het vizier zou kunnen krijgen hoorde ik de stem van Carola. Ze kwamen uit een andere hoek dan ik ze verwachtte. Geluid reikt ver in de schone/stille lucht van de Faeroer. Ik was blij ze te zien en begon al vast aan mijn eigen afdaling. Ze stapten moe in de Ka en ik reed ze opgelucht naar huis, waar Carola snel in de luie stoel met het mooie uitzicht in slaap viel. En Alexander begon de opgebruikte energie te compenseren met een tussendoortje van tonijn. Later gingen we naar Tórshavn om bij de Ierse pub op herhaling te gaan.

Uitzicht vanaf de Sátan, klik op foto voor vergroting

Uitzicht vanaf de Sátan, klik op foto voor vergroting

Ze waren te moe en Alexander zijn voeten te pijnlijk om door Tórshavn te wandelen. Ik had de avond daarvoor een boothuis ontdekt met de traditionele Faeroereese roeiboten, die ik op de foto wilde zetten. Na voetbal is roeien met hun eigen roeiboten de tweede nationale sport, die met groot fanatisme beoefend wordt en voor de dorpen dé kans is om hun eer hoog te houden.

Carola reed ons naar huis. Thuis gekomen kon ik constateren dat haar koontjes en oren nog net zo rood waren als toen ik ze thuis bracht na hun bezoek aan Sátan, de duivelse berg. Hierna heeft Carola nog een paar kilometers getraind door het plaatsje hier, nog even de berg omhoog gerend. 

8 juni
Het was vandaag een prachtige zonnige dag die geheel helder begon. Dat was ook doorgedrongen tot het lerarenbestand van de Faeröer eilanden. Dat merkten we toen ineens vanuit het niets veel kinderen met hun onderwijzers ‘ons’ strandje bevolkten. Navraag bij de leraressen leverde op dat met dergelijk mooi weer (10 graden met zon) de kinderen recht hadden om van een dergelijk uitzonderlijke weersgesteldheid te genieten. Naar buiten dus. Ons strandje was het eindpunt van een lange wandeling over de bergen en ophaalpunt voor de bus uit Tórshavn. 

Omstreeks 12.00 uur zijn we vertrokken voor een wandeling van Saksun richting de zee, langs de verzande uitmonding van een beek, die komt vanuit de Saksunardalur vallei.  Tijdens de wandeling hebben we ook bekeken of we het begin/eindpunt konden vinden van de wandelroute naar Tjornuvik. De rit van Hvalvik naar Saksun door deze vallei is een zogenoemde boterbloem route.

Na de wandeling en een zonnebad op het strandje bij de monding van de beek in zee, zijn wij via Kollafjørður naar Tjørnuvik gereden om het andere eind/beginpunt van een wandelroute te bekijken. In Tjørnuvik aten we een heerlijke wafel en dronken Carola en Alexander thee bij een hele vriendelijke Faeröerees, die een slim handeltje had opgezet voor zijn huis bij het start/eindpunt van de wandelroute. Ondanks dat hij geen Engels sprak, deed hij zijn best ons goed te verzorgen zodat we niks te kort kwamen. Daar spraken we een echtpaar uit Australië/USA, die de wandeling vanaf Saksun hadden gemaakt en nu terug moesten naar hun auto. We besloten ze een lift te geven naar Hvalvik vanwaar ze verder wilden liften naar Saksun. Ze vonden dat ze voldoende van onze gastvrijheid in de propvolle KA gebruik hadden gemaakt. Wij reden door naar Tórshavn waar we hebben gegeten in café Natur. Carola een club sandwich en Alexander en ik een tortilla. Beiden goed en goedkoop. Ik sprak in café Natur drie mannen die onder het genot van pinten bier keer op keer luid voor ons onverstaanbare liederen zongen. Navraag door mij leverde op dat het socialistisch klassestrijdliederen waren van een IJslandse dichter. Voor mij als sociaal-democraat prachtig. Het bestaat nog. Mannen die, zij het onder invloed, kond doen van hun solidariteit en klasse bewustzijn en dat laten horen in een café gevuld met mannen en één vrouw (Carola).

Onderstaand een impressie van onze dag:

Zeer apart gevormde rots. Het lijken verschillende stenen maar het zit allemaal aan elkaar

klik op foto voor vergroting

We verwonderden ons over het grote aantal Zwitsers in Tórshavn. Alexander vond snel uit dat  morgen (9 juni) er een WK kwalificatie voetbalwedstrijd is, Faeröer eilanden tegen Zwitserland. We besloten morgen maar niet in Tórshavn te gaan eten, want nu kostte het al enige moeite een eetplek te vinden. We hopen op een overwinning van de dappere Vikingen.

Toen we thuis kwamen was er nog een punt van verwondering. Op ‘ons’ strandje bevonden zich een zestal tienermeisjes die wat (warms) dronken en op een vuurtje marshmallows roosterden. Wat later deden ze een spelletje met houten plankjes. Ik zie het bij ons in Bergen op Zoom niet zo snel gebeuren dat op een totaal verlaten strandje zes meisjes uren lang al keuvelend en in alle rust met eenvoudige houten plankjes een spelletje doen. Een samenleving als hier op de Faeröer lijkt soms zo simpel, maar ik ben er jaloers op. Zij hebben nog iets wat wij zijn kwijtgeraakt. Je hebt geen luxe of mobieltjes nodig om als mannen onder elkaar te zingen over het (harde) leven of als meiden/ vriendinnen onder elkaar op een strandje in de buurt de avond door te brengen.

9 juni
In de morgen werd ‘ons’ strand overgenomen door enkele vissers die met vliegvissen hoopten een visje te verschalken. Er wordt regelmatig gevist vanaf ons strand maar we hebben nog niemand iets zien vangen. Vandaag zijn we relatief laat vertrokken omdat Alexander graag zijn foto’s wilde plaatsen op facebook. Het is inmiddels een mooie collectie geworden die een mooi beeld geeft van onze vakantie. Carola reed ons naar Eiðy aan de noord-west kust van Eysturoy waarna ik het stuur overnam. Het eerst deel was over de bergweg naar Gjógv aan de noord-oost kust van Eysturoy. Deze bergweg is de hoogste passage op de Faeröer eilanden (circa 400/500 meter). Wat ons opviel was een grote groep meeuwen die iets oppikten of dronken vanuit het gras.

Het is een route met veel scherpe bochten en gelukkig veel passeerplekken en prachtige vergezichten. Bij de afdaling naar Gjógv kwamen we vijf bussen tegen die Gjógv hadden bezocht. Mogelijk Zwitsers die van de gelegenheid gebruik maakten om een rondrit over de eilanden te maken. Na Gjógv volgden de plaatsjes Funninger, Funningsfjørur en Oyndarfjørðdur, waar Alexander en Carola in een beek een muntje vonden met cyrillische letters en een adelaar. Rara hoe komt het daar. Misschien een offer aan de goden van de berg of de beek? Daarna reden we door naar Fuglajørður waar we aten in restaurant Muntra. De bediening was vriendelijk. De inrichting huiskamerachtig. Het eten goed. Alexander en ik namen als voorgerecht een Noorse garnalen salade en Carola een zalmsalade met een ei Benedict. Het smaakte allemaal uitstekend en het ei Benedict ‘liep’ bij aansnijden. Voor de hoofdmaaltijd koos Carola voor ‘varken’. Het bleek een gigantisch groot en dik stuk schnitzel. Het smaakte haar uitstekend. Alexander koos voor lam. Het bleek geen steak te zijn maar plakjes met relatief veel vet. De delen met vet werden met Carola geruild voor delen van de verrukkelijke schnitzel. Mijn zalmgerecht bestond niet alleen uit een forse moot zalm, maar ook uit een stuk kabeljauw, gerookte zalm en Noorse garnalen. Iets minder dan de helft van de zalmmoot ging naar Alexander en Carola ontfermde zich over de huid van het beestje waar zij dol op is.  De gerechten waren stuk voor stuk goed bereid en mooi aangekleed. Dit is een restaurant dat ik warm aanbeveel. Naar de ingang moet je wel zoeken. Deze bevindt zich aan de achterkant van het gebouw waarna je de trap moet nemen naar de bovenste verdieping. Daar aangekomen moet je wat de keuken lijkt instappen en dan zie je pas de ingang van het restaurant. Na de maaltijd hebben we boodschappen gedaan in supermarkt Haraldsen, die van buiten ook niet echt herkenbaar is. Daar kocht ik ook een pakje servetten bedrukt met de vlag van de eilanden.

In mijn eerst vakantie verslag over de Faeröer eilanden (2009) schreef ik al over de passie voor voetbal die je overal ervaart op de eilanden. Je treft ook bij vrijwel ieder dorp met meer dan 500 inwoners een goed onderhouden (kunst)grasveld aan met tribune en in de kleinere dorpen een Pannaveldje. Eerder in dit verslag schreef ik over de roeitraditie en wedstrijden waarin ieder dorp aan mee wil doen om te laten zijn dat Vikingtradities hier nog steeds leven. Er is nog één passie die het vermelden waard is. Maar dan één van de lokale overheid! Tunnels boren! Op een bevolking van nog geen 50.000 zielen hebben ze door de jaren heen 20 tunnels aangelegd. Totaal meer dan 41 kilometer. Waarvan ruim 25 kilometer tweebaans en ruim 16 kilometer enkelbaans. De afgelopen jaren hebben ze sommige verbreed en veel zijn er nu ook verlicht.  Twee zijn toltunnels, waarvoor je 100 kr (ca. 13,50) betaald voor een retour. Nu staan er weer twee mega projecten op stapel en deels in uitvoering genomen. De Eysturoy tunnel, een Y-vorming tunnelconstructie met drie ingangen (van Rókini/Saltnes, van Sjógv/Strendur en van Tórshavn) en een onderzeese rotonde waar de drie wegen bij elkaar komen. Totale lengte 11.240 meter waarvan het laagste punt 187 meter onder het zeeniveau ligt. Constructie tijd 3 à 4 jaar. Gereed 2020. Een 11 kilometer lange tunnel met een rotonde! Ik weet geen andere plek in Europa waar ze dit doen en dat in een landje met circa 50.000 inwoners.  Een tweede project is de Sandoy tunnel. Tussen de eilanden Streymoy en Sandoy. 10,6 kilometer lang en maximaal 155 meter onder zee niveau. Constructie tijd circa 5 jaar en gereed in 2023. Men denkt dat van de Sandoy tunnel circa 310 voertuigen per dag gebruik zullen gaan maken. Een miljoenen project voor circa 300 voertuigen per dag. In Nederland ondenkbaar! Rare jongens die Faröeresen! Of hebben ze alleen rare hobby’s ?

10 juni
Steeds meer vissers op ons strandje en zelfs een keer een ruiter te paard. Van de buurman hoorde ik dat de vissers komen voor de zalmen die nu ieder moment kunnen arriveren om de beek op te trekken om zich voort te planten. Omdat het nog steeds mooi weer is, dachten we vandaag naar Kirkjubøur te gaan om de voormalige bisschopszetel locatie, inclusief de ruïne van de kathedraal, te bezoeken. Er loopt ook een wandelroute van Kirkjubøur naar Argir, die Alexander en Carola willen gaan lopen. Het liep anders. Halverwege de bergweg naar Tórshavn reden we in een mistbank en dat werd alleen maar erger. De mist werd regen én mist en bleek bij Tórshavn niet alleen te hangen op pakweg 250 meter hoogte, maar ook veel lager. We besloten toch naar Kirkjubøur te gaan. Toen wij aankwamen stond er slechts één auto op de parkeerplaats. De kerk bleek tot ons genoegen open en buiten ons leeg. Keer op keer verbazen we ons dat kerkelijke schatten zo voor het oprapen liggen. In de kerk lag een bijbel uit de zestiende eeuw op het altaar.

Wat ook open bleek was een gedeelte van de voormalige bisschopszetel, waaronder een grote zaal met tal van oude en nieuwe gebruiksvoorwerpen. We keken onze ogen uit. Ik zette Carola op de foto met een grote ketel in haar handen.

Ook de andere kamers waren een bezoek of een blik door een kijkgaatje zeker waard. Daarna bekeken we de nog deels ingepakte ruïne van de kathedraal. Deze wordt gerestaureerd en er is nog veel te doen om de resten te behouden voor de toekomst.

We vonden het startpunt van de wandeling, maar gezien de weersomstandigheden is de wandeling uitgesteld tot betere tijden. We vertrokken naar het centrum van Tórshavn waar we een bezoek brachten aan het winkelcentrum SMS waar ik een fotoboek kocht voor Ank waarmee ze de sfeer kan proeven van de eilanden en als het ware zelf, op de bank, op vakantie kan gaan naar de plaatsen die wij mochten aanschouwen. Daarna zochten we het toeristenbureau op. Dat was verplaatst en gemoderniseerd maar ook minder gezellig dan op de oude locatie. Maar de verleende service was er niet minder om geworden. De verkouden baliemedewerkster liep zelfs even naar buiten om te constateren of het winkeltje waar zij ons naar verwees wel open was. We waren op zoek naar een CD winkel. De ons bekende aan de haven bleek namelijk gesloten. In het winkeltje werden we allervriendelijkst ontvangen door een jonge dame die zowel in de CD bakken als op de computer de weg wist om ons te helpen. Alexander vertrok met een fors bedrag aan Tyr CD’s, mede bestemd voor een vriend. Ik kocht een CD van Elin en Kári met onder andere het nummer wat Ank zo mooi vindt: Eitt dýpi av dýrari tiđ. Ik kocht ook een medaille van een protest groep 200 (punkband) met een oproep tot echte onafhankelijkheid van Denemarken en een dikke vinger naar de lokale machthebber (met als symbool een ram) door deze op zijn rug af te beelden. In een ander winkeltje kocht ik twee vlagspeldjes en bezochten we een onbemand Rode Kruis boekwinkeltje, waar de betaling op een wijze geregeld is die bij ons in Nederland niet zo effectief zou blijken.

Daarna warmden we ons zelf op aan de haven bij een café aan de haven, waar ik op de vloer een aansprekend gedicht aantrof. Na opgewarmd te zijn maakten we door de regen een wandeling door het oude centrum van Tórshavn waar we ons verwonderden over een kerkhofpark.

Op onze wandeling zagen we ook deze schitterende ‘broekentuin’

We aten bij restaurant Marco Pollo. Alexander nam als voorgerecht een verse Noorse garnalen cocktail en als hoofdgerecht lam in bladerdeeg, ik een peppersteak  en Carola een pasta gerecht. Carola ontfermde zich graag over de restanten van mijn peppersteak. Het smaakte allemaal goed. We waren relatief vroeg thuis. Alexander en ik dommelden snel wat weg. Carola, energiek als ze is, ging nog wat kilometers (hard)lopen. Hopelijk is het weer morgen wat beter.       

11 juni
In de morgen leek het definitief gedaan met het mooie weer. Regen, mist en wind was ons deel. Tegen de middag toch een zeldzaam zonnestraaltje. Er werd uitgeslapen en gewassen. We hadden gisteren al besloten naar het museum te gaan. Dat leverde veel herkenbaars op, maar ook informatie die ten opzichte van ons eerdere bezoek (2009) nieuw was.

Daarna net als gisteren iets warms gedronken met iets erbij in Kaffi Hüsid en een wandeling langs het havenfront en opnieuw gegeten bij Marco Polo. Alexander en Carola namen lam in bladerdeeg en ik ging voor een tagliatelle zalm. Het smaakte heerlijk en de bediening was vriendelijk. Alleen werd er een vergissing gemaakt. Het voorgerecht van Alexander (kreeftensoep) kwam na navragen door mij als dessert. Het smaakte er niet minder om. Alexander was deze dag onze chauffeur. Bij thuiskomst bleek de zee, bij het hoog water wel heel hoog te komen en ook de branding was aanzienlijk woester dan de aflopen week. Alexander werd weer even kind en testte al snel het koude water. Carola had meer moeite met de kou. Water van pakweg 6 of 7 graden is nu eenmaal niet wat wij gewend zijn. Het leverde mooie plaatjes op. Ook ik genoot, als vader, om Alexander en Carola uitgelaten te zien rennen over het strand en door het water van de kreek en de branding.

Ik heb deze dagen ook eens uitgezocht hoe de Faeröer toch in staat is al die dure tunnels te realiseren. Een belangrijke factor is de relatie met moeder Denemarken. Ze hoeven aan Denemarken geen belastingen af te dragen en ze krijgen al meer dan 25  jaar jaarlijks een subsidie van Denemarken van circa 14 á 15 % van het Faeröereese Bruto Nationaal Product.  Daar kan je nog eens iets van doen! Zoals het versterken van je economische infrastructuur (wegen, tunnels, havens).

12 juni
Vandaag omstreeks 11.00 uur vertrokken om de noordelijke eilanden Kunoy, Boroy en Viðoy te bekijken en een boottocht te maken vanuit Hvannasund naar Svínoy en Fugloy. 

Het weer was Faeröerees. Het lijkt redelijk, maar kan ineens omslaan. We reden eerst naar Klaksvík waar we het bureau voor toerisme bezochten en ik twee vlagspeldjes kocht en Carola een cadeautje. Daarna de plaatselijke winkel van Sinkel met een uitgebreide collectie boeken. En toen door naar Kunoy en het gelijknamige plaatsje door de eerste éénbaanstunnel. Hier nam Alexander een foto  van een gebouwtje dat wel op een heel bijzondere manier werd behoed voor instorten of weggeblazen worden.

Via 2 éénbaanstunnels door richting Viðareiði waarbij er plotseling een niet op de kaart staande tunnel opdook. We kozen voor de oude weg langs de kust die nog open was. Viðareiði heeft een mooi kerkje met leien dakbedekking.

Ik zelf deed daar wat oefeningen met wat kleuters in de locale dagopvang die de rare man achter het hek wel machtig interessant vonden. We wisselden namen uit en we maakten gezamenlijk vliegbewegingen. Zelfs een juffrouw deed mee. Toen op zoek naar de weg door de tunnel. Dit bleek een luxe verlichte tweebaansweg/tunnel. We waren ruim op tijd in Hvannasund voor de MS Ritan, waarmee wij ook in 2011 dit tochtje hadden gemaakt. De MS Ritan bleek een Nederlandse boot te zijn die hier in 2010 als veerboot in gebruik is genomen.

Voor 120 kronen waren wij met zijn drieën ruim 2 uur onderweg en meerden we aan op Svínoy en op Fugloy (Kirkja en Hattarvik). Terwijl wij op de terugtocht vertrokken uit Kirkja verslechterde het weer rap. Guur, nat en een toenemende wind vielen ons ten deel. Het belette ons niet om te genieten van de oceaandeining, de vogels en de vergezichten op de eilanden. Bij aankomst in Hvannasund zochten we snel de warmte op van de KA.

Geleerd van de tunnelervaring in 2011 besloten we niet als bijna iedereen de tunnels naar Klaksvík in te duiken, maar op zoek te gaan naar Múli, een naar wat het boekje vertelde onbewoond dorp. De weg er naar toe was een ramp (maar wel een boterbloemroute) met als het niet grotendeels mistig zou zijn mooie vergezichten. Het dorp (vier woningen), bij wat eens een watermolen was, bleek niet helemaal verlaten. Op zijn minst één woning werd nog wel gebruikt als zomerhuis en vader en zoon deden als timmermannen wat van hen verwacht werd om het familiehuis te behoeden voor verval. En ze hielden er met de ‘dorpelingen’ samen nog hun kuddes schapen. We spraken met de zoon die vertelde dat sinds de boterbloemroute werd geopend hij bijna wekelijks wel aan de bak moest om auto’s van toeristen uit de greppels te halen. Ik begon extra voorzichtig aan de terugtocht naar Norðdapíl. De twee tunnels naar Klaksvik bleken nu goed te doen met een beperkt aantal, voorrang hebbende, tegenliggers. We tankten in Klaksvík en betaalde de tol voor de toltunnel tussen Leirvík en Klaksvík en gingen op zoek naar het restaurant waar we graag wilden gaan eten. Het bleek volgeboekt. Uiteindelijk besloten we op herhaling te gaan bij Muntra in Fuglafjørður. Daar waren we welkom. Alexander ging voor de Noorse garnalen als voorgerecht. Carola en ik kozen voor de soep van de dag (aspergesoep). We hadden echt wel trek in iets warms! De voorgerechten waren heerlijk. Er werd in ons uitzicht druk geoefend in het roeien met de Faeröereese roeiboten. De man die ons bediende vertelde dat er komende zaterdag in Hósvík de regionale roeiwedstrijden zouden zijn. Als hoofdgerecht kozen Alexander en ik voor de zalmschotel en Carola voor biefstuk. We bestelden er ook frietjes bij. Het smaakte allemaal zo als verwacht. Alexander, die ons eerder die dag naar Klaksvík had gereden, reed ons naar huis.

13 juni
De dag begon met regen en mist en eigenlijk bleef het daarbij. Soms iets, wat leek op een flauw zonnetje. Ik ben buiten brood en andere dagelijkse boodschappen halen niet weg geweest. Het uitzicht biedt mij dan voldoende afleiding en inspiratie voor de nodige bespiegelingen. Wel laat Vágar (het eiland in mijn uitzicht) zich keer op keer op een andere manier zien.

Alexander en Carola zijn boodschappen gaan doen in Tórshavn. Op de terugweg hebben ze ook Norradalur aangedaan en zijn ze gaan kijken in Kvívík, waar de ‘iglo’s’, waarin we verbleven tijdens onze vakantie in 2009, nu in verregaande staat van verval waren. Daarna hebben ze Vestmanna bekeken. Bij terugkomst gingen ze gelijk aan de slag om het avondeten (spaghetti) te bereiden. Mijn koks deden goed werk. Ze hadden zelfs voor mijn dagelijkse cider gezorgd. Het smaakte allemaal goed. Terwijl ik naar de verhoren in de Amerikaanse senaat keek, gingen zij een eind wandelen. Leynar en Skaelingur werden bewandeld.

Bij Norradalur

Vestmanna

14 juni
Regen, regen, regen. We besloten naar Sandoy te gaan en namen de ferry van 13.15 uur uit Gamlaraett. Na de aankomst in Skopun zijn we gelijk doorgereden naar Dalur het dorp het verst verwijderd van Skopun om vandaaruit ieder dorp met een bezoek te vereren. Dalur is een klein maar super kindvriendelijk ingericht dorp. Het viel op dat bij veel huizen beschilderde stenen stonden en ook hingen er aan enkele hekjes gebreide lappen met voorstellingen. Wat keer op keer verbaast is dat scholen, hoe klein ook, beschikken over sportfaciliteiten zoals een voetbal of handbalkooi, vaak gecombineerd met basketbal.

Daarna was Húsavík aan de beurt waar de kerk open bleek. Met onder andere een doopvont uit de 18e eeuw. Daarna werd Skálavík bezocht. Hier was de kerk gesloten, maar deze kerk had wel een heel bijzondere sleutelgatafsluiter.

Hierna werd Skarvanes aangedaan, een klein dorp met  negen huizen. De weg was voor de chauffeur (Alexander) en de auto een uitdaging die goed werd doorstaan. Dit keer troffen we in tegenstelling tot 2009 en 2011 geen loslopende paarden op de weg naar Skarvanes aan. Daarna werd Sandur bezocht. Helaas bleek het toeristenkantoortje, waar we de vorige keer zo fantastisch waren geholpen, niet meer te bestaan. Carola maakte hier een wandeling door de duinen en kwam doorweekt terug. Je moet maar een hobby hebben! Daarna was Skopun aan de beurt. Hier deden we een rondje dorp. Daar troffen we wel een heel bijzondere brievenbus aan. Hier gaan ze niet opzij voor een ‘beetje’ post.

Terug op de MS Testin genoot Alexander, net als op de heenweg, van een hotdog. Die smaken hier uitstekend, zo had ik op de heenweg ervaren. We aten in de Ierse pub. Alexander en Carola de lamsschotel en ik een Ierse kipburger. Het ging er goed in. Onderweg terug naar ons warme huisje werd genoten van de vele watervallen langs de route. Die, nu het zoveel regende,  veel water voerden. Thuis aangekomen gingen Alexander en Carola nog even kijken bij de beek met zalmtrappen, vlak bij ons huisje. Daarna deed Carola nog haar avondtraining. Resultaat? Een huis vol drogende natte kleding!

15 juni
Vanwege de regen zijn we naar Tórshavn gegaan. Eerst naar de buiten locatie van het museum. In het bureau van het museum daar kreeg Alexander de telefoonnummers en het mailadres van de archeoloog van de eilanden. Toen naar het aquarium met veel vissen uit de zee rond de eilanden. Een bezoek zeker waard.

Daarna iets gegeten en gedronken aan de haven in het café  waar we vaker komen. Daarna een wandeling naar het 17e eeuwse fort van Tórshavn alwaar een kanon uit de tweede wereldoorlog aan een diepgaand onderzoek werd onderworpen en uiteindelijk hebben we gegeten in Marco Polo.

16 juni
In de morgen de kinderen vroeg wakker gemaakt omdat het weerbeeld een tocht naar Mykines mogelijk leek te maken. Het lukte echter niet te boeken. De boot was vol geboekt. Klaarblijkelijk hadden meer mensen het zelfde idee. Later bleek het een geluk bij een ongeluk. Het weer rond Mykines veranderde zodanig dat de ferry werd stilgelegd en degenen die in de morgen met de ferry naar het eiland waren vertrokken zaten daar dus vast. Circa 80 bezoekers op een eiland met 14 inwoners! Uiteindelijk waren we alsnog blij dat we niet waren gegaan. Uiteindelijk besloten we naar Suduroy, het meest zuidelijke eiland te gaan. Met de Smyril vertrokken we omstreeks 13.00 uur uit Tórshavn richting Tvøroyri. Onderweg deed ik op het toilet een ontdekking en begreep ik waarom de Faeröer eilanden met slechts 50.000 inwoners het met voetbal toch best aardig deden. Ze worden tot op het toilet in richten getraind! 

Aangekomen in Tvøroyri gingen we op zoek naar het toeristenkantoortje. We vonden het snel en deden de ontdekking dat het sloot toen de eerste ferry (de onze) aankwam uit Tórshavn. Dicht gaan als je klanten aankomen is niet echt bezoekersvriendelijk! We namen de oude kustweg naar Hov, dit keer geen schaap met zelfmoordneigingen, zoals in 2011. Wel een gans die de blauwe KA als een ernstige bedreiging zag voor zijn familie en een fanatieke aanval uitvoerde. De  weg was nog even rustig als in 2011. Daarna reden we naar Porkeri en toen naar Vágur, waar we bij de kerk aankwamen toen de koster net wegging en naar de parkeerplek wandelde waar wij onze KA net geparkeerd hadden. Hij vroeg ons of we de kerk wilde bezoeken. Dat wilden wij graag en speciaal voor ons liep hij terug om voor ons de kerk weer te openen. Dat kan en gebeurt daar nog. De betonnen kerk in Vágur was het bezoek zeker waard.

Via de ’toeristische’ route gingen we naar Lopra  en Hamrabyrgi (het dorp dat uit twee dorpen bestaat met totaal drie huizen) en daarna middels een ‘iets’ minder ’toeristische’ route naar Sumba. Deze routes zijn niet voor bangerikken wel voor mensen met een grote liefde voor kuilen, weinig passeerplekken en veel slecht zicht en soms dichte mist. We kwamen uiteindelijk op de plekken waar we wilden komen en genoten ook van vele vergezichten, nieuwsgierige schapen en een enkel opvallend waarschuwingsbord.

Daarna gingen we naar Akraberg een plek met een Friese connectie en geschiedenis, die mogelijk zelfs terug gaat tot voor de Noormannen kwamen. Vanaf Sumba ging het terug richting ferry over de gewone route. We aten een paar hotdogs bij een benzinestation, waar Carola van het privé toilet mocht gebruik maken dat gelegen was in de kelder waar alle voorraad van het benzinestation annex supermarkt, annex cafetaria lag opgeslagen. Ik zie dat in Nederland nog niet zo snel gebeuren. Vlakbij de ferry namen we de afslag naar Fámjin om een kerkje te bezoeken met een aantal bijzonderheden. Het kerkje bleek helaas gesloten. We kwamen ruim op tijd voor het vertrek van de laatste ferry-afvaart om 21.00 uur aan. Na een boottocht door mist met veel misthoorngeluid bereikten we veilig Tórshavn en bereikten we omstreeks 23.30 uur ons huis in Leynar.  

17 juni
Vandaag is er uitgeslapen en zijn we omstreeks 13.30 uur vertrokken naar Hósvík, waar een roeiwedstrijd zou worden gehouden met de Faeröereese roeiboten. Toen we aankwamen waren er al tientallen aanwezig. Uiteindelijk telden we er omstreeks veertig in 6, 8 en 10 persoonsuitvoering. Veel boten kenden zowel een mannen als een vrouwen team. Alleen de sekse van de stuurman of vrouw is onbepaald.  Buiten de wind, en zo nu en dan een buitje, was de sfeer fantastisch. Veel dorpen of eilanden kennen hun eigen team. Nog meer dan met voetbal is dit de manier om de competitie met de andere dorpen aan te gaan. Mij verbaast het in wat voor sfeer dat gebeurt. Gemoedelijk en tegelijkertijd competitie gericht. De boten worden gekoesterd en met liefde omringd. Een enkele keer zag ik dat het voorste uiteinde van de boeg voor de te waterlating werd omarmd en soms gekust. De boten worden door het eigen team naar het water gedragen. Soms ondersteund door leden van het andere team dat tot de boot behoort. De schepen zijn van hout en zwaar. Het roer wordt na de te waterlating bevestigd en met twee touwtjes bediend. De boten werden eerst naar de startlijn geroeid, mijn inschatting circa 900 meter. Nadat zeker twintig boten te water waren gelaten werd de eerste race gestart. Het werd een puinhoop. Door de sterke stormachtige wind konden de boten niet in hun lijn worden gehouden en werden door de wind gedreven naar één kant. De wedstrijd werd afgeblazen. Het viel mij op dat dit gebeurde zonder wanklank of protesten. De boten werden aan de kant gehaald en uit het water en gingen weer op de trailers. Wij als bezoekers konden ons geld terug krijgen. Ik zag daar vanaf want dit organiseren kost veel geld. Voor de kinderen waren er springkussens en schminken. Er waren ‘koek en zoopie’ voorzieningen die voor weinig geld de lekkerste zaken verkochten. Zelf genoten we van wafels met slagroom en jam voor 15 kronen per stuk, die meer dan uitstekend smaakten. Mogelijk als de wind gaat liggen wordt er morgen vanaf 10.00 uur wel gevaren.

Dit soort bijeenkomsten getuigen van een gemeenschapszin waar ik jaloers op ben. Ik had hier best geboren willen worden!

We besloten de zuidoost hoek van Eysturoy (van Skipanes tot Aeðuvík) te gaan bekijken. Voor het eten eindigden we op ons bekende adres in Fuglafjørður. Alexander nam de hem bekende Noorse garnalen salade en de zalmschotel. Carola de haar bekende zalmsalade en de varkensfilet schotel. Het smaakte hen weer goed. Ik nam een zalmsoep en een kabeljauw schotel. De zalmsoep was uitmuntend. Vol met gekookte zalm. Ook de gestoomde kabeljauw voldeed aan de hooggespannen verwachtingen. Tijdens het eten zagen we dat de teams van Fuglafjørður, ondanks het wedstrijdroeien eerder die dag, toch weer, net al de andere keren dat we er aten, trainden in de baai. Zaterdag of niet ze wilden vast klaar zijn voor welke wedstrijd dan ook.

Thuis gekomen begonnen we aan het voorbereiden op ons vertrek morgen.

18 juni
Vandaag de laatste dag op de Føroyar. We besloten eerst te gaan kijken of de roeiwedstrijden vandaag wel door zouden gaan. Omstreeks 9.45 uur vertrokken we naar Hósvík. Behalve de kerkgang viel er geen activiteit te bespeuren. We besloten naar Vágar te gaan. Na door de toltunnel van circa 7 kilometer te zijn gereden, sloegen we af naar rechts om Oyrargjógv, de oude ferryhaven te bezoeken die voor de komst van de tunnel Vágar verbond met Vestmanna op Streymoy. Daar verwonderden we ons dat 3 huizen in de buurt slechts bereikbaar waren via een klauterpartij en het te voet kruisen van een beek. Op de weg terug naar de doorgaande route ontdekten we nog een bruggetje (met een naam) in wat ooit een voetpad moest zijn geweest. Na terugkeer op de doorgaande route kwamen we door Midvágur, Sørvágur en Bøur. In Bøur konden we het kerkje bezichtigen dat open bleek.

Tussen Bøur en Gásadalur werden er veel foto’s gemaakt  van het prachtige uitzicht waarin Tindhólmur (eiland met de scherpe klif), Gáshólmur en Mykines de hoofdrol speelden.

Na het uitkomen van de tunnel naar Gásadalur werden er foto’s gemaakt van de hoge waterval in zee.

De kinderen maakten daar een wandeling die al snel werd opgevrolijkt door een speelse hond die twee nieuwe speelkameraden had gevonden, die maar al te graag zijn stenen weggooiden waarna hij ze weer vond en het spel zich kon herhalen.

Daarna dronken we thee/warme chocolademelk en reden we weer langs de eerder genoemde dorpen en Vatnsoyrar. De kerken bleken allen gesloten. Nabij Midvágur bezochten wij het oorlogsmuseum van de eilanden. Met tal van objecten die achter waren gebleven na de Engelse bezetting, die vooral plaatsvond om de eilanden te gebruiken als uitvalsbasis voor de bestrijding van Duitse duikboten. Ook waren er veel verhalen opgetekend van de verliezen aan vooral vissersschepen en hun bemanningen die gezonken waren door de oorlogshandelingen en de door de Engelsen gelegde zeemijnen. Na aankomst in Tórshavn hebben we in afwachting van de ferry gegeten in de Ierse pub. Dit keer was dat geen succes. Het voorgerecht van Alexander kwam te laat en het hoofdgerecht liet lang op zich wachten en toen het verscheen bleek het koud en niet smakelijk meer. Alleen de frieten waren warm, maar duidelijk opnieuw gebakken. Dit keer wel een klacht en geen tip. Mijn conclusie: het systeem met bestellen aan de bar en middels een electronisch piepje afhalen aan de bar is geen succes in geval van meer dan één gang! De Norröna kwam op tijd, maar het laden en lossen liep fors uit. 

19 juni
Afscheid van weer een prachtig verblijf op de Faroer Eilanden.

Klik op de foto voor een vergroting

De Norröna vertrok meer dan 2 uur te laat. Onze ervaringen met de Smyril Line zijn: dat de Norröna zelden op tijd vertrekt, maar meestal wel op tijd aankomt. Mijn suggestie aan de Smyril Line is dat, als het laden zo lang duurt, sluit dan niet de horeca voorzieningen als de mensen na uren in hun auto gewacht te hebben eindelijk aan boord komen. Zij kunnen dan niets meer eten of drinken en dat is niet klantvriendelijk. Zeker niet als het sluiten gebeurt vlak voor dat men aan boord komt. Ik wil niet klagen, want over het algemeen is de service aan boord goed tot uitstekend en als het schip niet volgeboekt is, zoals bij deze overtocht, wordt een kajuit geboekt met ‘beperkt uitzicht’ een kajuit met uitzicht en een éénpersoons kajuit een driepersoons die alleen, in dit geval, door mij gebruikt wordt. De zee was rustig. Ik heb overwegend TV gekeken in mijn kajuit en alleen een wandeling gemaakt toen het schip Unst passeerde, het meest noordoostelijke van de Shetland eilanden. De lunch gebruikten we in het cafetaria en de avondmaaltijd in het voortreffelijke buffetrestaurant. 

20 juni
De ferry kwam ondanks het te late vertrek keurig op tijd aan. Na de ontscheping in de haven van Hirtshals konden we omstreeks 10.00 uur Denemarken weer met onze Ka onveilig maken en gingen we richting Sleeswijk. We deden inkopen bij maar liefst twee Deense supermarkten in Duitsland. De één mocht een bepaald merk cider niet verkopen aan mensen uit andere dan Scandinavische landen en de andere mocht dat wel. Raar maar waar. Alexander kon toch naar huis met zijn geliefde dranken. We melden ons daarna, net als vorige keren, in hotel Waldschlösschen in Sleeswijk. Het eten was net als de vorige keren perfect. De krabsoep en de runderbouillon “Royal” smaakte royaal. Ik ging voor een regionale visschotel met garnalen, kabeljauw, zalm en snoekbaars. Alexander en Carola gingen voor de Olearius steak en filetstukjes van diverse oorsprong. Het smaakte allemaal heerlijk. Carola nam als nagerecht een ijscoupe en Alexander koos er voor het voorgerecht, de runderbouillon “Royal”, nog een keer tot zich te nemen. Het kan maar lekker zijn.  Moe zochten we daarna onze kamer op.

21 juni
Deze dag verliep anders dan we gedacht hadden.  Carola meldde zich omstreeks 7.45 uur bij mijn kamer. Alexander had erge buikpijn. Ik ging gelijk kijken en dacht, gezien de pijn en zijn ineen gedoken houding, dat kan wel eens een blindedarm zijn. Na overleg met de hotelreceptie zochten we het regionale ziekenhuis op. Ook de noodhulp arts nam de maatregelen die eventueel nodig zijn voor een operatie. De internist onderzocht Alexander uitgebreid en stelde vele vragen. De taal was wel soms een probleem. Haar Engels was niet optimaal. Zo vaak kwamen er geen buitenlanders en ons Duits was zeker ook niet het je van het. Nadat ze met een echoapparaat aan de slag was gegaan, kwam er een chirurg bij die het Engels goed beheerste en werd onder andere vastgesteld dat Alexander niet zwanger was (grapje) en dat nieren en diverse andere organen eruit zagen zoals behoorde. De bloeduitslagen gaven wel een ontstekingspiekje. Wat te doen? De pijn was ver gezakt, maar nog wel aanwezig. Na het advies van de internist besloten we dat een thuisreis wel verantwoord was. En gingen we anders dan eerst de bedoeling om circa 12.00 uur richting Nederland en niet meer naar een museum. Alexander kreeg wel op het hart gedrukt de volgende dag in Nederland naar een arts te gaan en opnieuw zijn bloedwaarden te laten bepalen en om nader te laten onderzoeken wat er aan de hand was geweest.

Omstreeks 19.30 uur passeerden we de gemeentegrens van Bergen op Zoom en kon Ank ons weer liefdevol in de armen sluiten. Een rare dag was het einde van een heerlijke vakantie. 

Met vriendelijke groet,

 

Louis van der Kallen.


    

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.